'de coornwintmolen, buyten de De Delftsche poort aan de rijwegh in de Heerlijckheyt Cool'(1663); staende aen de Schie, in den Ambagte van Cool (1684). De eerste molen De Haas was een Coolse Molen
08-11-1650: Akte nr 317, Verkoop
Louris(Louweris) Cornelisz van der Schans, korenmolenaar, verkoopt aan Cornelis Jansz, korenmolenaar uit Bleiswijk, de helft in zijn korenmolen "de Haes" met schuurtje en 2 huisjes daarbij staand, in de ambacht van Cool.
De huisjes staan bij de blekerij van Pouwel Jansz Appeldoorn en de rijweg aan de Schie buiten de DelftsePoort. Deze helft is door verkoper bij executie teruggekocht van Roelant Jansz van Rheenen. De koopsom bedraagt 5.000 gulden (en 75 gulden speldegeld), waarvan 1.800 gulden als aanbetaling en waar voor de rest een betalingsregeling wordt overeengekomen. Verkoper is onlangs weduwnaar geworden.
NB: zie ook acte 306.
21-10-1654: akte nr 71, attestatie of verklaring
Op verzoek van Cornelis Jonasz en Willem Rijcken, molenaars op de Haesmolen, Pieter Claesz molenaar op de Papagay, Laurens Cornelisz molenaar op de Blauwemolen, Jan en Batholomeus Jansz molenaars op de korenmolen van Valck, Claes Rochusz molenaar op de Pelicaenmolen, en Jacob en Dirck Meesz korenmolenaars op de molen de Fortuijn, leggen Deonijs Adriaensz van Leeuwen, 55 jaar en molenaar, en Jan Bartholomeusz, 64 jaar en molenaar, een verklaring af.
Zij verklaren dat zij al heel veel jaren molenaar zijn en verschillende malen hoofdman van Gilde zijn geweest en daardoor ook met de inpost van het gemael te maken hebben gehad. Thans is Willen Henricksz Ruijter impost van het gemael, hij wijst hen er op dat er zakken met meel niet op de biljetten van de pachters staan, zij antwoorden dat het echter vele jaren is gedoogd dat er zakken niet op het biljet staan.
28-01-1658: akte 22, Verhuur
Louris Cornelisen van der Schans, korenmolenaar, verhuurt een korenmolen, genaamd 'De Haes', met een huis en schuur daarachter, staande en gelegen buiten de Delftsepoort aan de Schie in het ambacht Cool, aan Cornelis Jonassen Mesdach.
29-11-1659: akte nr 192, Verkoop
Lourens Cornelisen van der Schans, korenmolenaar, verkoopt aan Dirck Aelbertsen Vreburch, molenaar te Naaldwijk, een zekere korenmolen, genaamd 'Den Haes', staande aan de westzijde van de Schie, met vier woonhuisjes daarbij. Twee van de huisjes staan aan de noordzijde en de andere twee aan de zuidzijde van het wagenpad, begrensd aan de zuidzijde door Arij Jansen van Duijn en aan de noordzijde door de kinderen van Paulus Jansen Appeldoorn.
08-11-1660: akte nr 155, Attestatie of Verklaring:
Op verzoek van Cornelis Jonas Mesdagh, molenaar op de korenmolen "De Haes", leggen Jan Thijse Meestis, 50 jaar, droogscheerder, en Dirck Aartsz van de Wolf, 39 jaar, knecht op een Jachtschuit van hier op Delft, een verklaring af. Zij verklaren dat het waar is dat Frans Willemsz, timmerman/ molenmaker, vanmorgen in het huis van Dirck Aarts van der Wolff hebben horen zeggen dat Lourens Cornelisz van de Schans, molenaar, van wie Cornelis Jonas Mesdagh de korenmolen huurt, heeft gezegd dat er reparaties aan de molen gedaan moesten worden daar het gevaarlijk werd en er grote schade zou ontstaan. Er is al twee keer gewaarschuwd.
Bron oa Stadsarchief Rotterdam