De polder Nieuw-Lekkerland had vanouds een getrapte bemaling met een lage en een hoge boezem. Twee ondermolens maalden het polderwater in de lage boezem en een bovenmolen bracht dat vervolgens in de hoge boezem.
Deze molen is één van de twee ondermolens en werd gebouwd in 1761 nadat zijn voorganger, een wipmolen, de winter daarvoor bij zwaar weer zijn bovenhuis had verspeeld.
De andere ondermolen van deze polder, Oude Molen genaamd, dateerde van 1722 en kreeg tijdens een zware storm in 1944 asbreuk. Die molen is vervolgens niet meer hersteld en in 1957 volgde de sloop. Thans resteert daarvan alleen nog de fundering.
De Lage Molen kwam in 1948 buiten bedrijf nadat de bemaling overgenomen was door een gemaal en verloor definitief zijn functie nadat de Hoge Molen in 1965/66 geheel werd verbouwd en vervijzeld tot poldermolen en als zodanig ook weer in bedrijf kwam. De getrapte bemaling van de polder Nieuw Lekkerland kwam hiermee te vervallen en de Lage Molen raakte van lieverlee in slechte staat. Tenslotte stond de molen met kale roeden en grotendeels zonder staart te wachten op betere tijden.
In 1986 volgde een flinke restauratie, die de molen weer maalvaardig maakte, zij het dat dit vanaf dat moment alleen nog in circuit mogelijk is.
Interessant is de mededeling dat deze molen in 1916 zijn wateras aan de Hoge Molen moest afstaan, waarna in de Lage Molen een houten(!) wateras werd gestoken. Deze is naar verluidt in 1931 weer vervangen door een gietijzeren exemplaar (waarvan de herkomst vooralsnog niet bekend is). Alles bij elkaar betekent dit, dat deze molen in 15 jaar tijd drie verschillende waterassen heeft gehad. Opmerkelijk en waarschijnlijk uniek!