De voorganger van deze molen, de standerdmolen van de familie Risseeuw, waaide in 1884 om. Direct hierna volgde de herbouw in de vorm van een ronde stenen molen. De windwijzer van de huidige molen, met daarop het wapen van Zeeland, is nog afkomstig van de standerdmolen.
De ronde stenen molen werd in 1884 gebouwd door de Belgische molenmaker P. Willems en moest al in 1900 worden herbouwd: op 10 januari dat jaar was hij namelijk uitgebrand. Eén van de twee Potroeden uit 1884 kon worden gerepareerd, de andere heeft men vervangen.
Op dat moment, namelijk vanaf 1896, was de molen eigendom van familie De Hulster.
Opmerkelijk was de hoge Belgische kap, die tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren ging. Als een van de weinige molens in Zeeuws-Vlaanderen kon deze bergmolen eind 1944 nog malen, zij het met een - inderdaad - grotendeels verdwenen kap. De hoepelvang was gemaakt van een gebogen rijplaat!
Dat er toen een maalvaardige molen was, was van enorm belang: veel in Zeeuws-Vlaanderen raakte in 1944 door oorlogsgeweld zwaar beschadigd; het nabijgelegen Oostburg is toen zelfs min of meer met de grond gelijk gemaakt.
In 1948 kreeg de molen bij herstel een kap met veel meer Nederlandse proporties.
Tot 1956 werd er beroepsmatig op windkracht graan gemalen; ook stond er een haverpletter met elektromotor en een 18 PK ruwoliemotor met een koppel 15der kunststenen. Deze hulpmotor werd in 1965 verwijderd, waarna het maalbedrijf tenslotte medio 1970 werd stilgezet.
Geruime tijd verkeerde de molen vervolgens in slechte staat en was dringend aan restauratie toe.
Sinds de restauratie, die zich grotendeels voltrok in 1993, is de molen met twee koppel maalstenen weer maalvaardig. Belangrijk was 27 november dat jaar: op die dag werd de geheel herstelde kap geplaatst, de roeden gestoken en de staart aangebracht.
Bij deze restauratie heeft men ook diverse (Zeeuws)-Vlaamse kenmerken in ere hersteld: staartwerk geheel geteerd, korte vangstok, roeden met een zeer vlakke schoot en slechts vijf kikkers per end.