Molen De Groenmolen / Sprangmolen, Delft

Delft, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Groenmolen / Sprangmolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
12521
oude dbnr.
V12521
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis

locatie

plaats
Delft
plaatsaanduiding
Westvest/ZuidwalKethelstraat bij de Zuidwal, vroeger Westvest bij Kethelpoort
gemeente
Delft, Zuid-Holland
streek
Delft
geo positie
X: 84448, Y: 446858
N: 52.00561, O: 4.35968

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis

In 1561 voor het eerst genoemd als houten molen hoewel al rond 1350 in deze buurt een molen heeft gestaan.
De molen staat op het schilderij "Delft na de stadsbrand van 1536". 

De voorganger van de laatste molen was waarschijnlijk een achtkante stellingmolen.

 

orstiaen Corneliszoon Groen, molenaar op de Groen Molen, maakt in 1615 zijn testament op in Delft.

1641: In 1641 vraagt hij een vergunning aan voor het plaatsen van een loods bij de Sprangmolen (Groenmolen) aan de stadsvest van Delft. Hij overlijdt in 1644. Cornelis de Ruijt wordt beschreven in een akte als molenaar op de Groene molen (notariele akte Delft, 1687, notaris Jan de Bries)

1688: In 1688 komen Cornelis Jacobsz de Ruit en Pieter Jeremiaszoon van Kouwenhove, beiden meesterkorenmolenaars te Delft, voor in een akte van notaris Willem Broccart, over een argument met de molenaars van Den Haag betreffende impost (belasting) op het malen van meel. 

1692: In 1692 is Arij Koenen (de Raet of de Raad) molenaar op de Groene Molen (notariele akte Delft, notaris Adriaen Leeuwenhoeck). Hij wordt ook vermeld in het testament van Gerrit van Duijnen en Elisabeth Jans van Osch (notariele akte, Delft, 1718, notaris Jan de Bries).

1703: Vanaf 1703 is Assueres van Voorst molenaar op de Groene Molen. Hij neemt het niet zo nauw met het betalen van impost (belasting) op het gemalen graan. Zo beschuldigen in 1712 Johannes Verruijt, broodbakker aan de Rotterdamse Poort, Jan de Lateur, wonende aan het Agterom en Claas Pietersz Proot, ook wonende aan de Rotterdamse Poort dat er zakken meel worden uitgeladen zonder dat de "pagten van het gemaal" worden afgedragen (notariele akte, notaris Adriaen Hoppesteijn van Leeuwen). Hier blijft het niet bij.

18-07-1716: Op 18 juli 1716 verschijnt Assueres van Voorst, geboren te Deventer, sinds 14 jaren wonende in Delft, voor Schout en Schepenen van Delft. Er staan grote straffen op het malen van meel zonder impost (belasting) te betalen. Hij wordt veroordeelt tot een boete van duizend gulden en hij mag voor twintig jaren niet meer malen in Holland en West Vriesland.

05-04-1721: Op 5 april 1721 verkopen Pieter Jacobsz van Oordt en Assueres van Voorst de Groene molen en een blok huizen bekend als het Vosje bij de Kethelstraat, aan Arent van der Slagt en Steeven Onderwaater, molenaarsknecht. De molen levert 2174 gulden op (notaris Adriaen Hoppesteijn van Leeuwen)

25-04-1721: Op 25 april 1721 verkoopt Steven Onderwater zijn helft van de molen aan Pieter van der Lelij, wonende in Maasland voor de som van 2350 gulden (notaris Adriaen Hoppesteijn van Leeuwen).

18-12-1721: Op 18 december 1721 verkoopt Pieter van der Lelij de helft van de molen aan Jan Adamsz van Dijk, een molenaar uit 's Gravenzande voor 2100 gulden (notaris Adriaen Hoppesteijn van Leeuwen).

 

Informatie van Anton Bom, 23-02-2024