Nadat de achtkante grondzeiler was afgebrand werd op dezelfde plaats in 1893 door de Streefkerkse molenmaker K. Broere een stellingmolen op een vierkante voet gebouwd. Pas in 1935 werd de bedrijfsruimte vergroot voor het malen van veevoeder.
Tot 1970 was de molen verhuurd aan de familie Kranendonk, die er veevoeders maalde voor hun graan- en veevoederhandel aan de Oostmolendijk te Ridderkerk.
Vroeger werd het maalgoed ook wel via de Lek per schip aangevoerd. Lange tijd maakte men, om overslag van dit maalgoed gemakkelijk te laten verlopen, gebruik van een houten goot die bij de lossteiger in de rivier begon en onderin de molen eindigde. Met behulp van een lang luitouw en het tweede luiwerk in de molen werden de zakken vanuit het schip via de goot in de molen getrokken.
Voordat de molen buiten gebruik werd gesteld, waren een graanpletter, hamermolen, mengketel en graanschoner aanwezig, alle aangedreven op elektrische kracht. Deze machines zijn later verwijderd.
In het voorjaar van 1976 ontstond de vrees dat de molen als gevolg van de dijkverzwaring rond de Alblasserwaard moest verdwijnen of worden verplaatst. Na heroverweging besloot men in plaats van het oorspronkelijk geplande nieuwe dijktalud nabij de molen een coupure te maken met een damwandconstructie. Verplaatsing van de molen kon zo achterwege blijven.
In 1979-1980 kreeg de molen een nieuw windpeluw en wiekenkruis. De roeden kregen bussen ingelast om als draaipunt in de remkleppen van eventuele fokken te dienen. De fokken kwamen er evenwel niet.
In 1985 zette men de molen stil vanwege een breuk in een van de voeghouten. In 1988 werd dit hersteld met gebruikmaking van kunsthars en glasvezelstaven. Sindsdien wordt er weer wekelijks met de molen gedraaid, gemalen wordt er niet meer.
In de loop van 2009 is de molenschuur ingericht tot kantoorruimte voor de SIMAV, de stichting die vrijwel alle molens in deze regio in eigendom heeft.
De molen was vroeger gedekt met losagnes (zeer foutief ook wel 'zinken leien' genoemd). Later werden die vervangen door ruitvormige stukken dakleer, maar inmiddels zijn de losanges in ere hersteld.
De bovenas heeft geen houten vulstukken, maar opgegoten ijzeren delen.
Een opmerkelijk detail nog: hoewel deze molen nooit eigendom van de (vroegere) gemeente Streefkerk is geweest, betaalde deze gemeente tientallen jaren lang wél de onderhoudskosten!