Molen Polder Overdie, Alkmaar

Alkmaar, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Overdie
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06952
oude dbnr.
V6952
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 06952 Polder Overdie (Alkmaar)
detail onderstaand kaartdeel

locatie

plaats
Alkmaar
plaatsaanduiding
Ten zuiden van het Zeglis
gemeente
Alkmaar, Noord-Holland
streek
Alkmaar
geo positie
X: 112584, Y: 515335
N: 52.62389, O: 4.76081

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
afgebroken
geschiedenis

De molen voerde het polderwater via een waterloop oostelijk langs een volmolen (dbnr. 6953), onder een brug in de Trekweg door, af naar het Zeglis. De waterloop kwam uit tussen oliemolen de Hercules (dbnr. 6954) en het Huis ter Lucht.
Bron: "De industrie- en korenmolens van Alkmaar", door Leo den Engelse en Pieter Schotsman +, in "Alkmaar op de Wind", 2007.

Reeds in het begin der achttiende eeuw werd de Polder Overdie samengevoegd met de Polder Achtermeer. Hierdoor verdween deze molen en werd de bemaling overgenomen door die van de Polder Overdie en Achtermeer (dbnr. 6703).
-----

De Overdiepolder was niet ontstaan uit een droogmaking, maar was gegroeid uit de samenwerking van een aantal landeigenaren, die gemeenschappelijk afwaterden en hun gronden ter bescherming tegen hoog water met een gemeenschappelijke kade omgaven. Deze gronden, die bij normale waterstanden drooglagen, maakten deel uit van een strook oud land, die zich van Alkmaar in zuidelijke richting uitstrekte tot aan Akersloot toe, aan de oostzijde begrensd door de Schermeer en aan de westzijde door de Die. Dit water, de Die, vinden we in geschiedbronnen van de 13e en 14e eeuw, meest afkomstig van de abdij van Egmond, aangeduid als "E" of "Ye", terwijl de landerijen die ten oosten daarvan lagen als "land over de Ee" en "Overdie Ye" werden aangeduid, wat later gespeld als "Overdie". Deze omschrijving vinden we voor de gehele strook land tussen Alkmaar en Akersloot. Het is dan ook zeer wel begrijpelijk, dat we de naam "Over Die" ook nog aantreffen voor een deel van de Groot Limmerpolder. In een akte van 2 november 1396, aanwezig in het stadsarchief te Alkmaar, wordt bepaald, dat deze stad voor "horen lande, geheten Over Dye" niet zal behoeven bij te dragen in het onderhoud van de Schardam. Deze benaming "land van Overdie", die intussen niet meer werd gebruikt voor landerijen onder Heiloo, bleef nog de gehele 16e eeuw in gebruik en het is pas na 1600, dat men spreekt van "polder van Overdie".

In de aanvang van de 18e eeuw bleek, dat de poldermolen, die ongeveer ter hoogte van de tegenwoordige De Ruyterstraat stond, niet in staat was om voldoende water uit te slaan, daar zij vooral bij noordwestenwind in de luwte van de bomen bij de buitenbanen en van de stad stond. Daarom werd overwogen om of de molen te verplaatsen naar de Schermervaart bij de Galgenweide of haar buiten gebruik te stellen en de polder voortaan te laten bemalen door de nieuwe molen van de Achtermeerpolder. In verband met deze plannen werden ingevolge een resolutie van ingelanden van 30 april 1709 besprekingen met die van de Achtermeer begonnen, welke ertoe leidden, dat de ingelanden van beide polders in gemeenschappelijke vergadering op 3 augustus 1709 tot samenwerking besloten, voorlopig voor de tijd van een jaar. Deze samenwerking werd bij resolutie van 17 april 1710 bevestigd, terwijl een jaar later werd overgegaan tot verkoop van de oude molen van de Overdiepolder.

Bron: Inleiding bij de inventaris van het archief van de Achtermeerpolder, E.D. Eijken 1963, Streekarchief Alkmaar.
-----

903. 1674, juli 3. Burgemeesters van Alcmaer en Nanning Harcxsz. Klopper ter ene zijde en de molenmeesters van de polder overdie ter andere zijde komen overeen dat de weidjes van de partij ter ene zijde, gelegen aan de zuidkant van de Oosterbanen, welke door de molen van Overdie bemalen worden doch buiten de polder liggen, onder de polder gebracht zullen worden en dat een kade gelegd zal worden tot kering van het Schermerwater, op kosten van beide partijen, terwijl de polder het onderhoud zal hebben. Op papier. Inv. nr. 2259.

904. 1674, juli 4. Burgemeesters van Alcmaer en de molenmeesters en gemene ingelanden van de polder Overdie komen overeen, dat tussen de beide zaagmolens op het eind van het Zeggelis voor het land van Harck Harcksz. Cooren erfgenamen een stenen platinge gelegd zal worden ter lengte van 420 Alkmaarder voeten met daarnaast een kade, onder voorwaarde, dat de stad het jagen met paarden zal verbieden of anders een bestraat jaagpad zal maken. Door molenmeesters ongetekend gelaten. Op papier. Inv. nr. 2259.

Bron: Inventaris stadsarchief Alkmaar 1254-1815, deel 2. Regestenlijst 1254-1810.
-----

Oprechte Haerlemsche Courant, 16 juni 1711:
"Molenmeesteren van de Polders het Overdie en de Achter-Meer sullen Dingsdag, den 30 Juny, 's Morgens ten 10 uuren, verkopen een sterke Agtkante Water-Molen, onder wijt na de Streksel 24 Voet, de Roeden lang omtrent 62 Voet, voorzien met een nieuScheprad, Onder- en Boven-Wielen, Schijfloper en nieuwe Spil, 't geheele Achtkant van Deventer Sporen gemaekt; staende in 't Overdie in de Jurisdictie van Alkmaer."