bouwjaar
1291 vernieuwd
verdwenen
1857 - 1871 afgebroken
geschiedenis
Op 13 november 1291 schonk Hertog Jan I van Brabant als dank voor bewezen diensten aan "heren Pauwelse van Drongelen, riddre onsen man, in beteringe van den leene dat hi van ons handt, hebben gegevens te Walewijc ene molenstat daer hi ene wintmolen op setten moghe". In 1375 werd dat recht nog eens bevestigd en werd er tevens een molendwang opgenomen.

In 1556 huurde Joris Wouter Braecman de molen van Jan Janssen van Haren, in 1560 waren Dirk en Bertram, zoons van Reijner Jacobszn., de pachters. In de 16e eeuw kwam de molen in handen van de Heer van Waalwijk, eind 17e eeuw was Adam Beckers de molenaar. In 1692 was er een conflict met grutmolenaar Adriaan Couwenberg (Tenbruggencatenummer 15132), dat de Heer van Waalwijk toen verloor maar in 1705 alsnog won toen Anthony van Dam ook een rosmolen wilde oprichten.

De namen van verscheidene opvolgende pachters zijn ook bewaard gebleven. In 1754 vond een renovatie plaats, in 1784-1785 werd de molen geheel vernieuwd, toen was Martinus van Lith de pachter van de beide molens te Besoijen en Waalwijk. In 1803 werd dat Willem van der Krabben, van toen af werd elk jaar de koning van het schuttersgilde St. Joris gekozen door een vogel uit de bovenste wiek van de molen te schieten.

Omdat de verhuur van de molen niet meer rendabel was, besloten Louis Theodore de Forestier. Heer van Waalwijk en Besijen, en zijn vrouw Pauline le Leu de Wilhem de molen openbaar ter verkoop aan te bieden op 13 december 1816 (op het plakaat stond een paltrokmolen afgebeeld). Voor ƒ 7600 kocht Francis Ennekens de molen, maar door erfpacht, wijngeld, trekgeld en armengeld moest hij uiteindelijk ƒ 9146 betalen!

In 1835 verkocht Ennekens de molen voor ca. ƒ 6000 aan Hendrik van der Kraben jr., na diens overlijden verkocht zijn weduwe de molen in oktober 1857 voor ƒ 3000 aan L.D. van Heijst, burgemeester. Jacobus Kemperman werd de pachter, de molen werd vervangen door een achtkante bergmolen op een stenen voet.

Bron: "De molenaar en zijn windmolens in de Langstraat", De Klopkei 1996. Verzameling H. van der Kaay.
-----

Kaart zie dbnr. 6779.