Molen Houtzaagmolen buiten Franeker poort, Harlingen/ Harns

Harlingen/ Harns, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Houtzaagmolen buiten Franeker poort
modeltype
Wipmolen, stellingmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
07081
oude dbnr.
V2458
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Harlingen/ Harns
plaatsaanduiding
nz. Trekvaart, hoek Sexbierumer Vaart
gemeente
Harlingen, Fryslân
geo positie
X: 157707, Y: 576444
N: 53.17468, O: 5.42769

constructie

modeltype
Wipmolen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
plaats bediening
stellingmolen
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
1633 - 1638
geschiedenis
Dit was de oudst bekende houtzaagmolen van Friesland. Jacob Lous (plm. 1560-1617) vervaardigde een zeer gedetailleerde plattegrond van zijn woonplaats Harlingen, en tevens een aangezicht van de stad vanuit het noord-noordoosten. Deze werken hangen in de vaste collectie van museum Het Hannemahuis.
Op het aangezicht staat buiten de Franekerpijp een molen waar op het erf planken liggen, een zaagmolen dus. Omdat uit onderstaand document blijkt dat de molen pas in 1616 is gebouwd, zal het aangezicht van na die tijd dateren.

In het huisarchief van Vilsteren, in het Rijksarchief in Zwolle, bevindt zich een archiefstuk van 13 november 1619, waarin een contract van 1616 wordt bevestigd over de huur van een stuk grond aan de vaart bij Harlingen, ter hoogte van een tichelwerk van Baucke Syercxzoon. Het land, "daer op bij mij Jan Corneliszoon een holtsagers meullen is met een bequaem voetpadt omme aende voorszeide meullen te voet te mogen geraecken", huurde Jan vanaf 1 mei 1616 voor tien goudgulden 's jaars van jonkheer Schelto van Aebbinga. In 1619 overleed de jonkheer en verlengde de jonkvrouw de overeenkomst (in bovengenoemd document), terwijl Jan beloofde zijn leven lang gratis al haar hout te zullen zagen. Omdat de opbrengst van de molen onzeker was, had Jan het recht na vier à vijf jaar de molen af te mogen breken en de huur te beëindigen. Dit heeft hij niet gedaan en bij zijn huwelijk met Auck Guilliaems in 1622 was zijn beroep nog steeds houtmullenaer.

In 1632 blijkt dat de molen voor de helft in eigendom was van Jacob Petersen en zijn vrouw Claeske Juckes. Ook de Zuidermolen was voor de helft hun eigendom. In 1633 ruilen ze beide molenhelften met Rinse Keimpis voor zijn molen in Bolsward (waarschijnlijk dbnr. 14943). De andere helft van de molen was in 1633 eigendom van burgemeester Rinnert Oedses Grettinga.

In 1638 verkochten Rinnert, Rinse en zijn broer Sipke het huis, de praam en de gereedschappen van de houtmolen. De molen zelf wordt niet meer genoemd.

Bronnen:
- Doorzagen, art. door D. Bunskoeke in De Utskoat nr. 87, sept. 1997.
- Aanvullingen Dick Bunskoeke, 31 jan. 2015.
- molens, mensen, bedrijven - overzicht van vijf eeuwen Harlinger bedrijfsmolens op windkracht, drs. D.M. Bunskoeke, Beilen 2016

aanvullingen

trivia
De aangegeven locatie is een schatting naar de kadasterkaart 1811-1832.