Molen De Vechter, Leiden

Leiden, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Vechter
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11738
oude dbnr.
V2564
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 11738 De Vechter (Leiden)
atlas De Wit, 1698, rechtsonder deze molen, linksboven dbnr. 2563

locatie

plaats
Leiden
plaatsaanduiding
op het Blauwe Bolwerk, thans sterrenwacht
gemeente
Leiden, Zuid-Holland
streek
Leiden
geo positie
X: 93225, Y: 463343
N: 52.15480, O: 4.48451

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
Hans Lieferinck tekent rond 1575 deze molen al aan het einde van 'die blaue steech' op de vestingwal (originele kaart waarschijnlijk verloren gegaan, kopie van Jacob van Werven uit 1744). Vlak daarvoor is de molen gebouwd of, meer waarschijnlijk, van buiten de stad naar deze positie verplaatst, ter bescherming tegen het oorlogsgeweld van de spanjaarden.

Zoals blijkt uit de kaart, is dit de molen van Barend Jans molenaar en Maritje Dirksdr. weduwe Barent Lambrechts, die in 1574 werd gevestigd aan het einde van de Blauwe Steeg, dus ongeveer bij de huidige Sterrenwacht.
Bron: "Leidse windmolens voor 1600", artikel door Ir. A.F. de Graaff in Leiden Jaarboek 1962. Verzameling H. van der Kaay.

In 1986 was er in Museum Boymans-van Beuningen te Rotterdam een tentoonstelling over de huisboedel van molenaarsweduwe Oude Maria Dircksdochter, weduwe van Barent Lambertszoon, molenaar, overleden 28 oktober 1578 (dezelfde Maritje als hierboven, Red.). Na haar overlijden maakte de notaris een nauwkeurige inventaris op van al haar bezittingen. Vermoedelijk heeft Oude Maria aan het eind van haar leven in de Zegersteeg (zie de kaart) gewoond, vlak in de buurt van haar korenmolen op de stadswallen. Tegenwoordig staat op de plek van haar huisje de universiteitskantine "De Bak", op de plaats van de molen bevindt zich nu de Leidse Sterrenwacht.

Bron: "Huisraad van een molenaarsweduwe", art. in De Utskoat nr. 43, september 1986.

Pieter Bast tekent de molen in 1600 ook op deze positie op de wallen.

Joan Blaeu tekent in 1649 de molen niet meer op de wal zelf, maar vlakbij op het Blauwe Bolwerk, achter een hekwerk. Ook Frederick de Wit tekent de molen op die positie. De molen zal dus tussen 1600 en 1649 een klein stukje verplaatst zijn.

G.C. Helbers (Leidsch jaarboekje 1926) meldt: 'In de 18de eeuw was langzamerhand het aantal korenmolens te groot voor de behoefte geworden. Noodzakelijk dus, dat eenige verdwenen, wilden de andere molenaars kunnen blijven bestaan. Vandaar, dat in 1724 het molenaarsgilde aan den Gerechte van Leiden verzocht 4 van de 12 korenmolens te mogen uitkoopen. Blijkbaar werd dit ten deele goedgekeurd en werden de Papegay, de Koe en de Vechter in 1726, de Vroegop in 1730 gedemoliƫerd.'

aanvullingen

trivia
Er is verwarring over de onderlinge positie van beide molens op het Blauwe bolwerk. G.C. Helbers (Leidsch jaarboekje 1926) lijkt te melden dat De Vechter ten westen ('bewesten') van d'Engel/De Spinder (dbnr. 2563) stond. Maar De Vechter is gesloopt in 1726, d'Engel/De Spinder rond 1750 en op de kaart van Thirion uit 1742 is de oostelijke molen verdwenen, de westelijke niet. De conclusie is dat De Vechter ten oosten van d'Engel/De Spinder stond. Mogelijk berust het misverstand op de interpretatie van het woord 'bewesten' in een oudere akte door Helbers zelf of lezers van zijn artikel.