De molen bemaalde de voormalige Dorpspolder Meteren & Geldermalsen. Deze was tot 1955 ook de eigenaar. Daarna vielen polder en molen (en nog veel meer in de omgeving) onder het Polderdisctrict Tielerwaard. Eén en ander was het gevolg van een grootscheepse ruilverkaveling, die formeel werd beëindigd op 1 juli 1956.
Voor de molen betekende dit een periode van stilstand en licht verval.
Rond 1970 volgde een eerste herstelbeurt en ook ging deze molen, onder invloed van het opkomende vrijwillig molenaarschap, in de loop van die jaren weer geregeld draaien. Malen was, vanwege de ruilverkaveling, alleen nog mogelijk in een circuit.
In 1981/82 werd veel hersteld aan boventafelement en kruivloer. Ook voorzag men de molen van een geheel nieuw rietdek.
Een roedebreuk tijdens het malen in juli 1988 had nogal wat gevolgen: het kostte niet alleen een buitenroede, lange spruit en schoor, maar men besloot toen tot een nieuwe, zeer grondige, herstelbeurt.
De kap werd op de grond neergezet om daar te worden hersteld, men heeft de bij de breuk intact gebleven roede eveneens vervangen en ook kreeg de molen een geheel nieuwe staart. Hierna kon de molen er weer tegenaan.
Deze molen kent veel originele details: zo zijn achtkantstijlen en koningspil gedisseld en niet gezaagd. Een schoorsteen van maar liefst 1.70 m. breed kan voor een flink open vuur zorgen. Het waterwiel (onderwiel) heeft geen achtervelg, op zich niet zo uitzonderlijk maar hier oogt die enorme wiel uitzonderlijk slank. Ook de molenwerf is opmerkelijk: naast een oud bakhuisje is ook nog altijd een "blafferd" (lossluisje) aanwezig.