Molen De Rijnmolen / De Hoop, Utrecht

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1560

verdwenen

voor 1739

opvolger

Utrecht (De Hoop)

geschiedenis

In 1566 behoorde de halve molen aan Hendrik Roelofsz. Door geldproblemen van de eigenaar Gerrit Willemsz. van de andere helft, werd die helft verkocht aan Egbert Fransz, molenaar in de Ganssteeg (zie De Gans, Tenbruggencatenummer 01041 j).

In 1629 werd de boedel van de eigenaar van de gehele molen, Gijsbert Jansz Botterman, verdeeld onder zijn kinderen. De volgende 8 jaar vonden in die familie talrijke financiële verwikkelingen en transacties plaats, daarna werden nog enkele anderen eigenaren van een halve molen, tot in 1640 de gebroeders Jan Cornelis en Egbert van Well de hele molen in hun bezit kregen met het doel, er run mee te gaan malen.

Vanaf 1659 waren er weer verscheidene opeenvolgende eigenaars zoals Hendrick van Kerckhoff, Reyer Cornelis Soestbergen (molenaar) en Albert Cornelis Vredenburgh. De laatste ging de molen weer als korenmolen gebruiken.

In 1678 werd Baltus van Deurne uit Amsterdam als eigenaar genoemd, gevolgd door Herman Toelaar. En als laatste in 1739 Jacobus van Damast, terwijl toen de molen onder de nieuwe naam De Hoop bekend was.

Bron: Zes eeuwen molens in Utrecht, W.A.G. Perks. Met dank aan H. v.d. Kaay.
-----

Jacob van Deventer beeldt de molen af op zijn kaart van Utrecht en omgeving van ca. 1560. Daarbij lijkt het erop dat deze molen en zijn naamgenoot / opvolger (die ruim honderd jaar na het verdwijnen van deze molen werd gebouwd) niet op dezelfde plaats stonden. Deze molen stond dichter bij de stad.

Anthonie van den Wijngaerde beeldt de molen helemaal rechts af op zijn panorama uit ca. 1558 (geheel zie dbnr. 8167), waaruit blijkt dat de standerdmolen op een molenberg stond.
-----

Uit de afbeelding van Herman Saftleven bij dbnr. 8163 uit ca. 1660 (maar jaartal erg onzeker) lijkt het er op dat de molen daarvoor eens herbouwd is als bovenkruier.