Molen Strouvermolen / Petersmolen / Molen van Dollaert, Maastricht

Maastricht, Limburg
v

korte karakteristiek

naam
Strouvermolen / Petersmolen / Molen van Dollaert
modeltype
Watermolen
functie
korenmolen, oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
restant
beek
Jeker
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
11061
oude dbnr.
V3783
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 11061 Strouvermolen / Petersmolen / Molen van Dollaert (Maastricht)
Foto: W.Jans, 8 juli 2007

locatie

plaats
Maastricht
plaatsaanduiding
in het Dollaertsveld, Jekermolenweg, op de rechteroever van de Jeker
beek
Jeker
gemeente
Maastricht, Limburg
plaats(en) voorheen
St. Pieter
streek
Zuid-Limburg
kadastrale aanduiding 1811-1832
Sint Pieter A (1) 92 Jan Theodoor Coenegracht en Broeder, renteniers
geo positie
X: 175264, Y: 316134
N: 50.83471, O: 5.67484

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting
Geen maalwerk meer aanwezig
gangwerk
wateras
rad
rad diameter
Rad: 1 rad 6,00 x 0.86 m, 1 rad 5,94 x 0,81 m
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
restant
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Het restant van de molen van Dollaertis gelegen op de rechter oever van de Jeker, tegenover de nog in werking zijnde molen van Lombok (database nr. 438) op het grondgebied van de voormalige gemeente St. Pieter. Het molengebouw is opgetrokken uit mergel- en natuursteen en omvatte vroeger twee molens elk met een eigen waterrad; het voorste deel was ingericht als graanmolen, het achterste deel als oliemolen. Het molenrad van de graanmolen had een middellijn van 6,00 m bij en breedte van 0,86 m, het rad van de oliemolen was 5,94 m bij 0,81 m. Deze opmetingen werden in 1855 verricht.
De naam van de molen is verbonden aan Berkel Dollaerts, die in 1619 eigenaar van de molen werd. De molen verwisselde vaak van eigenaar. In de Franse Tijd waren dit de Gebr. Coenegracht. Hun erven verkochten in 1852 de molen met huis, tuin en bouwland aan Petrus Stevens, koopman/aannemer te Maastricht. Deze was ook al eigenaar van de achterste molen op de linker oever, welke hij in 1847 ombouwde tot een geweerfabriek.
Door nalatenschap werden eerst zijn echtgenote en vervolgens zijn vier zoons de nieuwe eigenaren. Deze verkochten hun eigendommen in 1883 aan molenaar Tossanus Nijsten te St. Pieter, die vervolgens in 1893 doorverkocht aan Hubert Wielaers uit Oud-Vroenhoven. Een jaar later werd Petrus Regout, fabrikant te Maastricht de nieuwe eigenaar.
Deze had in 1888 ook al de eerder genoemde geweerfabriek aan de overzijde aangekocht. In 1894 liet Regout de molen buiten gebruik stellen en werd het molengebouw tot woning omgebouwd.
In 1891 werd een peilschaal bij de 4 molens op de beide oevers van de Jeker geplaatst.
Bij deze gelegenheid werden de waterraderen, die sinds hun opmeting in 1855 vernieuwd waren, opnieuw opgemeten, waarbij nauwelijks verschillen werden geconstateerd.
Deze waterraderen waren z.g. kropraderen, voorzien van een houten of gemetselde krop dienend als watergeleider.
Het voorste rad van de Dollaertmolen was vermoedelijk een middenslagrad, het achterste rad een onderslagrad.
De molens op de beide oevers werden van water voorzien middels een verdeelwerk met twee maalsluizen en twee stuwsluizen waartussen twee lossluizen.
De stuwsluizen lieten het water voor de achterste molens door.
Na het verwijderen van drie van de vier waterraderen (alleen het rad van de molen van Lombok bleef over) werden de stuwsluizen en maalsluis nog alleen gebruikt als lossluis.

P. Vossen.
-----

In 1421 wordt de molen de Strouvermolen genoemd.
In 1472 komt de naam Peters(molen) voor het eerst voor.
Kadaster A (1) 92 uit 1832 omvat beide raderen van de molen, een graan- en een oliemolen (de stroomafwaartse molen).
Bron: "Maastricht, onbekende molenstad", Bert Lejeune, ca. 1994.
nog waarneembaar

aanvullingen

trivia
Het voorste deel van het molengebouw was ingericht als graanmolen, aangedreven door een waterrad met een middellijn van 6 m en een breedte van 0,86 m.
De achterste molen was een oliemolen, zijn waterrad had een middellijn van 5,94m en een breedte van 0,81 m. Beide metingen dateren uit 1855.
De molen had 1 middenslagrad en 1 onderslagrad
Bron: Bussel P.v "De M's van Lb", 1991 p. 125

Op foto 1 de zijgevel van het voormalige molengebouw op de rechteroever van de Jeker.
Op foto 2 duidelijk zichtbaar is de muurdoorvoering waar vroeger het achterste molenrad gemonteerd was.