Molen Blaauwe Molen voorganger, Rotterdam

Rotterdam, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Blaauwe Molen voorganger
modeltype
Standerdmolen, stellingmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10612
oude dbnr.
V6735
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 10612 Blaauwe Molen voorganger (Rotterdam)
fragment kaart 1694 van Johannes de Vou

locatie

plaats
Rotterdam
plaatsaanduiding
hoek gedempte Binnenrotte en het Pompenburg
gemeente
Rotterdam, Zuid-Holland
streek
Rotterdam-Hofpoort - Delftse Poort
geo positie
X: 92758, Y: 437783
N: 51.92504, O: 4.48234

constructie

modeltype
Standerdmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
gesloten voet
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

In 1424 werd melding gemaakt van de molenwerf van Danel van Cralinghen in de Lombardstraat. De oudst bekende giftenbrief betreffende de molen dateert uit 1550. Oorspronkelijk houten standerd, later herbouwd als hoge ronde stenen bovenkruier.

 

16-05-1654: akte nr 252, vrijwaring

Roelant Claesz, molenaar van de molen van de brouwerij den Posthoorn en echtgenoot van Annittgen Gabriels (dochter van Gabriel Gerritsz van Aeckeren) bevrijdt Marcelus Jansz Hoefnagel, bakker, van alle verplichtingen jegens de minderjarige kinderen van Gabriel Gerritsz op het door Marcelus gekochte huis van Gabriel aan de Leuvenhaven (bij de Leuvenbrugge).
NB:Roelant tekent Roelant Claesz Molenaer.

 

16-05-1654: akte nr 66, attestatie of verklaring

Roellandt Claesz, molenaar van de molen op de brouwerij de Posthoorn, is gehuwd met Annitgen Gabriels, dochter van Gabriel Gerritsz van Aecken.
Hij heeft een huis en erf met de belasting gekocht van Gabriel Gerritsz, gelegen aan de westzijde van de Leuvehaven bij de Leuvebrugge.
Hij belooft Marcelus Jansz Hoefnagell, backer, kosteloos en schadeloos te houden van alle lasten in naam van de onmondige kinderen van Gabriel Gerritsz betreffende hun legitieme portie en alimentatie.

 

14-06-1654: Akte nr 79, Machtiging

Roelant Claesz, molenaar van de molen op de brouwerij de Posthoorn, machtigt zijn vrouw Annitgen Gabriels om zijn deel van de erfenis van zijn moeije Grietgen Roelants, die in ten Bosch woonde, aldaar te ontvangen, eventueel te verkopen en de zaken af te wikkelen, omdat hij en zijn mede-erfgenamen niet in de gelegenheid waren er zelf heen te gaan.

 

21-10-1654: akte nr 71, attestatie of verklaring

Op verzoek van Cornelis Jonasz en Willem Rijcken, molenaars op de Haesmolen, Pieter Claesz molenaar op de Papagay, Laurens Cornelisz molenaar op de Blauwemolen, Jan en Batholomeus Jansz molenaars op de korenmolen van Valck, Claes Rochusz molenaar op de Pelicaenmolen, en Jacob en Dirck Meesz korenmolenaars op de molen de Fortuijn, leggen Deonijs Adriaensz van Leeuwen, 55 jaar en molenaar, en Jan Bartholomeusz, 64 jaar en molenaar, een verklaring af.

Zij verklaren dat zij al heel veel jaren molenaar zijn en verschillende malen hoofdman van Gilde zijn geweest en daardoor ook met de inpost van het gemael te maken hebben gehad. Thans is Willen Henricksz Ruijter impost van het gemael, hij wijst hen er op dat er zakken met meel niet op de biljetten van de pachters staan, zij antwoorden dat het echter vele jaren is gedoogd dat er zakken niet op het biljet staan.

 

10-09-1655 Overeenkomst: Louris Cornelisz van der Schan(dt)s, korenmolenaar, draagt een huurcedule van de korenmolenmolen over aan de procureur Leonard van Zijl. De huurder was Roelandt Jansz van Rheenen, en thans nog bewoont door diens weduwe. De molen genaamd de Blaeuwe molen staande aan de Schie buiten de Delftsepoort. Van Reenen heeft de cedule afgesloten met als borg Michiel de Vosch,tuijnder. Er is een verschil van mening onstaan over het betalen aan de pachters van Inpost, dat is de reden dat hij de huurcedule van 225 gulden kosteloos overdraagt aan Leonard van Zijl zodat hij er geen aansprak meer over kan maken en de discussie hierover afgedaan is. De procureur van Zijl gaat hiermee accoord. 

