Molen Wyndemoole van Sandbrinck, Woudenberg

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

< 1477

verdwenen

circa 1710

verplaatst

verplaatst naar

Achterveld (Wyndemoole van Sandbrinck)

eigendomshistorie

 

 

geschiedenis

1377: Lambert de molenaar in Woudenberg bezit ook grond in Cothen en Wijk bij Duurstede archief Bruine(n)hoef of Bruinenburg te Ekris

1477: De 'Wyndemoole van Sandbrinck' werd reeds genoemd in 1477. 

Vóór 1487 - na 1493 Lambert de molenaar Lambert de molenaar tr. Emme Rutgers, dochter van Rutger Jansz. Uit dit huwelijk: 1. Marij Lamberts tr. Cornelis Cranen. 2. Willem Lambertsz (zie Klein Moorst).

Vóór 1497 - na 1511 Emme Rutgers, wed. Lambert de molenaar In het morgengeld van 1497 wordt Em molenaers=molenares?? genoemd met 7 morgen 4 hont. In het register van 1501 wordt zij genoemd met 26 morgen. Voor haar betaalde Willem Lambertsz. In het register van 1511 staat weer Em molenaars

31-08-1531: Ghysbertgen Gysberts Goerts nagelaten weduwe getuigt dat Ghysbert haer man een zoon was van Goert Jansz, welcke Goert Jansz een soen was van Jan Woutersz, ende broeder tot Wouter Jansz ende  Rutger Jansz, die zy nochtans nyet gekent en heeft. Dan zy heeft die kinderen wel gekent die van den zelven Rutger gecomen zyn als te weten Emme Lambert die molenaers wyf, moeder van Mary Cornelis Cranen wyf, Coman Ryckgen, wonende tot Neerden ende meer ander. Etc. [Archief Eemland, arch.nr. 100, inv.nr. 1006]

1612: wordt Brand Thonisz beleend met Luttel Lambalgen (Oudschildgeld Woudenberg nr. 49), samen met Jan Woutersz, molenaar, die getrouwd was met zijn dochter

18-06-1613: Thonis Jansz en zijn vrouw, tegenwoordig won. op Steenbeeck verleent aan jkhr. Aernt van Zuijlen van Nijvelt tho Geeresteijn, heer van Teckop recht van overpad over zijn erf Brijnckesteijn vanaf de Sambrijnckermuelen naar de molen van Stoutenburg. Dit gold alleen voor mensen die met koren naar en van de molen kwamen. De weg werd afgesloten met een hek om ander verkeer te weren.

23-12-1617: Mor Jansz, molenaar.

13-08-1633: Mor Jansz, molenaar

24-07-1647: Jan Petersz, molenaar op Sambrijnck

06-09-1651: Jan Petersz Buijs, molenaar op Sambrijnck en zijn vrouw Maijken Herberts van Rhijn

1667-1692: Ordonnanties van de Staten van Utrecht betreffende de door het gerecht op te brengen belasting voor gemaal en kleinzegel, 1677, 1678, 1689-1692.

30-12-1696: Pieter Jansz., wonend op de Muis bij Stoutenburg, bij koop d.d. 28-4-1690, fol. 81-82, A fol. 79v 80.

1678: Rekening van het kleinzegel verbonden aan de molen te Santbrinck, 1703 (??te Langbroek) al weer
afstand doet van de huur ten behoeve van Dirck Petersz, ‘molenaer op de Santbrickermolen te Aschath

23-08-1689: Van den Burghwal, Geurt Willems. (molenaer aan de Santbrinckse molen) Echtgenoot:
Geurts, Henrickje

1703 : 1678 Rekening van het kleinzegel verbonden aan de molen te Santbrinck, 1703 (??te Langbroek) al weer afstand doet van de huur ten behoeve van Dirck Petersz, ‘molenaer op de Santbrickermolen te Aschath

1688:  Van 1693-1700 woont Neeltje Hendricx, wed. Hendrick Dircksz in Woudenberg (Familiegeld Eemland, blz. 93). Neeltjen Hendricx, weduwe van Hendrick Dircxen eist betaling van Lambert Jansz, molenaar. Betaling van 67 gulden rest pachtschuld tot 1 mei 1688. (Recht. Arch. Woudenberg 2343, blz. 222; 22-02-1694).

1691: Evert Jansz Ouwens, schoenmaker te Scherpenzeel eist f 87,= van Jacob Jansz, molenaar op Santbrinck, voor geleverde schoenen (AT015a006; 16-09-1691

13-08-1701: (schepen van Utrecht) Trajectinus Boll en zijn vrouw hebben gekocht van de kinderen van Aelbert

07-05-1706 : Jan Thijsz van Schevickhoven, molenaar op de Zandbrinkermolen, laat een bijstede??aantekenen, staande voor in de hut bij de molen. Laatste keer aangetekend d.d. 10-06-1694.

03-01-1707: Van de Riet, Peter Jans (Pieter) Overleden: Erfgenamen: Anthony van Wanroij, gehuwd met Aeltje Peters van Riet (dochter van de overledene), borgers ende inwoonders alhier. Zij machtigen Gerrit Jans van Huijsen, borger en inwoonder alhier om namens hen te innen, vorderen ende ontfangen, soodanige vijffde  portie in seecker capitaell van elff hondert gulden en welcke vijfde portie van 't voornoemde capitaell de comparanten spreeckende hebben ten lasten van Jan Thijss op de Sandbrincker molen, woonende onder den gerechte van Snorrenhoeff

17-03-1707: Akkoord tussen Jacob Jansz, won. Amersfoort en Jan Thijsz, molenaar op Zandbrink, onder Snorrenhoef. Er was geschil over de zeilen en de huur. Jan had de molen overgenomen van Jacob.

De buurten Snorrenhoef en Donkelaar vielen onder de molen van Sandbrinck. Het boekjaar loopt van augustus tot en met juli

30-07-1707: Gijsbert Pietersz. bij dode van Pieter Jansz., zijn vader, A fol. 89-90.

 

Arrisz het recht tot de molenwerf te Woudenberg. [HUA, arch.nr. 1105, inv.nr. 126] verplaatst naar Achterveld (Wyndemoole van Sandbrinck)

Volgens "Molens in Utrecht in oude ansichten" stond in het buurtschap Moorst een standerdmolen, die omstreeks 1710 naar Snorrenhoef, gemeente Leusden, werd overgebracht. Dat betekende een reis van ca. 2 km naar het noordwesten. 
Informatie van H. van der Kaay, 25 aug. 2008.