Molen Stadbroeker molen, Sittard

Sittard, Limburg
b

korte karakteristiek

naam
Stadbroeker molen
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen
bouwjaar
herbouwd
1907 / 1995
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Culinair zalencentrum
adres
Jacqueline Roufsweg 1
6136 VG Sittard
beek
Geleenbeek
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
fietsroute
fietsroute in de buurt van Stadbroeker molen via fietsnetwerk.nl
Ten Bruggencate-nr.
01110 kk
oude dbnr.
B466
Meest recente aanpassing
| Eigendomsvorm
media-bestand
Molen 01110 kk Stadbroeker molen (Sittard)
Marcel van Nies (4-4-2018)

locatie

plaats
Sittard
plaatsaanduiding
beek
Geleenbeek
gemeente
Sittard-Geleen, Limburg
kadastrale aanduiding
Gemeente Sittard, sectie B, nr. 4882
geo positie
X: 189887, Y: 335400
N: 51.00717, O: 5.88426
biotoopwaarde
landschappelijke waarde

contact en bezoek

bezoek/postadres
Jacqueline Roufsweg 1
6136 VG Sittard
molenaar
telefoon
e-mail

social media
open voor publiek
nee
gericht op scholen
nee
bijzonderheden

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting

Maalwerk aanwezig

gangwerk
wateras
rad
rad diameter
-
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
werkend
bouwjaar
en later
bedrijfsvaardigheid
Maalvaardig
bestemming
Culinair zalencentrum
omwentelingen
eigendomshistorie

Kendem BV te Hoensbroek is eigenaar sinds december 2015, daarvoor was dit Savelkoul Catering, daarvoor de gemeente Sittard (later de gemeente Sittard-Geleen) sinds 1954, daarvoor de familie Roufs.

geschiedenis

Op 12 juli 1582 kregen Sybert Redinkhoven, secretaris van de hertogelijke Gulikse Rekenkamer, en Dietrich Jhew, hertogelijk rentmeester te Born, vergunning van Willem, hertog van Gulik, Berg en Kleef, voor de bouw van een looi- en slijpmolen op de Geleenbeek in het broekland voorbij de stad. In verband met de keuze van een zo gunstig mogelijke plaats voor de bouw werd ter plaatse een uitgebreid onderzoek ingesteld door de beroemde cartograaf Mercator (Gerard de Cremer) en de molenmeester Meler.

Naast het malen van eikeschors werd de molen ingericht voor het slijpen van messen. Destijds waren de Sittardse messensmeden tot ver over de grenzen bekend. Zij beklaagden zich wel eens bij de hertog van Gulik over de messensmeden van Solingen, die hun werk nabootsten en hen daardoor een oneerlijke concurentie aandeden.
Toen deze industrietak verliep, werd de molen als olie- en korenmolen ingericht. In de Franse Tijd was Guillaume De Leau eigenaar en vervolgens Jean Baptist Strijbos. Eén van deze eigenaren kreeg van de Franse prefect toestemming om de messenslijperij te vervangen door een inrichting voor het malen van graan. Strijbos overleed omstreeks 1814, waarna de weduwe Strijbos de molen verpachtte.

In 1837 is of werd Edmond Francken eigenaar. Bij akte van 3 september 1840 werd de molen met woonhuis, stalling, schuur, binnenplaats, boomgaard, vijver en verdere aanhorigheden openbaar verkocht. De molen heeft dan vier gewerven of inrichtingen dienende voor het malen van graan, schors en het slaan van oliezaad en twee middenslagraderen die achterelkaar hingen. Elk waterrad had een eigen watertoevoer met een maalsluis. Koper werd Pieter Jan Roufs, molenaar op Stadbroek. Roufs was toen reeds enige jaren pachter en de molen zal meer dan een eeuw in deze familie blijven.

