Wilpermolen
7384 AM Wilp-Posterenk
N 52.213219 O 6.117710
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Toon deze molen in Google Streetview
2017: 103.284
eerdere tellerstanden ( ↓ ↑ )
- 2016: 72.690
- 2015: 92.006
Zeer groot
Zeer groot
Ronde stenen molen
Sinds 1941 heeft deze molen op de binnenroede het systeem Ten Have met een Van Busssel-stroomlijnneus; op de buitenroede het systeem Van Bussel.
|
|
Twee koppel 16der kunststenen (één door de wind en één elektrisch aangedreven); regulateur; steenkraan; sleepluiwerk
Bovenwiel 59 kammen
Bovenbonkelaar 30 kammen, steek 13,5 cm.
Spoorwiel 128 kammen
Steenschijfloop 36 staven, steek 9 cm.
Overbrengingsverhouding 1 : 6,99
Spoorwiel op luizolder 98 kammen
Eenvoudige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met het opschrift 'Wilper Molen'
Achterbaard met de jaartallen '1736' '1991'
Boven de stelling bevindt zich in de romp van de molen het alliantiewapen van Willem Harmen van Broekhuysen en Mechteld Jacomina van Lynden.
Op de begane grond aan de buitenzijde twee stenen die herinneren aan de bevrijding van Posterenk door Canadese soldaten in april 1945.
Deze molen werd in 1736 gebouwd op een stuk grond, welke in bezit was van Willem Harmen van Broekhuysen, ambtsjonker in Voorst. Dit gebeurde na het afbranden van de standerdmolen De Ploegh, die 1000 m. oostelijk van de huidige molen stond.
De jonker bezat ook o.m. de havezate De Lathmer, en de huizen Wilp en Leeuwenburg. Hij was gehuwd met Mechteld Jacomina van Lynden. Boven de stelling bevindt zich in de romp van de molen het alliantiewapen van beide echtelieden.
Ruim vóór 1766 moet de molen zijn uitgebrand en heeft vervolgens jaren als ruïne gestaan. Kort na 1766 is hij hersteld en in die staat bewaard gebleven. Uit de verkoopakte uit 1766, waarbij de havezate De Lathmer en ook de molen werden verkocht aan L.J. baron van Eck, blijkt dat de molen op de transportdatum brandschade had. De nieuwe eigenaar liet de molen vervolgens herstellen.
De molen was ooit uitgerust met vier koppel stenen, elk met een eigen taak: tarwe, rogge, boekweit en veevoer. Overigens is dit niet de originele indeling geweest: het nog aanwezige spoorwiel op de luizolder heeft oorspronkelijk op de steenzolder gezeten. Er waren toen twee koppel maalstenen (waarvan de kepen voor de steenbussen ook nog te vinden zijn). Later is een veel groter spoorwiel geplaatst om vier koppels stenen aan te kunnen drijven. Het oude spoorwiel is toen vermoedelijk op de luizolder geplaatst en dreef iets aan met een overbrenging van circa 1 : 10. Mogelijk een pelsteen die als graanpoetsinrichting werd gebruikt. Dit spoorwiel is tevens luitafel.
In 1941, de molen stond op dat moment al enige jaren stil en er werd alleen elektrisch gemalen, kwam de windkracht opnieuw in gebruik. Gerrit Jan ten Have stak een ijzeren bovenas (tot die tijd had deze molen een houten exemplaar gehad) en bracht op de binnenroede het later naar hem vernoemde wieksysteem met de grote zwichtklep aan.
In 1975 heeft de molen een restauratie ondergaan en is nu ingericht met een koppel stenen op windkracht en een elektrisch aangedreven koppel. In 1991 onderging de molen opnieuw een omvangrijke restauratie. Er wordt geregeld graan voor veevoer gemalen.
Ondanks de aanwezigheid van het Ten Havesysteem is de bovenas niet doorboord: vermoedelijk is het doorboren van de bovenas indertijd mislukt. Voor de bediening wordt gebruik gemaakt van een zwichtring achter de askop.
Over de molennaam zijn de meningen verdeeld; ter plaatse is de naam Wilpermolen niet bekend, daar spreekt met van ‘De mölle van de Posterenk’ of ‘op de Posterenk’, of, destijds: ‘De mölle van Willemsen’.
Tekst | | Stuur ons uw teksten over de motor in deze molen (indien van toepassing) |
Foto's |