Deze stenen stelling molen werd in 1891 gebouwd in opdracht van J. Graver.
In 1950 werd de molen gerestaureerd door molenmakers A. Steenhuis uit Scheemda en J.D. Medendorp uit Zuidlaren; de ingebruikname was op 7 oktober dat jaar. Bij deze restauratie kreeg de molen stroomlijnneuzen met remkleppen en werd het muurwerk rondom bekleed met halfsteens metselwerk tot even boven de stelling (bij een latere restauratie tot aan de kap).
In 1972 legde de fa. Doornbosch nieuwe zoldervloeren. In 1975 volgde verder herstel door aannemer H. Postma uit Groningen voor het muurwerk en de firma Roemeling & Molema voor het molenmakerswerk: o.a. Ten Havekleppen en fokwieken.
In 2000 en 2001 onderging de molen een nieuwe restauratie. De toen gestoken nieuwe roeden vervingen twee Gorter-roeden uit 1950 (die vermoedelijk de laatste geklonken roeden van Nederland waren). Bij deze gelegenheid is de vlucht ook vergroot, opdat de molen meer vermogen kon ontwikkelen.
Opmerkelijk: voeghouten, steunder, windpeluw, de gehele staart, stellingliggers en -schoren en vangstok zijn van staal in verzinkte uitvoering. Baard, fokken en Ten Havekleppen zijn van aluminium.
Het koppel kunststenen in de molen kan zowel op windkracht als op een elektromotor (onderaandrijving d.m.v. ketting) worden aangedreven.
De molen staat geheel omsloten door bedrijfsgebouwen waarin een mengvoederbedrijf en een dierenspeciaalzaak zijn ondergebracht.