Molen De Volmolen aan de Weeskinderendijk, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Volmolen aan de Weeskinderendijk
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
volmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11157
oude dbnr.
V11157
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 11157 De Volmolen aan de Weeskinderendijk (Dordrecht)
uitsnede

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
Weeskinderendijk
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Dubbeldam
streek
Eiland van Dordrecht
geo positie
X: 104250, Y: 424700
N: 51.80862, O: 4.65132

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
eigendomshistorie

Eigenaren: 
<1628-1631 Johan (Jan) de Louter (Loutre) verhuurde de molen 
1631-1644 Gillis Jansz. (Verhulst) 
1644-1664 Jacob Trip de Jonge ½, Johan van Neurenborch ½ 
1664 Hendrick Trip ½, Johan van Neurenburch ½ 
1681 Johan van Neurenberch en de wed. van Hendrik Trip verhuren aan Geerit Claesz. van Alblas en Willem Teunisz. voor 5 jaar 
1726 Margaretha Trip getrouwd met Johan Walraven ½ 
<1718 Johanna van Neurenburgh getrouwd Dirck van Nooij ½ 
1718-1727 Tobias Vernes ½ 
<1734 Anna Quevellerius wed. van Hendrik Trip ½ 
1734-1737 Tobias Vernes gehele molen 
1737 Leendert Vernes ½, later dat jaar geheel 
1745-1777 Leendert Vernes getrouwd met Hendrika Bavelaar 
1777-1780 Cornelis Vernes

geschiedenis

Bron onderstaande tekst: C.J.P. Grol, J. Zondervan-Van Heck, 'Draaiende wieken, stappende paarden, Molens op het Eiland van Dordrecht', jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht

De eerst bekende vermelding over deze windvolmolen dateert uit 1628. In de lijst aanbestedingen voor reparaties die het stadsbestuur van Dordrecht in dat jaar aan de bruggen rond het gebied Wilgenbos wilde laten doen staat: ‘de vierde brug zoo men uit het Willigenbosch gaat naar Jan de Louters molen’. Het jaar daarop werd het pad van de Sluispoort af, langs de waterkant door het Wilgenbos, tot voorbij ‘en over de brugge gelegen zuidwestwaarts van den volmolen’ gerepareerd. In latere tijden werd de volmolen nog een aantal keren in deze bron genoemd.

De ‘sijdelaeckencooper’ Johan de Loutere, ook wel Jan de Loutre genoemd, verkocht in 1631 aan de houtkoper Gillis Jansz. een ‘geheelen volmolen met het huysken daerbij staende buyten het Willigenbosch’ met alle gereedschappen, behalve de zeilen die toebehoorden aan de huurder van de molen.

In 1644 kregen Jacob Trip de jonge en Johannes Norenborch (ook Neuren-, borch-, berch- en burgh genoemd) toestemming om een getijdenvolmolen (dbnr. 281) naast de windvolmolen te bouwen. Op enig moment waren zij ook deels eigenaar van de windvolmolen. Zolang de windvolmolen er was mocht het paard van Gillis Jansz. Verhulst daar grazen. De koopman Jacob Trip verkocht in 1664 de helft van ‘eenen oude wintvolmolen’ en de helft van de ‘verbranden watervolmolen’ en de Steenplaats met huizen staande in het ‘Oude lant van Dubbeldam opten gront toebehoorende het Weeshuys binnen Dordrecht’ voor f 2.000 aan Hendrick Trip, koopman te Amsterdam en Johan Neurenburch. Verschillende keren werd de volmolen van Neurenburch als belending in akten vermeld.

De windvolmolen werd in 1681 voor vijf jaar verhuurd aan Geerit Claesz. van Alblas en Willem Teunisz. voor f 350 per jaar te betalen per kwartaal f 80 en 10 stuivers. Zij waren verplicht enige reparaties uit te voeren en alles goed te onderhouden. Zij moesten voor de nog aanwezige volaarde een bedrag van f 30 betalen.

Margaretha Trip, echtgenote van Johan Walraven, was in 1714 gedeeltelijk eigenaar van de volmolen. Het huis bij de volmolen werd toen geïnspecteerd. De bewoner was op dat moment molenaar Tobias Vernes. Uit de nagelaten boedel van Johanna van Neurenburgh, die getrouwd geweest was met Dirck van Nooij, werd in 1718 de helft van de volmolen verkocht aan Tobias Vernes. Anna Quevellerius, de weduwe van Hendrick Trip, verkocht als erfgename van Margaretha Trip, de andere helft van de volmolen aan Tobias Vernes die daarmee de gehele molen in eigendom had.

Tobias verkocht drie jaar later de helft van de volmolen aan zijn zoon Leendert, en de andere helft een paar maanden later. Daarvoor sloot hij leningen af. Leendert verkocht de molen in 1777 aan zijn broer Cornelis Vernes. Die verkocht in 1780 zijn volmolen bij de ‘boesemsluijs van Oud Dubbeldam annex de vliet en Steenplaats aan het Papegat’ aan Andries Broekman en Anthonij Groenevelt. Zij betaalden daarvoor ƒ3.000. De molen werd verkocht onder conditie dat aan de tegenwoordige huurder Leendert Vernes gedurende zijn leven wekelijks door de kopers ƒ 3,75 en door de verkoper ƒ 1 moest worden uitgekeerd. Na diens overlijden moest aan de weduwe wekelijks ƒ 2,50 door de kopers worden betaald. Broekman en Groenevelt vervingen in 1780 de oude volmolen door de nieuwe pelmolen De Pelikaan.

aanvullingen

trivia

Op het afgebeelde schilderij van Willem van Drielenburgh, staan op de voorgrond links deze volmolen en rechts molen De Arend (dbnr 2137)

toelichting op de kaart uit 1667:

De achtkante voet van de volmolen aan de Weeskinderendijk met aan de andere zijde van de dijk het bijbehorende huis. Tevens lange raamwerken waarop het gevolde laken te drogen werd gehangen. Helemaal rechts de molenwerf van de heer Van Es (molen De Witte Arend). Links de 's-Gravendeelsedijk.