Molen De Rijnmolen, Utrecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1489

verdwenen

1543

afgebroken

voorganger

Utrecht (Molen aan de Tolsteegsingel)

opvolger

Utrecht (Molen aan het eind van de Zandsteeg)

geschiedenis

De molen aan de Tolsteegsingel werd in 1489 aan de overzijde van de Kromme Rijn herbouwd door Gijsbert Sass. De grond inclusief een rosmolen verkocht Wormbout Pijll in 1505 aan de landscommandeur, vertegenwoordiger van het Duitse Huis.

In 1515 werd de molen voor 5 jaar verpacht aan de broers Jan en Henrick Cornelisz. In december 1527 gaf het stadsbestuur de landscommandeur opdracht de molen gangbaar te maken. Blijkbaar voldeed hij daar niet aan, want de stad verklaarde dat de pachters schadeloos gesteld moesten worden.

Echter liet de stad de molen op 26 mei 1528 afbreken vanwege de verdeding. Doch reeds vanaf 14 september kon molenmaker Jan Jacobsz Sass weer beginnen met de opbouw, waarvoor hij ƒ 188,50 zou ontvangen uit het maalgeld van de molenaar, dus gekort op het bedrag dat de landscommandant zou krijgen.

De laatste molenaars waren Botterman en Jan Brandt, waarvan in 1532 reeds werd gemeld dat ze resp. 48 en 40 jaar op de molen hadden gemalen.

In 1543 werd de molen vanwege de verdedigbaarheid van de stad definitief afgebroken. De landscommandant kreeg een optie om een nieuwe molen te plaatsen aan het einde van de Zandsteeg, in het noorden van de stad.

Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.