 

09-08-1656: akte nr 117, attestatie of verklaring

Willem Claesz van Vreeswijck, molenaar op de Rijcke molen staande op het Nieuwe Hoofd, 28 jaar oud, en Vincent Jacobsz Baeck, wonend buiten de Nieuwe Schiedamsepoort, maar binnen de stad, leggen een verklaring af op verzoek van Pieter Harmansz Delffgauw, moutmeester, wonend in de Wijnstraat.Ze hebben hun landen, of die ze in gebruik hebben voor het weiden van hun paarden bij elkaar liggen, buiten de Schiedamsepoort. Ze hebben daar ook een stuk land in gebruik dat eigendom is van de dames Beresteijn uit Delft. Ook Jan Digmansz Hallingh,brouwer in de brouwerij de Posthoorn heeft daar land waar hij ossen en paarden weidt. Het is herhaaldelijk gebeurd, dat de ossen van Jan Digmansz uitbraken en op zijn land kwamen. Uiteindelijk heeft hij ze door de dienaren van justitie van de balju van Schieland laten verwijderen. Deze hebben de beesten vastgezet.

 

10-07-1657: akte 11, attestatie of verklaring

Op verzoek van zijn Cornelis Jansz Schooneman legt Willem Cornelisz Schooneman een verklaring af. Hij verklaart dat hij op 2 oktober 1656 in de morgen Jan Kibbelingh die waarneemt voor zijn vader op de korenmolen genaamd "De Pomp"en de "Bauwemolen" aan gegeven dat er 1 zak tarwemeel en een zak met meel die zijn vader o 20 september 1656 heeft gemalen voor Dirck Jansz Backer die aan het Oppert dicht bij het Hoffpoortge woont te brengen. Zijn vaders knecht brengt met de wagen de zakken en zet voor het huis van Cornelis Absolonsz Cleermacker, de zak tarwe zet hij af bij Joris Michielsz Backer om daarna naar genoemde Dirck jansz Backer te brengen.Nehemia Hetsroij zou de zak dragen, hij is al in de Lombartstraet gekomen en vraagt waar moet ik nu heen, als antwoord krijgt hij dat staat op merk, hierop werd hij zonder reden boos, en versperde zijn doorgang door de Lombartstraet naar het Oppert tot de hoek van de Sint Jacobstraet, waarop Willem zei ik ga mijn vader halen die kwam terstond de zak was weg en Nehemia werdt door twee dienders naar het bureau gebracht, daar zei hij, ik heb de zak bij Jan Gerrits Hetswij gebracht.

 

27-07-1657: akte 25, attestatie of verklaring

Bastiaen Meesz Hoogwerff, korenmolenaar op de molen genaamd De Pellicaen, gehuwd met Lijsbeth Claesdr. Zij is eerder gehuwd geweest met de molenaar Pieter Adriaensz. Hij verklaart dat Geertge Jansdr weduwe van Dirck Andriesz in haar leven een custingbrief heeft overgedragen aan IJsbrant Pietersz Roos. Deze brief staat ten laste van genoemde Pieter Adriaensz en inhoudende 400 gulden met als onderpand de korenmolen genaamd De Blauwe Molen staande op het nieuwe bolwerk op het nieuwe hoofd. Bastiaen belooft alle verplichtingen na te komen.

 

27-01-1662: Akte nr44, Verkoop:

Lauwrens Cornelisz van der Schans, korenmolenaar verkoopt aan Pieter Cornelisz Deuijt en Claes Cornelisz Deuijt, die beiden hier mede compareerde, een korenmolen genaamd "De Blaeuwemolen", met schuren en gereedschappen enz., gelegen aan de westzijde van de Lombaerstraet aan de Stadsveste. Belendingen: een gang waarvan de breedste kant toekomt aan Adriaen Otten, noord en oost: de Stadsveste, zuid : een gang, west: de Rotte, De koopsom bedraagt negenduizend Carolusgulden. De overdracht is op 1 mei a.s. dan zullen ook de oude Giftebrieven overhandigd worden, de kosten zijn voor de koper. Op 1 mei moet er tweeduizend Carolusgulden worden betaald als dat er niet is moet er een renten van 5% worden betaald en over het resterende bedrag moet een rente van 4% worden betaald.
Getuigen: Meijndert Jansz de Fijn en Nicolaes de Swart, beiden grutters.

In 1662 verkocht voor 4000 gulden, in 1663 van de hand gedaan voor 9400 gulden. Dat wijst op ingrijpende verbouwing of nieuwbouw.

Onttakeling volgde en de molen werd voorzien van een stoommachine in 1880.

De romp deed tot 1940 (verwoest) dienst als stoommeelmolen/pakhuis en verkoopruimte.
Zie Jaarboekje Rotterdam 1969, blz 270

bronnen

Bron: oa Stadsarchief Rotterdam