Tot eigendom van het convent Mariendaal behoorde de hofstede Meerwijk en de Zuilense korenmolen. De eerste vermelding van de 'meulenwerff' dateert uit 1555. Dit is in overeenstemming met 'caerte van de vrijheyd der stadt Utrecht ...' (1539)

Bron: Periodiek Historische Kring Maarssen 2011.1 p.29, informatie van P. Moers, 06-11-2025

Op een kaart in de collectie van het Utrechts Archief uit 1629 (catalogusnummer 216130, zie link en detail bij dbnr. 17537) staat hier, waar den Daelsen dijck bij de Vecht uitkomt, al een molen getekend. De molen staat ook op de eerste kadastrale kaart van 1812, herzien 1819 en opnieuw herzien en verbeterd in 1831. De molen is gemarkeerd 'rogmolen'. In 1832 is hier de opvolger gebouwd.

1681: 

Al in 1681 werd er impost geheven op oa meel, voor het dagelijks brood

1719: Dwangmolen

Vanaf dat zelfde jaar tot 1719 toe, werd in Zuylen een belasting geheven 'voor het gemaal'. Deze maatregel hield in, dat alle inwoners van het dorp en Sweserengh hun koren e.d. moesten laten malen in de molen,  die stond op de plaats waar de laatste molen van De Ridder gestaan heeft, op het terrein van de ACF aan de Vecht. 

24-10-1739:

Volgens een erfpacht brief van Gerrit van Voorthuysen (de molenaar) van 24 October 1739 stond de molen "...in den Gerechte van Zuijlen aen den Daelsen Dijck (later Daalscheweg) op het goed Meerwijk..." Over de gemeentegrens van Maarssen ging de Daelschen Dijck over in de "Binnenweg" Dat de molen aan de Binnenweg zou hebben gestaan is dus geschiedkundig niet juist. Hij zou dan in Maarssen moeten hebben gestaan. Op de kaarten tot ver in de 20e eeuw staat de molen op de grens van Zuilen en Maarssen aangegeven met "KM" (korenmolen) 
Informatie van Arnold Rog, 24-08-2024