Molen Looijmolen, Nijmegen

Nijmegen, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Looijmolen
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Ten Bruggencate-nr.
12288
oude dbnr.
V2116
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Nijmegen
plaatsaanduiding
op de Vestingwal
gemeente
Nijmegen, Gelderland
streek
Land van Maas en Waal, Rijk van Nijmegen

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
Deze standerdmolen stond niet op de huidige plek van de Witte Molen, maar op de Vestingwal.
Aanleiding tot het verplaatsen van de 'looijmolen' was het plan om de vestingwal te slopen. De eigenaren kregen gratis een stuk grond aan de wolfskuil om aldaar een stenen molen te bouwen.
Deze stond toen ver genoeg van de stad ( i.v.m. uitkijkpost voor vijanden). De bekende Hendrik Hoogers was één van de bouwers.
Frederik Peters.
-----

In 1532 stonden er niet minder dan twaalf windmolens buiten de Molenpoort, Zij bevonden zich, om de stijgwind te benutten, vrijwel zonder uitzondering, op de westelijke helling van de stad tussen de Kronenburgertoren en de Hoedberg.

De molenaars lieten gaandeweg hun oog vallen op de stadswallen, die in het begin van diezelfde zestiende eeuw waren opgeworpen.

Toen rond 1580 de ligging van de molens vóór de stad onhoudbaar werd - de tachtig jarige oorlog woedde immers en een belegering zou de stad van haar graanvoorziening afsnijden - ging het stadsbestuur ertoe over om op haar kosten de molens op de wallen te laten herbouwen.

In de 18e eeuw probeerde het stadsbestuur de molens langzamerhand van de wallen te verwijderen, omdat zij een belemmering voor het geschut waren geworden en een gemakkelijk doelwit vormden.

Dit ondervonden kompagnons Maurits de Bruijn en Jan Broestershuijsen, wier houten looimolen in 1760 van de stadswal "was koomen neer te vallen". Van hun aanvankelijke voornemen om op dezelfde plaats een molen in steen te herbouwen moesten zij "vreezende voor moejelijkheid en oponthoud" afzien. Het stadsbestuur raadde hen aan om, als zij ongestoord wilden opschieten met de bouw van een stenen molen, een geschikte plaats te vinden, een geschikte plaats uit te kiezen "op de Hooge velden omtrent den zoogenaamde Wolfs- of Zandkuil, zijnde een gedeelte Heigrond." Daar zou niemand enige last of hinder van het bedrijf ondervinden

Bron: "Geschiedenis van de Witte Molen Nijmegen 1760 tot heden".
jnjv

aanvullingen

trivia
Mogelijk is dit de standerdmolen op de kaart van Joan Blaeu uit 1649, en werd de Polmolen pas later gebouwd?
Red.