In 1854 kocht Pieter Jan Roufs op een openbare verkoop de Katsbeker watermolen met huis en andere toebehoren gelegen bij Susteren op de Geleenbeek. Het volgende jaar verkocht hij de molen echter weer. De Gebr. Ingendahl werden de nieuwe eigenaren. Op Stadbroek werden zowel molen als woonhuis regelmatig uitgebreid. Het malen van schors werd gestaakt en Roufs legde zich geheel toe op het malen van graan, de graanhandel en het boerenbedrijf.
In 1866 liet hij een stoommachine van 15 PK leggen, waarvoor tussen het molengebouw en de grote schuur een ketelhuis met machinekamer en een 17 m. hoge vierkante schoorsteen werden gebouwd.
In het begin van de jaren zeventig werden de houten waterraderen vervangen door één ijzeren middenslagrad, waarvan de middellijn 5,28 m. en de breedte 1,57 m. bedroeg. Tevens werd een nieuw sluisgebint geplaatst met een maal- en een lossluis.

Het echtpaar Roufs-Bruggen trok zich in 1880 uit het bedrijf terug en schonk de molen en alles wat er toe behoorde aan hun drie kinderen. Enige jaren later vond een deling plaats, waarbij de molen door het lot werd toegewezen aan tweede zoon Joseph. Pieter Jan Roufs had de zaken op Stadbroek voortvarend aangepakt en ook onder Joseph bleef het bedrijf groeien. Tarwe- en roggemeel werden in geheel Zuid-Limburg afgezet en veel kloosters en pensionaten behoorden tot de afnemers. Tarwebloem vond bovendien zijn weg naar Belgie en Duitsland. Roufs legde zich voornamelijk toe op de handel; het werk op de molen was toevertrouwd aan een meesterknecht.
Hij overleed in 1893 waarna zijn weduwe, die met zes opgroeiende kinderen achterbleef, het bedrijf tot 1920 voortzette. Zij kreeg in 1907 van het provinciaal bestuur toestemming om het waterrad te vervangen door een turbine.

De turbine met maalinrichting werd geleverd door de firma Schneider, Jaquet & Cie. te Köningshoffen bij Straatsburg. De oliemolen en de bestaande maalinrichting werden uitgebroken en vervangen door een ijzeren gangwerk. Op de eikenhouten maalstoel lagen vier koppel stenen, die op een cirkel om het spoorwiel lagen. De vertikale turbine-as dreef met een conische tandwieloverbrenging de horizontale molenas met het daarop bevestigde aswiel aan, dat op zijn beurt een klein conisch tandwiel op de koningspil aandreef. Ook de stoommachine, die sedert 1865 zijn betrouwbare diensten had bewezen maar intussen verouderd was, werd met de ketel verwijderd. Toen de weduwe Roufs-Romans zich uit het bedrijf terugtrok, nam haar enige zoon Joseph de molen over.
Bij de boedelscheiding in 1921 werd hij eigenaar van de molen met woonhuis en verdere aanhorigheden. Ook hij legde zich vooral op de graan- en meelhandel toe; later in het bijzonder op de fruitteelt.

Na de Tweede Wereldoorlog kwam de molen stil te liggen. Joseph Roufs, die ongehuwd bleef en met een eveneens ongehuwde zuster het bedrijf leidde, verkocht het fraaie complex Stadbroek, gelegen bij de weg Sittard-Tuddern-Heinsberg, in 1954 voor ƒ 96.912,-- aan de gemeente Sittard.

De gemeente hield alleen de woonhuizen in stand, de overige gebouwen vervielen tenslotte tot een ruïne, overwoekerd door hakhout, brandnetels en andere planten. Aan de zijde van Sittard werd bij de molen een nieuwe woonwijk gebouwd. De Geleenbeek werd ter plaatse overkluisd. Joseph Roufs overleed in 1969 te Sittard.


Pas jaren later volgde restauratie van de molen, die min of meer neerkwam op herbouw: het gehele complex werd, inclusief turbine en maalinrichting, in 1995 in opdracht van de gemeente Sittard gerestaureerd door architectenbureau Mertens, Voorvelt & Hamers te Hoensbroek en B.A.T./Roebroek, samenwerkende industrieel restaurateurs te Sittard. De waterbouwkundige werken, waarvan niets meer resteerde, moesten grotendeels nieuw worden ontworpen.

 

In 2006 is de Stadbroekermolen gerenoveerd door Partyservice Savelkoul en omgetoverd tot een culinair zalencentrum. Authentiek gehouden, modern ingericht.


foto's

foto's