1842-04-09: De Dordrechtsche Courant,
OPENBAR E VERKOOPING . De Notaris VAN DER WAIJFORT, residerende te Ridderkerk, als daartoe benoemd, is voornemens, op Woensdag den 27 April 1842, des voormiddags ten 10 ure, ten Huize van Jan de Lijster, in den Hollandschen Tuin, te IJsselmonde, in het openbaar te verkoopen, de volgende ON- ROERENDE GOEDEREN, behoorende tot den insolventen Boedel van Jacobus Kooij, te IJsselmonde, als goed ter wind staande
1. Een hechte, sterke, voor de aan- en vervoer welgelegen groote zeskante WIND HOUT-ZAAGMOLEN, genaamd DE HOOP, met LOODSEN en andere BERGPLAATSEN voor Hout, LOSSE en VASTE GEREEDSCHAPPEN en MOLENWERF, staande en gelegen te IJsselmonde, geteekend A n°. 76, kadaster sectie B numero 1175, groot 05 roeden .15 ellen. Dit perceel, als nieuw gesticht, heeft Vrijdom van Grondlasten tot 1847, en is na de betaling der koop penningen te aanvaarden, terwijl de ingeschreven Schuldeischer genegen is daarop f 7000.00 gevestigd te laten.
2. Een hecht, sterk en bijzonder goed onderhouden HUIS, SCHUUR en ERF, waarin eene Timmermans- en Molenmakers-Affaire is uitgeoefend, staande en gelegen als voren, geteekend numero 144, kadaster sectie B n°. 120,121 en 122, groot 12 roeden 19 ellen.
Akte nr 257 Schuldbekentenis 19-11-1860
Pieter van Bork en Hendrik Cannegieter Salverda, beiden houtzaagmolenaars te IJsselmonde en Hendrik van Bork, koopman te Alphen aan de Rijn, zijn hoofdelijk schuldig aan Elizabeth Maria Roodenburg, weduwe van Jacobus Johannis de Reus, zonder beroep te Dordrecht, een bedrag van 8000 gulden. Tot waarborg van de terugbetaling bezwaren zij met een hypotheek:
1. een zeskanten windhout zaagmolen genaamd 'de Hoop' met de daarbij behorende loodsen en andere bergplaatsen en erf gelegen te IJsselmonde nabij de kom van het dorp.
2. een herenhuis en erf gelegen als hiervoor.
3. een huis en erf gelegen als hiervoor.
21-05-1890: Nieuwe Vlaardingsche courant
Art. 28 Wetboek m Koophandel.
Bij akte verleden 17 Mei 1890, voor den Notaris N.A. VAN BUUREN te Charlois, is tusschen de heeren HARMANNUS HULSINGA, en HENDRIK JAN HULSINGA, Houtzaagmolenaars en Houtkoopers, wonende te IJsselmonde, aangegaan eene vennootschap van Koophandel, ONDER DE FIRMA Gebr. HULSINGA, gevestigd te IJsselmonde, gerekend te zijn begonnen 1 April 1890, en eindigende 31 December 1891, met bepaling, dat ingeval geen der Vennooten daarvan aanzegging doet voor den 1 Julij 1891, de Vennootschap weder voor een jaar zal voortduren, en daarna telkens voor een jaar, indien niet voor 1 Julij van het gecontinueerde jaar die aanzegging is geschied.
De Vennootschap zal uitoefenen de Loonstoomhoutzagerij en Schaverij, en Houthandel en Koophandel drijven in Houtwaren in den meest uitgebreiden zin der woorden.
Geen der Vennooten is van de teekening der firma uitgesloten. Tot het ter leen opnemen en uitleenen van gelden, het verkoopen en bezwaren van onroerende goederen der Vennootschap en het beleenen van roerende goederen der Vennootschap en het aangaan van borgtochten is echter de handteekening van beide Vennooten noodig.
Later omgebouwd tot stoomzaagmolen.