bouwjaar
watervluchtm. 1718 alleen nog windm.
verdwenen
bovenbouw gesloopt
geschiedenis

Op 4 oktober 1712 verkreeg de magistraat toestemming om een windmolen bovenop de watervolmolen te laten bouwen, daarmee werd het een watervluchtmolen. Voor de bouw werd een (stelling-)achtkant afkomstig uit Leiden gebruikt. Zo werd de molen weer verpacht, de rosmolen kwam buiten gebruik te staan.

Omdat er op de buitenboezem tekort water beschikbaar was voor èn de korenmolen èn de volmolen, draaide de volmolen vanaf 1718 alleen nog op de wind en was daarmee dus geen watervluchtmolen meer, maar een normale windmolen.

 

28-08-1721: Amsterdamse courant

Tot Breda is uyt der hand te huur of te koop om aenstonds te aenvaerden, een zeer welgeleege Wind Volmolen, die ook bequaen gemaekt van werden tot een Oly,  Zaeg, of Schorsmolen; die 'er gading in heeft addressere zig aen den Burgemeester of Secretarye der stad Breda.

 
Het waterrad verdween pas rond 1838 bij de bouw van de stellingmolen.
In 1728 werd de molen verbouwd tot oliemolen.

Omstreeks 1793 werd het achtkant gesloopt en in gebruik als woonhuis. Daarom staat de molen niet in het kadaster van 1832.
In 1838 werd hier een stenen stelling-korenmolen gebouwd.


bronnen

Bronnen: 
- De molen "Het Fortuin" te Breda. 350 jaar bedrijf en techniek., Henk Muntjewerff in Jaarboek Oranjeboom 1985, pag. 3-70. 
- Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu, Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.