De Zwarte Ruiter
1432 CA Aalsmeer
N 52.290535 O 4.796372
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
Niet onbelangrijk, maar de molen wordt door veel te veel bomen en struiken omgeven.
Niet te bezichtigen
Niet onbelangrijk, maar de molen wordt door veel te veel bomen en struiken omgeven.
Niet te bezichtigen
Grenen achtkant, gedekt met riet, op gemetselde voet van ca. 2 meter hoog
Gedekt met riet
Deze molen heeft nooit een wiekverbetering ondergaan. Dit was voor de onttakeling van ca. 1930 ook al het geval. In 1927 is evenwel serieus overwogen, deze molen te verbeteren met het systeem Von Baumhauer. Dit is toen echter niet doorgegaan.
|
Van de oorspronkelijke inrichting is alleen het bovenwiel overgebleven; woning in de molen
Bovenwiel 54 kammen
Rest gaandewerk niet meer aanwezig
Aardige baard, wit geverfd, donkergroen afgebiesd, met de opschriften 'Anno 1778' en daaronder 'De Zwarte Ruiter'
Oorspronkelijk is deze achtkante bovenkruier gebouwd als schepradmolen voor de bemaling van de Zwarte- of Schinkelpolder. De voorganger van deze molen was een zwart geteerde wipmolen die aan de oever van het Haarlemmermeer stond. De naam Zwartepolder komt vermoedelijk van deze molen. Nadat de wipmolen te slecht was geworden voor herstel werd de nieuwe (huidige) molen op een andere plaats gebouwd omdat de bedreiging van het Haarlemmermeer op de oude plek (waar thans de Bosrandbrug is gelegen) groot was. De nieuwe molen werd gebouwd door Joost Timmers, meester-molenmaker te Oude Wetering.
De polder werd later geheel uitgeveend en was rond 1850 vrijwel geheel in een waterplas veranderd. In 1857 werd 200 meter ten noordwesten van de molen een grote vijzelmolen met een vlucht van 28.20 m. gebouwd om de plas droog te malen. De schepradmolen werd toen voorzien van zes zuigerpompen. Dit voldeed echter maar matig en aangezien de vijzelmolen het werk ook alleen aankon, werd de molen in 1866 verkocht aan Jacob van Zijverden. Deze verbouwde de molen als korenmolen. Vermoedelijk is daarbij het binnenwerk van de in 1864 gesloopte molen De Ruyter in Zaandam gebruikt. In de molen heeft tenminste een oud wandbord gehangen waarop stond:
DE RUITER IN HET VELD
RIJDT UIT OM BUIT TE HALEN
MAAR IK BEN HIER GESTELD
OM TARW EN ROG TE MALEN
GELIJK EEN RUYTER WAAGT
VOOR VADERLAND ZIJN LIJF
ZO BEN IK HIER GESTELD
DE BURGER TOT GERIJF.
Naar aanleiding van dit bord zou de molen de naam "De Zwarte Ruiter" hebben gekregen.
Tot de Eerste Wereldoorlog is de molen in bedrijf gebleven. In die periode werd de molen gehuurd door Van der Born (van De Leeuw te Aalsmeer) toen zijn eigen molen aan de ketting was gelegd vanwege illegaal malen.
In 1920 werd de molen getroffen door de bliksem waardoor er een roe-end verloren ging. Omstreeks 1930 verdween het gehele gevlucht en na de Tweede Wereldoorlog ook staart en binnenwerk. Doordat de heipalen na de droogmaking van de plas gedeeltelijk boven het grondwater zijn gekomen is de toestand van de fundering steeds slechter geworden waardoor de molen scheef ging zakken.
Al in de jaren ’70 waren er ideeën om deze molen weer als molen te completeren. Het heeft nog een tijd geduurd voordat het zover was.
In 2002 kreeg de molen een nieuwe fundering en is daarbij weer rechtgezet door de molen aan de polderzijde 35 cm. omhoog te halen. In 2003 werd de kap voorzien van een nieuw windpeluw met voorkeuvelens, nieuwe spruiten, een nieuwe rolring met rollen, een nieuwe voering en vang rond het bovenwiel en een nieuw rietdek. Ook is de molen weer voorzien van staart en schoren. Op 10 oktober 2003 werden de roeden gestoken. Later volgden nog uitgebreide werkzaamheden aan het rietdek.
Op 30 januari 2007 draaide de molen voor het eerst sinds 1919. Helaas is de omgeving door de talrijke beplantingen niet ideaal voor een windmolen.
Eigenaar Sj. Siewerts van Reesema overleed eind 2018. De molen is nog steeds eigendom van de familie en wordt tegenwoordig bewoond door Floris Siewerts van Reesema, die de molen ook af en toe laat draaien.
Naar pas in 2011 is gebleken, heeft men in 1927 bij deze molen, die toen dus met een incompleet wiekenkruis stond, serieus de toepassing van het systeem Von Baumhauer overwogen. Dit ging uiteindelijk niet door. Dit lijkt vooralsnog de enige poging tot deze wiekverbetering, die niet verder is gekomen dan de tekentafel, toe te passen.
Ir. Albert Gerard von Baumhauer (1891 - 1939) ontwierp tenminste twee wiekverbeteringen maar deze zijn nooit toegepast. Omstreeks 1929 trok hij zich uit de molenwereld terug omdat hij - vermoedelijk terecht - meende dat veel van zijn ideeën zonder zijn medeweten, laat staan instemming, waren gerealiseerd in het stroomlijnsysteem, dat bekend is geworden als de Dekkerwiek.
Vermoedelijk is voor de verbouwing tot korenmolen (1866) het binnenwerk van de gesloopte Zaanse korenmolen "De Zwarte Ruiter" gebruikt.
G.J. Pouw,Het nooit toegepaste Van Baumhauer wieksysteem, in: Molens 102 (2011), pp. 18 - 20.
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |