Molen De Hoop voorganger, Eemnes

Eemnes, Utrecht
v

korte karakteristiek

naam
De Hoop voorganger
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07935
oude dbnr.
V5524
Meest recente aanpassing
| Geschiedenis
media-bestand
Molen 07935 De Hoop voorganger (Eemnes)
Fragment kaart Lucas Janszoon Sinck, 1619

locatie

plaats
Eemnes
plaatsaanduiding
gemeente
Eemnes, Utrecht
plaats(en) voorheen
Eemnes-Buiten
streek
Utrechtse Heuvelrug
geo positie
X: 146027, Y: 473808
N: 52.25224, O: 5.25580

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting

Twee koppel stenen

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
opvolger
geschiedenis

1560: In 1560 was Jan Gijsbertszoon de molenaar, in 1617 duikt de naam Aelbert Thomesz. op. 

Op een kaart uit april 1619 getekend door Lucas Jansen Sinck, staat de standerdmolen ook ingetekend. 

1660: Lambert Rijcksz. Lustigh uit Huizen afkomstig schreef in 1660 een stuk, waarin het volgende te lezen is: "Omstreeks 1660 kocht een zekere Jan Meijnsz de Buytendijckse koornmoolen op Emenes, maar het verging hem daar niet wel, en stierf aldaar, weijnigh van sijn groote goet agterlatende". Jan Meijnsz overleed in 1666. 

Inv.nr 3188, 4 juni 1661 
04-06-1661; Jan Meijnes Molenaer te Emenes verkocht voor f 2.550 de helft van een windkorenmolen 
met huis en erf aan Rijck Pietersz Molenaer alhier die reeds de helft bezat; de molen was 
gelegen in het dorp 

11-01-1695 - 25-02-1707: Negen jaar later betaalde Willem Rutgerszoon het windrecht, toen was de molen gedurende de periode 11 januari 1695 tot 25 februari 1707 in handen van het echtpaar Albert van Alphen en Weijntje Jansen. Zij waren woonachtig in Amsterdam toen zij op 25 februari 1707 de molen voor ƒ 2625,= van de hand deden aan Gerrit Willemsz. Varekamp en zijn erfgenamen. 

1717: De molen had twee koppel maalstenen en was een'" dwangmolen" voor Eemnes-Buitendijks. Eemnes-Binnendijks was verplicht zijn graan op de Zandvoortsche Molen in Baarn te laten malen (Tenbruggencatenummer 11360). In 1717 is er een acte opgemaakt waarin staat dat Willem Volkersz. Varekamp molenaar was van de molen te Eemnes-buytendijcks.

1729: In 1729 werd de molen weer verkocht door de erfgenamen, moeder Aaltje Jans Varekamp en drie kinderen Gerrit Willemsz. Varekamp en haar schoonzoon Douwe Sijmons, die gehuwd was met dochter Jaapje. Er waren nog twee minderjarige kinderen Jan en Roelofje. 
De erven Willem Volkertsz. Varekamp kregen de molen toen geheel in eigendom voor ƒ 2700,=, dit waren een weduwe en drie kinderen.

19-11-1739: Willem Douwes Varenkamp, ged. op 19-11-1739 te Baarn, zn. van Douwe Sijmons, was molenaar te Eemnes. Tr. met Jannetje Gerrits Huigen. 

1742: In 1742 ging de molen weer over in andere handen, de kinderen Varekamp verkochten de molen voor ƒ 4375 en 10 stuivers aan de erven van Brakel. De nieuwe kopers leenden hiervoor geld van Gerrit Jacob Snijders. 

1746: Van 1746 tot 1754 werd er nog erfpacht voor de molen betaald. Hoe en wanneer deze standerdmolen is verdwenen is nog niet achterhaald. 

1780: In 1780 werd de lening voldaan door Harmen Pas. 

Bron ondermeer: Eemnes en zijn molens, artikel door G.S. Koeman-Poel in Tussen Vecht en Eem 1976 afl. 4. Met dank aan H. van der Kaay.
MHO
*In het stuk over de voorganger van "De Hoop" te Eemnes staat dat Lambert Rijckszoon Lustigh rond 1660 een stuk over de molen schreef. Dit is onjuist.
Dit moet zijn: 
De huizer schepen Lambert Rijckszoon Lustigh (1654-1727) schreef in 1719 een "Memorie ofte kronijcke", waarin het volgende te lezen is: 

Volgens Lustigh was Jan Meijnsen afkomstig uit Huizen, In 1655 was hij daar, samen met Rijck Pietersz uit Eemnes, eigenaar geworden van de van de standerdmolen, voor een bedrag van f 362. In 1660 werd hij echter door zijn metgezel uitgekocht voor een bedrag van maarliefst f 2550 gulden.
Dit gebeurde volgens Lustigh omdat "de voorz. Jan Meijnsz. een moy, goet man was en de voorz. Rijck Pietersz. een gierigh mantje was en de vrouwen van Jan Meijnsz. en Rijck Pietersz. al te met malckanders kappen aftrokken en niet konden accorderen".
Met zijn kapitaal kocht Jan Meijnsz. de korenmolen in Eemnes-Buiten, "maar het vergingh hem daar niet wel, en stierf aldaar, weynigh van zijn groote goet agterlatende".

Informatie van: Dhr. J. Veerman, Huizen (NH), 10 maart 2009

aanvullingen

trivia

Toelichting op de afbeelding:
Gegevens: Fragment van de "Caerte daar in vertoont wort de limitie tusschen Sticht van Utrecht, van de Vecht tot aan de Suider Zee" uit 1619 van Lucas Jansz. Sinck.
(ARA Hingman 2582-2583). Het zuiden ligt aan de bovenkant.

Ingezonden door J. Veerman, 10 maart 2009.