Molen Hollandsch-Ankeveense polder, Hollandsche Molen (1e), Ankeveen

Ankeveen, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Hollandsch-Ankeveense polder, Hollandsche Molen (1e)
modeltype
Onbekende windmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
08596
oude dbnr.
V6607
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Ankeveen
plaatsaanduiding
aan de Loodijk, dezelfde plek als de nog bestaande molen Hollandia.
gemeente
Wijdemeren, Noord-Holland
plaats(en) voorheen
Weesperkarspel
streek
Vechtstreek
geo positie
X: 135525, Y: 476660
N: 52.27760, O: 5.10184

constructie

modeltype
Onbekende windmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Scheprad
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De baljuw van Weesp maakte op 25 mei 1526 bekend (akte in het stadsarchief van Weesp) dat de landgenoten en ingezeten van Ankeveen tussen de twee meren (waarschijnlijk Naardermeer en Horstermeer) watermolens op deze landen mochten neerzetten zonder dat daarvan geld werd geheven. Verder kon men zelf molenmeesters kiezen, die de watergangen moesten schouwen en laten schoonmaken zo vaak zij dat nodig vonden. De molens maalden op kosten van de ingelanden. Wie een opstal of dam vernielde kon een boete van 3 gulden krijgen, waarvan 1/3 naar de molenmeesters ging, 1/3 naar het gerechte en 1/3 de aanbrenger van de overtreding.

Bron: 'Weesper Molens. Weesp, Wind, Wieken, Werk', Geeske S. Koeman-Poel, Hoogezand 1982
-----

In 1538 was er in dit gebied al sprake van een watermolen. Dit was vermoedelijk dezelfde molen als die welke in 1562 in een molenbrief wordt genoemd.
-----

In 1598 waren de molenmeesters Louw Thonysz en Jan Lambertsz. De watermolen viel ten tijde onder de jurisdictie van Weespercarspel. Zij verklaarden dat zij en de na hen komende molenmeesters jaarlijks 18 gulden en 15 stuivers rente schuldig waren aan Thijmen Thonysz, poorter van Weesp (familie?). Het onderpand voor de lening van 300 gulden waren alle gronden die ressorteerden onder de watermolen van Hollandsch Ankeveen (bron: 'Weesper Molens').

In 1642 verleende de Staten van Holland en West-Friesland octrooi tot het bouwen van een nieuwe molen, de huidige. Er zijn geen aanwijzingen dat deze nieuwe achtkante schepradmolen op een andere plaats werd gebouwd dan zijn voorganger.

De molen stond aan de kop van de molenwetering die parallel loopt met het Hollands End. Hij waterde uit via de 's-Gravelandse vaart op de Vecht. Voor het gereed komen van de 's-Gravelandse vaart in 1638 werd er uitgewaterd in de Gooise sloot gelegen langs de Broekdijk en tussen de Hilversumse Meent en de Hollands-Ankeveense polder (de 's-Gravelandse vaart overlapt deze sloot gedeeltelijk). Vanuit deze sloot werd het water door de verbinding tussen de Gooise sloot en het Naardermeer, de Ankeveense vliet, geloosd op het Naardermeer. Via de beide sluizen bij Uitermeer kwam het water uiteindelijk terecht in de Vecht. Ten tijde van en na de droogmaking van het Naardermeer werd er via de ringsloot van het Naardermeer op de Vecht geloosd.

Bij octrooi van Staten van Holland en Westfriesland van 25 mei 1777 werd de vervening van de gehele polder toegestaan. Enkele delen van Heintjesrakpolder en de Broekpolder werden mee binnengedijkt.

De opvolger staat nog steeds op dezelfde plek.