Oudendijkschepolder

Molen No.4:
Bouw wipmolen volgens bestek 26 april 1686
Aannemers: Adriaen Kerckhove, timmerman uit Leijden voor fl 2675,--
Marijtje Pieters wed van Pieter Gerritsz voor arbeid, steen en kalk voor fl 41:-2:--
Jacob Arentse timmerman uit Pijnaker, voor het buiten het bestek vallend bijwerk, de somma van fl 304,--
Huijgh Willemsz smid voor het ijzerwerk de somma van fl 411:-9:--
Dirck Willemsz en Joris Pieterse van der Meer rietdekkers voor fl 88
Nog diverse kleine rekeningen. De totale bouwsom bedraagt fl 4696:14:--
Tijdens de droogmaking aangevangen in 1787/88 wordt de molen gesloopt

Rond 1786 werden de uitgeveende delen van de polders Zestienhoven en Oudendijk gecombineerd in de Polder Rijs-en-Daal, bemalen door twee ondermolens en een bovenmolen, en (later?) de niet-uitgeveende delen gecombineerd in de Bovenpolder van Zestienhoven en Oudendijk, bemalen door de Zestienhovense molen. De boezems van beide bemalingen kruisten elkaar in het midden middels een grondduiker, goed zichtbaar op de kadasterkaart 1811-1832.