Molen (volmolen), Zutphen

Zutphen, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
(volmolen)
modeltype
Watermolen
functie
volmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
beek
Berkel
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
10590
oude dbnr.
V12174
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 10590 (volmolen) (Zutphen)

locatie

plaats
Zutphen
plaatsaanduiding
Rozenstraat t.o. de Rosmolensteeg
beek
Berkel
gemeente
Zutphen, Gelderland
streek
Achterhoek en Liemers
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zutphen F (1) 699 De Stad van Zutphen
geo positie
X: 210338, Y: 461955
N: 52.14301, O: 6.19563

constructie

modeltype
Watermolen
krachtbron
water
kenmerken
functie
inrichting

Voor de korenmolens werden veel molenstenen verbruikt, in een eeuw tijd (1370-1470) worden 40 stenen genoemd

gangwerk
wateras
rad
rad diameter
In 1845 waren er drie raderen van 5,72 m diameter, drie van 6,20 m en een (van de runmolen) van 5,84 m.
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
Op 2 juni 1887 werd het afbreken van de molens en het overwelven van de Berkel ter plaatse aanbesteed, en op 30 juni 1892 werden de stadskorenmolen en de run- en de pelmolens voor afbraak verkocht. Het molencomplex werd in 1887 gesloopt en de Berkel werd overwelfd in verband met toenemende ‘verkeersdrukte’.
geschiedenis

Tussen de oude en de nieuwe stad lag op de Berkel een groot complex van 6 molens met op het hoogtepunt 7onderslagraderen. Het geheel was eigendom van de stad Zutphen en werd per molen verpacht. De oudste vermelding van de korenmolens is uit 1285. In 1371 waren er al 2 korenmolens. 

Tussen de oude en de nieuwe stad lag op de Berkel een groot complex van 6 molens met op het hoogtepunt 7onderslagraderen. Het geheel was eigendom van de stad Zutphen en werd per molen verpacht. De oudste vermelding van de korenmolens is uit 1285. In 1371 waren er al 2 korenmolens. 

Vanaf 1419 komt de  runmolen  in de rekeningen voor, welke was gevestigd in het bovenste gebouw op de rechter oever, dus gecombineerd met de korenmaalderij.  Tegen 1808 was de runmolen niet erg productief meer doordat de afname van leer stagneerde.

In 1437 werd de  grutmolen  in het benedenste gebouw op de rechter oever voor 150 lb verpacht, hier werd de bast van het boekweitzaad stuk gewreven of gebroken

 De korenmolens waren beide bovenste molens links en rechts. De rechter had een bord aan de gevel hangen: "STADS KOORNRUN EN PELMOLEN". 

De  oliemolen  die vanaf 1385 wordt genoemd, was de middelste op de rechter oever. In 1680 was hij zeer in verval geraakt, waarna Everwijn Holberent (burgem. van Groenlo) daar een nieuwe mocht bouwen.  Rond 1800 had de oliemolen het zwaar door watergebrek, alsmede de handelsbeperkingen onder de Franse overheersing. In 1854 werd verzocht de molen tot een cacaobranderij te mogen ombouwen.

Vanaf 1385 was er eveneens sprake van de  volmolen.  In 1587 werd de vervallen molen gerepareerd, maar dit bracht niet veel verbetering.  Vanaf 1600 mocht op de volmolen geen zeemleer meer bereid worden. 

 

Opregte Haarlemsche Courant, 08-01-1846

Op Maandag den 26sten Januarij 1846, des voormiddags om 10 ure, zal ten Raadhuize der Stad Zutphen, in het openbaar voor zes jaren, ingaande 1e Mei 1846, worden verpacht: De Stads HAAR-, KAM- en VOLMOLEN aldaar.

Nadere informatie bij den Stads Architect.


Zie de Stadskorenmolen (Tenbruggencatenummer 02881 b).

Opregte Haerlemsche Courant, 24 maart 1852

Op Woensdag den 24sten Maart 1852, 's middags ten 12 ure, zal, ten Raadhuize der Stad Zutphen, in het openbaar op de bestaande voorwaarden worden verpacht: DE STADS HAAR-KAM en VOLMOLEN