De molen van de polder Hensbroek is een in 1866 gebouwde achtkante binnenkruier. Hij bemaalt tezamen met een dieselgemaal met twee vijzels de 530 ha. grote polder Hensbroek op de Vereenigde Raaksmaats- en Niedorperkoggeboezem.
Het gebied dat de huidige polders Hensbroek, Obdam, De Wogmeer en Ursem omvat, vormde vanouds een watergemeenschap, die al voor 1544 werd bemalen op de Waard. Nadat in het begin van de 17de eeuw Ursem en in 1659 Obdam zich hadden afgescheiden, kaadde ook Hensbroek, hoewel niet voor 1844, zich af van de ringsloot van de Wogmeer. Sinds 1659 maalde de Wogmeer dus alleen nog uit op het polderwater van Hensbroek dat weer door drie molens - waarvan twee van de Wogmeer - werd afgemalen op de Raaksmaatsboezem.
Nadat één molen voor de bemaling onvoldoende bleek te zijn geworden, werd in 1866 op ca. 0,4 km ten noordoosten van de oude molen, op de plaats waar voordien nooit een molen had gestaan, een nieuwe vijzelmolen gebouwd door molenmaker Klaas Klay uit Winkel voor ƒ 19.950,--. De oude molen dateerde zo te zien van het einde van de 16de of het begin van de 17de eeuw en was al voor 1863 vervijzeld.
In 1879 werd de bemaling versterkt door pal naast de oude molen een stoomvijzelgemaal te bouwen. Als gevolg hiervan werd deze molen buiten bedrijf gesteld en onttakeld. De romp bleef in gebruik als machinistenwoning tot hij op 9 februari 1927 verbrandde. Inmiddels was al in 1908 de overgebleven molen buiten dienst gesteld en het stoomgemaal tot hoofdgemaal geworden.
Naar aanleiding van een in september 1915 gedaan verzoek werd de haspelkruis-as van deze molen verkocht aan de polder Obdam en in de molen aldaar geplaatst. De onttakelde molen werd evengoed in 1918 weer maalvaardig gemaakt en in bedrijf genomen: de bovenas was een reserve-as uit de Schermer; beide roeden afkomstig van De Knevelaar van de Eilandspolder nabij Groot-Schermer.
In 1934 moest het stoomgemaal vanwege een onbetrouwbare ketel buiten bedrijf worden gesteld, waarna de bemaling weer geheel op windkracht plaatsvond. Om een maximaal profijt van de molen te hebben werd hij voorzien van Dekkerwieken en werd tevens licht en zwaar werk aangebracht. De polder is uitsluitend op windkracht bemalen totdat in 1948 het oude stoomgemaal tot dieselgemaal werd verbouwd.
In 1962 is de molen in het kader van een in de polder uitgevoerde ruilverkaveling geschikt gemaakt voor diepere bemaling; hierbij werd de vijzel iets versmald.
De molen draait en maalt nog zeer geregeld op vrijwillige basis.