Molen Duyvenvoordens polder / Damhouderpolder, Leidschendam

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1610 - 1626

circa

verdwenen

1758

geschiedenis

Zie de bovenmolen, Tenbruggencatenummer 01768 n.

Stichting, gebied en opheffing Duyvenvoordens polder/ Damhouderpolder

Begin van de polder

Op 3 juni 1624 verleenden dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland aan enkele ingelanden vergunning tot het stichten van een polder. Al in 1621 hadden zij het initiatief genomen om het gebied tussen de Kniplaan en de kaden langs de Stompwijkse watering, de toekomstige Starrevaartpolder en de Vliet onder een bestuur te brengen. De initiatiefnemers zetten hun handtekening op een lijst en lieten de landen opmeten. Op 22 april 1625 stelde het bestuur een ontwerpreglement vast, maar pas op 13 maart 1632 werd dit door dijkgraaf en hoogheemraden goedgekeurd.

Polder namen:

De polder kende in de begintijd een diversiteit aan namen. In het reglement werd de polder Damhouwerse Slootsche polder genoemd. In de eerste rekening van de polder over 1627 werd de naam van de polder geschreven als Damhouwerspolder. Op oude kaarten komt vaak de benaming Duyvenvoordens polder voor. Ongetwijfeld heeft dit ermee te maken dat de heer van kasteel Duivenvoorde landerijen in de polder in bezit had. Een en ander is goed te zien op een uit 1636 daterende kaart voor de aanleg van een jaagpad langs de Vliet. Pas in de loop naar de achttiende eeuw werd de benaming Damhouderspolder de enige gangbare naam.
De Damhouderpolder was verdeeld in een lager en hoger gelegen gedeelte. In het lager
gelegen gedeelte, de Laag-Damhouderpolder genoemd, was al decennialang turf gewonnen, zodat het gebied behoorlijk vernat was. Op 6 mei 1758 verleenden de Staten van Holland en West-Friesland octrooi aan schout en ambachtsbewaarders van Stompwijk tot het bedijken en droogmaken van dit lagergelegen deel. In de Hoog-Damhouderpolder was tot 1758 nauwelijks turf gewonnen, zodat droogmaking niet nodig was. De Laag-Damhouderpolder werd door een ringdijk afgescheiden van de Hoog-Damhouderpolder, die dan ook de Buiten gedijkte Damhouderpolder ging heten. Na de droogmaking werd de polder met de Starrevaartpolder bestuurlijk samengevoegd tot de Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder.

Op de overzichtskaart van Rijnland van 1687 is te zien dat de Damhouderpolder
(Duyvenvoordens polder) een eigen molen bezat, die zijn water uitsloeg op de Vliet.
Dit was een wip of kokermolen, gebouwd in 1632. (zie afb.2)

Op de gekleurde kaart zijn de polders namen weer gegeven. Door verandering in de polders. Toevoegen of samenvoegingen veranderen de namen van de polders nog wel eens, op een kaart uit 1833 worden de nieuwe namen weergegeven. (zie afb.1)

Opheffing Damhouderspolder
Op deze kaart is de poldermolen verdwenen en de polder is samengevoegd met
Starrenvaart – Damhouders polder. Het rondje geeft aan waar ongeveer de molen stond. De zelfstandigheid van de polder hield in 1734 op toen de polder samen werd gevoegd met Starrevaartpolder. En ging heten, Gecombineerde Starrevaart- en Damhouderpolder.

Om meer te weten te komen over de polders moet men dieper gaan graven in Rijnland
archief en wel in de studiezaal. Dit verhaal staat op het Rijnland archief site

Informatie: 2.4.3.1 Damhouderpolder Rijnlands archief
Kaarten Rijnlands Archief

N. Varkevisser
Maandag 28 september 2020