De Stijve Molen kwam in 1665 in de plaats van een bouwvallig geworden wipmolen. Bouwer was Isaac Jacobszn. van Bramen; deze bracht 380 Carolusguldens in rekening.
De Stijve Molen was de tweede van een groep van vijf molens ter bemaling van de polder Middelbroek, Ameide en Tienhoven. Vanaf in ieder geval 1590 tot in de vroege twintigste eeuw is deze polder steeds door vijf wipmolens bemalen. De andere vier waren de Aver- of Haverslootse molen (verbrand 1920), de Rode Molen (gesloopt 1904 na stichting van een stoomgemaal), de Noordsewegse molen (verbrand 1918 na blikseminslag) en de Overtochtse - of Kademolen (gesloopt 1904 na stichting van het gemaal dat ook de Rode Molen overbodig maakte).
De Stijve Molen overleefde dit alles, zij het tenslotte bepaald niet ongeschonden. In 1949 kwam de molen buiten gebruik waarna een periode van verval volgde.
In 1967 nam het aannemersbedrijf Woudenberg uit Ameide de molen voor ƒ 5.000,-- over van Klaas W. Kooyman, kweker te Vianen. Vijf jaar later verkocht dit bedrijf de molen voor ƒ 1,-- aan de Stichting tot Instandhouding van Molens in de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden (SIMAV).
In 1975-1976 werd de molen door Woudenberg gerestaureerd: de gehele kap, het wiekenkruis, enkele schoren in het linker zijbint van het bovenhuis, bovenzetel, steen- en voegburrie, het complete stormbint, achterzomer, kruischoren, staartbalk met hangbomen, de bovenste kokerbalken, twee ondertafelementen en de vangstukken werden vernieuwd.
Na de restauratie werd de molen op 2 september 1976 officieel in bedrijf gesteld. Op dezelfde dag werden ook de gerestaureerde Oude Weteringmolen te Streefkerk en de Bonkmolen te Lexmond in gebruik genomen.
In augustus 2009 volgde een kleine restauratie: waterloop hersteld, trapschoren vervangen, trapbomen en hangbomen aangelast, slof, bril en enkele treden vervangen, roeden doorgeschoven en ingeroeste delen hersteld, vulstukken koker hersteld en de neuten van de bovenzetel vervangen.