Gerardamolen
6598 AG Heijen-Diekendaal
N 51.654167 O 5.992297
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
Groot maar wordt verminderd door beplantingen
Zaterdag 13:00 - 16:00 uur
Groot maar wordt verminderd door beplantingen
Zaterdag 13:00 - 16:00 uur
Houten achtkant, gedekt met riet, met stenen veldmuren
Gedekt met riet
Deze molen heeft vanaf de (her)bouw in Heijen het systeem Van Bussel met neusremkleppen gehad.
|
Eén koppel maalstenen, sleepluiwerk
Bovenwiel 67 kammen
Bovenbonkelaar 34 kammen
Spoorwiel 94 kammen
Steenschijfloop 25 staven
Overbrengingsverhouding 1 : 7,41
De huidige molen op deze locatie heeft een merkwaardig verleden: oorspronkelijk bemaalde hij het vierde en vijfde Veendistrict te Engwirden (thans Heerenveen) in Friesland, waar hij in 1851 werd gebouwd; na een ruim 60-jarig bestaan als poldermolen volgde in 1913 verhuizing naar Hierden (Gld.) en werd daar de bovenbouw van een beltkorenmolen. In de jaren 1949-1950 werd de molen door de Gebr. Hubert en Harrie Beijk uit Afferden voor rekening van molenaar Kessels afgebroken en als bergmolen in Heyen herbouwd.
Na zijn overplaatsing naar Limburg bleven achtkant en kap met riet gedekt, in Limburg bepaald ongebruikelijk. Voor de staart en de twee spruiten werden oude molenroeden gebruikt; de molenroede voor de lange spruit is afkomstig van 'molen Jacobs' te Milsbeek.
Op 28 april 1951 werd de molen feestelijk in bedrijf genomen. Kessels had naast de windmolen een elektrische maalderij waar vanaf 1952 met een Van Aarsen hamermolen uit Panheel voergraan werd gemalen.
In 1966 werd de windmolen stilgezet omdat er geen maalgoed meer was, dat met stenen gemalen kon worden. Zes jaar later werd het gehele bedrijf stilgelegd. Vogels en ongedierte hadden in de loop der jaren het rietdek van het achtkant en de kap zodanig vernield, dat de herstelkosten voor Kessels te hoog waren geworden. Tenslotte verkocht Kessels zijn molen aan de gemeente Gennep, waar Heyen inmiddels onder viel. In 1976 vond een flinke restauratie plaats.
De houten achtkante molen vond niet alleen in Heyen zijn derde standplaats: het was ook de derde molen op die plaats. Op de Gemeenteheide tussen Heyen en Afferden, een plaats die gunstig in het gemaal lag, liet Jan Mathijs Clevers uit Well een stenen bergmolen bouwen, waarvoor hij in 1861 aan het provinciaal bestuur toestemming vroeg. Met de bouwtijd verliep 1862 en in 1863 kwam de molen gereed. Tijdens een zware storm op 13 februari 1925 sloeg de molen op hol en brandde tenslotte geheel uit.
Eigenaar Jan Wagemans liet hem weer opbouwen. Op 11 oktober 1944 werd de molen door de Duitsers opgeblazen. Na de oorlog werden de restanten opgeruimd en kon de maalstoel met de ruwoliemotor bedrijfsklaar worden gemaakt.
Het onderste gedeelte van de gemetselde romp in de molenberg werd in 1950 gebruikt voor de bouw van het onderstuk, waarop het uit Hierden afkomstige achtkant is geplaatst.
De molen werd later in erfpacht overgedragen aan de molenstichting gemeente Gennep, die alle molens binnen deze gemeente beheert.
De laatste jaren werd de staat van onderhoud van de molen minder en het rietdek was slecht. In 2001 is molenmaker Beijk begonnen met de restauratie en is de molen voorzien van een nieuw rietdek, nieuwe spruiten en staartwerk. Begin 2003 was de molen in zijn oude glorie hersteld en weer maalvaardig.
In zijn Friese periode was de molen bewoond, hetgeen nog steeds te zien is aan beschilderde balken. Het laat zich goed vergelijken met de Deelsmolen te Vegelinsoord. De constructie van de licht moet echter afkomstig zijn uit Hierden, want die is Veluws en niet Limburgs. Het boventafelement bevat sporen van zowel een neuten- als een rollenkruiwerk.
Jan Hofstra, Een Fries in Limburg, in: Molenwereld 11 (2002), pp. 300 - 309.
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |