Achthovense Molen
2351 SX Leiderdorp
N 52.155083 O 4.557168
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
Zeer groot
Als de molen draait en op afspraak
Zeer groot
Als de molen draait en op afspraak
Ondertoren gedekt met riet, op veldmuren van 0,30 m.
Bovenhuis donkergroen geverfd; kap gedekt met losanges
Omstreeks 1959 moet deze molen het 'spleetwiek-systeem' hebben gekregen: de wiekverbetering die een inbreuk vormde op het octrooi van Ir. Fauël en daarom beperkingen kreeg opgeleden. Rond 1969 was dit systeem alleen nog op de buitenroede aanwezig, later ook daar niet meer.
Uiteindelijk kreeg deze molen echte fokken, nu helemaal volgens Fauël en heeft die nog steeds.
|
Stalen vijzel, Ø 1,50 m., a-centrisch buiten de molen.
Restanten van een woning in de molen.
Bovenwiel 48 kammen
Bovenschijfloop 30 staven, steek 15,5 cm.
Onderwiel 33 kammen
1e tussenwiel 20 kammen, steek 11,0 cm.
2e tussenwiel 95 tanden
3e tussenwiel 23 tanden
4e tussenwiel 20 conische tanden
Vijzelwiel 89 conische tanden
Overbrengingsverhouding 1 : 2,45
Deze molen bemaalt de polder Achthoven, ca. 415 ha. groot met een opvoerhoogte van 1,30 m. Meest opvallend aan deze polder en zijn molen: in vroegere eeuwen was diverse malen sprake van grote schade dan wel algehele verwoesting door brand. Dit gebeurde in 1540, 1552 en 1625 en daar bleef het niet bij: de huidige molen is gebouwd nadat de voorganger, een wipmolen uit 1627, op 22 september 1893 door brand was verwoest. Op 8 februari 1894 werd de nieuwe molen opgeleverd.
In 1959 werd een breuk in de as geconstateerd; deze werd werd vervolgens vervangen door een exemplaar uit de eerder dat jaar gesloopte molen van de polder Scheemderzwaag (Gr.).
In 1964 maakte het ijzeren scheprad plaats voor een stalen vijzel die buiten de molen werd opgesteld. Op die manier kon men gebruik blijven maken van de schepradwaterloop. Naar keuze kon deze vijzel op de wind of door een dieselmotor worden aangedreven. Inmiddels is de dieselmotor niet meer aanwezig, omdat elders voor deze polder een gemaal is gebouwd.
In het najaar van 2002 vond een forse herstelbeurt plaats, met onder meer nieuwe roeden.
Een opmerkelijk aspect in de constructie: vrijwel alle hoofdbalken van het bovenhuis zijn, waarschijnlijk rond 1930, versterkt met staalprofielen.
Deze molen wordt vernoemd naar de polder die hij kan bemalen.
Andries Veloo, 'Koos Groenendijk en de Achthovense molen', in: Molenwereld 132 (2009) 487 - 490
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |