Molen Heulse houtzaagmolen / De Gunst, Kwintsheul

Kwintsheul, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Heulse houtzaagmolen / De Gunst
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08694
oude dbnr.
V6807
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 08694 Heulse houtzaagmolen / De Gunst (Kwintsheul)
fragment Topografische Militaire kaart 1910

locatie

plaats
Kwintsheul
plaatsaanduiding
Heulweg 96
gemeente
Westland, Zuid-Holland
streek
Westland
geo positie
X: 77550, Y: 448196
N: 52.01671, O: 4.25893

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
In Kwintsheul, dat nabij Wateringen ligt, heeft volgens overlevering ook een zaagmolen gestaan. Deze stond aan de Heulweg 96. Jarenlang heeft men nog gesproken over het balkengat dat daar nog aanwezig was, waar 's winters ook wel op geschaatst werd. Op geen enkele kaart komt deze molen voor [zie Aanvullingen].
George Middendorp, 7 okt. 2007.
----

In het dorp Kwintsheul gemeente Wateringen werd halverwege de 19e eeuw een houtzaagmolen gebouwd.
De molen is aan het einde van het jaar 1901 onder de slopershamer gevallen.
Het ernaast gelegen balkengat heeft nog langer bestaan. Deze molen is vrijwel tegelijk gebouwd met de twee molens aan het Oosteinde in Wateringen.

Janknegt & Janknegt
De stichter van de windhoutzaagmolen was Johannes Janknegt, van beroep timmer- en veenman. Hij werd geboren in Gouda en woonde te Kwintsheul, gemeente Monster, onder andere in het huis letter B nummer 2. Hij liet op een perceel bouwland in de Oudwateringveldpolder een houtzaagmolen en schuur bouwen. Deze hadden respectievelijk de kadasternummers C 813 en C 776 gekregen. De datum van de stichting van de houtzaagmolen ligt zeker tussen 1841 en 1855. Na 1841, omdat de bouw tijdens zijn tweede huwelijk was gestart en vóór 1855, omdat zijn knecht, Johannes van Gaalen, dan al van beroep houtzaagmolenaar was. Het meest waarschijnlijk stichtingsjaar is in of kort vóór 1855.
Johannes Janknegt is kinderloos overleden op 1 november 1857 in het huis D 17 te Kwintsheul .
Pas kort hierna kwam naar buiten dat hij de stichting van de molen met een compagnon had gedaan. Zijn tweede vrouw, Maaike van Driel liet daarom een boedelbeschrijving opmaken door de notaris te Naaldwijk. Aan hem verklaarde zij toen dat haar overleden man, hoewel dit zelfs niet bekend was bij het kadaster, voor gemeenschappelijke rekening de molen en loods had gesticht met Jacob Janknegt (een achterneef), timmerman in Noord Waddinxveen en samen met hem handel dreef.

Roerende goederen in openbare verkoop
Al enige dagen eerder, op 26 november en 2 december 1857, was de gemeenschappelijke voorraad hout en een deel van de gereedschappen in het openbaar geveild onder toezicht van notaris Tijdeman te Naaldwijk. In die verkoop werden voornamelijk heel gewone artikelen aan de man gebracht: brandhout, binten, planken, hekstijlen, boomwortels, eiken palen, grenen en kastanje planken, spanribben, blokjes, kachelblokjes, wilgenhout, deur- en raamkozijnen en blinden. Maar ook stalpalen, een tonmolen, een bok, broeiramen, dorsvloer- en muurplaten, vijzels en kokers en bomen om te rooien. De totale opbrengst bedroeg f 1.257,43.

Splitsing gemeenschappelijke bezit
Voor dezelfde notaris vond op 16 april 1858 de officiële overdracht plaats van de helft in de molen met erf en de aangebouwde houtwerkplaats door Maaike van Driel aan Jacob Janknegt, nu wonende te Kwintsheul gem. Monster. De waarde van die helft was toen f 3.000,-- gulden. Getuige bij deze overdracht was o.a. Johannes van Gaalen, houtzaagmolenaar te Wateringen. De andere helft bleef in het bezit van Maaike van Driel zelf. Dit werd bevestigd op 2 november 1861, toen Jacob een hypotheek nam op zijn helft in een houtzaagmolen etc., en ook op 6 januari 1866 in de beschrijving van de boedel van Jacob Janknegt en Pietertje van der Graaff, kort nadat zijn vrouw was overleden.

Houtzaagmolenaarsknechten
Vanaf 1855 of iets eerder was Johannes van Gaalen knecht op de Heulse zaagmolen. Hij trouwde in 1855 te Wateringen met Clasina Kouwenhoven. En bij hen was zijn broer Jacobus inwonend, die ook van beroep zaagmolenaarsknecht was. Jacobus verhuisde toen hij in 1864 met Hendrica van der Arend trouwde en zij vertrokken in 1885 naar Delft.
Toen Johannes Jankegt in 1877 overleed, werd zijn overlijden bij de Burgerlijke Stand aangegeven door Gijsbertus Helbers en Johannes de Koning, beide houtzaagmolenaars(knecht.) Gijsbertus verbleef hier maar vier jaar, hij kwam in juli 1876 naar Wateringen en vertrok in augustus 1880 naar Rotterdam. Johannes de Koning kwam met zijn vrouw Catharina Adriana Vollewens in 1864 in Wateringen wonen. Het gezin De Koning vertrok in 1885 naar Delft.
De laatst bekende molenaarsknecht was Johannes Marinus Alblas, zoon van de laatste eigenaar.

