Tot aan de 18e eeuw bestond de z.g. molendwang, de inwoners van Sambeek, de Sambeekse hoek, en Mullem waren hierdoor verplicht hun graan te laten malen op de molen van Sambeek. Het was het recht van de Heer om een molen te mogen oprichten. Sambeek was twee Heerig, d.w.z. een deel van Sambeek behoorde tot de Heren van Cuijk en een deel behoorde toe aan de Heren van (Box)Meer. Uit onderstaande akte uit 1446 blijkt dat de molen van Sambeek toebehoorde aan de Heren van Cuijk. De inwoners van Vierlingbeek, Loon, Groeningen geven een som geld voor de bouw van een nieuwe windmolen, als tegen prestatie krijgen diegene die meebetalen aan de nieuw windmolen te Sambeek, en hun nakommelingen, vrijstelling van bepaalde Herendiensten zoals het plegen van onderhoud aan de dijk van de watermolen te Vierlingsbeek.
Veertig jaar na het verdwijnen van deze molen kwam er pas een andere, zie de opvolger.
Bron: Molens en molenaars te
Sambeek, art. door Peter Pouwels in De Molenvriend nr. 81, april 2013, Molenvrienden Land van Cuijk.