Molen Deellanden, Barsingerhorn

Barsingerhorn, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Deellanden
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07437
oude dbnr.
V7437
Meest recente aanpassing

locatie

plaats
Barsingerhorn
plaatsaanduiding
gemeente
Hollands Kroon, Noord-Holland
streek
De Schager- en Niedorper Koggen
kadastrale aanduiding 1811-1832
Barsingerhorn en Haringhuizen C (2) 172 De Gemeente
geo positie
X: 118828, Y: 532557
N: 52.77910, O: 4.85113

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting

trechter

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
vlucht
8 m (1864)<br>7,50 m (1864)
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis

Binnen de Hooglandspolder lagen drie omkade poldertjes door sloten van elkaar gescheiden, maar door grondduikers onder die sloten met elkaar in gemeenschap gebracht. Zij behoorden geheel aan het gemeentebestuur van Barsingerhorn.

Het waren:
- de Deellanden, bijna 5 ha
- het Kleine Deeltje, ruim 0,5 ha
- de Zwavelstaarten, ruim 1,5 ha

De molen die deze drie poldertjes bemaalde, was een trechtermolen, staande op de zuidkade der Deellanden en uitmalende in de sloten van de Hooglandspolder.

Voor 1936 werden de kades van het Kleine Deeltje geslecht. Door de aanleg van de stoomtramweg Schagen-Van Ewijcksluis zijn 1911/1912 ook van de Zwavelstaarten de kades verdwenen, dit poldertje kwam in bezit van de provincie Noord-Holland. De molen bemaalde toen dus alleen nog de Deellanden zelf, de beide andere poldertjes werden door de Hooglandspolder bemalen.

Volgens de TK's van 1952 en 1961 stond er toen een windmotor, tot de TK van 1994 een onbekend molentje.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.