Tweede eigenaar Wilhelmus Andreas Mathlener
Wilhelmus trouwde in 1859 met Jacoba Alblas. Zij was een dochter van Maaike van Driel uit haar eerste huwelijk met Cornelis Alblas. Wilhelmus werd in 1866 eigenaar van het halve deel van Jacob Janknegt en in 1868 van het halve deel van Maria van Driel. In 1881 verkocht hij de molen aan zijn zwager. Het gezin Mathlener vertrok uit de gemeente Monster en ging in Veur wonen.

Laatste eigenaar Bastiaan Alblas
Bastiaan Alblas nam de molen van zijn zwager en zus in 1881 over. Hij was al 20 jaar eerder getrouwd met Ariaantje van Velzen. Kort nadat Ariaantje was overleden, werd, in september 1891, een boedelbeschrijving opgemaakt. Dit vanwege zijn aanstaande tweede huwelijk met Jannetje Broekhoven. Hierin werd vermeld dat de waarde van de windhoutzaagmolen met inbegrip van twee arbeidershuizen, schuren en erven naast de open grond, tuin, bouwland en een druivenmuur werd geschat op f 5.400,--. Bastiaan overleed ruim vijf jaar later te Wateringen op 9 januari 1897.

Geluk bij een ongeluk
De Westlandsche Courant van 16 december 1893 berichtte het volgende:
Kwintsheul, 12 dec. Heden morgen wierp de houtzaagmolen een roede af, die in zijn val ook de voor eenige maanden nieuw gestoken roede aanzienlijk beschadigde. Gelukkig bekwam niemand eenig letsel bij het ongeval, ook niet den zoon van den molenaar, die zich buiten zeer in de nabijheid bevond.

Het einde van molen “De Gunst”
Jannetje Broekhoven, na het overlijden van haar man de houtzaagmolenaarster, en haar stiefkinderen, hadden besloten tot een openbare verkoop van de bezittingen in twee percelen.
Koop één bestond uit twee woonhuizen gemerkt letter B nummers 47 en 48 met erven, schuren en daarachter gelegen tuin en weiland. Koop twee bestond uit een houtzaagmolen genaamd “De Gunst” met water, tuin en weiland gelegen naast het eerste perceel, kadastraal bekend in sectie C nummer 1163. Voor het eerst werd hier de naam van deze molen in de onderzochte bronnen vermeld.”
Onder koop twee waren ook begrepen alle tot de molen behorende vaste en losse gereedschappen voornamelijk bestaande uit: “vijf en dertig groote zagen, veertien kleine dito, dertien onderhouten met toebehooren, twee mosterdpotten, zes handboomen, drie rolbanken, drie rolschragen, een zaagselbak, een mallejan, negen molenvijlen lang vier en dertig centimeter, een boomentouw, een leireep, een haalketting, vier stropkettingen en een klauwenketting met vier paar klauwen, twee zethaken, twee bastijzers, twee kanthaken, drie bijlen, twee haakstokken, eenige krammen, drie trekzagen, twee haalhaken, vijf stalen zagen, een handzaag, twee lampen, twee bijtels, twee hamers, een spanzaag, een kaapstand, een slijpsteen, twee stroppen voor zagen, een koevoet en een kiezentrekker.”
Bij de finale toewijzing werd tuinder Nicolaas Hugo Polycarpus van Steekelenburg de nieuwe eigenaar voor ƒ 5250.

Bron: NA Naaldwijk 26 nov. 1857, 2 dec. 1857 en 5 jan. 1858; NA Delft 26 maart 1868 en 20 dec. 1880; NA Wateringen 16 dec. 1868 en 4 dec .1901; Kadaster Wateringen.
M.J.M. Vis, november 2014. Met dank aan het Historisch Archief Westland.

aanvullingen

trivia
De aangegeven locatie is een schatting, naar de TMK van 1892, waar de molen dus wel degelijk op staat vermeld. Op die van 1876 nog niet.
-----

Deze tekening staat in het boek "Van Gogh en zijn weg", geschreven door Jan Hulsker, 2e druk Amsterdam, Meulenhof, 1979. ISBN 9029008075.
In dat boek wordt niet genoemd dat dit de Heulse houtzaagmolen is. Er staat, als ik mij nog goed herinner, ook niet bij welke molen het wél is.
In "De Molenaar", no.14 van 3 april 1985 verscheen in de rubriek "wie brengt mij thuis", een foto die later werd thuis gebracht als zijnde "De Steur", uit Rotterdam-Overschie.
Ook in het "Groot Rotterdams Molenboek", deel 1, die het centrum van Rotterdam en Overschie behandeld, bevindt zich op de pagina's 103 en 104 twee prachtige foto's van deze molen die ik persoonlijk wel héél erg veel op de vermeende Heulse houtzaagmolen vindt lijken.
Wim Rotteveel, 9 juli 2017.