Molen Polder Oud-Dubbeldam / Oudlandsche molen / Oudlandsche Watermolen, vanaf 1738 Vierpolders, benedenmolen, Dordrecht

Dordrecht, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Polder Oud-Dubbeldam / Oudlandsche molen / Oudlandsche Watermolen, vanaf 1738 Vierpolders, benedenmolen
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06675 w
oude dbnr.
V1609
Meest recente aanpassing
| Algehele revisie gegevens
media-bestand
Molen 06675 w Polder Oud-Dubbeldam / Oudlandsche molen / Oudlandsche Watermolen, vanaf 1738 Vierpolders, benedenmolen (Dordrecht)
Foto:n.n., vlnr De Oudelandse molen, De Hoop, De Noordsche Boer

locatie

plaats
Dordrecht
plaatsaanduiding
Heinsiusstraat, hoek Marnixstraat, vh Watermolenweide
gemeente
Dordrecht, Zuid-Holland
plaats(en) voorheen
Dubbeldam
streek
Eiland van Dordrecht
kadastrale aanduiding 1811-1832
Dubbeldam A (1) 149 De Polder Oud Dubbeldam
geo positie
X: 104790, Y: 424475
N: 51.80665, O: 4.65918

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
romp
vierkante ondertoren
inrichting

Scheprad

versieringen

Molenaar Jan de Bie, overleden (zie aanvullingen)

plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Penn & Comp, F.J. ✉︎ ? 1858 1858 1876
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis

Polder Oud-Dubbeldam/ Oudlandsche molen/ Oudlandsche Watermolen,
vanaf 1738 Vierpolders, benedenmolen:

1589-1603 De eerste polder die hier ontstond was de polder Oud-Dubbeldam in de jaren 1589-1603. 
Deze belangrijke omdijking begon bij de Noorderpoort en volgde het tracé Noordendijk, Groenedijk, Krommedijk, Koeiendijk, Oudendijk en Brouwersdijk.
Deze laatste dijk liep vroeger veel verder door dan nu het geval is en sloot langs de weyde vande weeskinderen Het overtollige water werd toen geloosd in de stadsgracht.
Doordat er na verloop van tijd niet meer tijdig veel water geloosd kon worden op deze wijze, werd er in 1618 een wipmolen met scheprad geplaatst.
De molen sloeg uit op de boezem, die ontstaan was door een gedeelte van het riviertje de Dubbel af te dammen. Deze boezem stond in verbinding met de Oude Maas.

23-11-1699 Jan de Bie was afkomstig uit Ophemert en op 23 november 1699 te Dordrecht getrouwd met de Dordtse Margrieta van de Werve. 

25-12-1730 Een "seecker burger uijt de stad Dordt, met name Jan de Bie, des middags om 11 of half twaelf ure gecomen zijnde bij de watermoole van Oud-Dubbeldam en tegens den moolenaar en nog de persoon van Willem Dijkwel agter dito molen bij de trap wat geblevene staan praten, is ’t gebeurt dat den zelven van haar is weg gegaen langs de moole om te keeren na de Spuijweg in Oud-Dubbeldam en zoo na de stadt, dog wanneer tusschen de roede door wilde loopen heeft het ongeluk gewilt dat de roede hem zoodanig tegens zijn bovenlijff en hooft quam te treffen, dat spraekloos daerbij neerviel en daervan daen wiert gedragen in ’t moolenhuijs daer omtrent staende, alwaer na verloop van omtrent 11/2 uur is comen te overlijden"

De molenaar was Arij Valk in de Wieldrechtse Polder. Deze Jan de Bie werd naar het bijgelegen molenhuis gedragen, waar hij na ca. 1½ uur overleed. Om vier in de namiddag kwam de baljuw van Zuid-Holland met een van de mannen van Zuid-Holland, een stadsdoktor en een chirurgijn, naar het huis toe om het lijk te beschouwen. Ook kwam rond dezelfde tijd de Schout van Dubbeldam. Er ontstond nog enige twist tussen de baljuw en de schout over wie het lijk mocht visiteren. De Schout van Dubbeldam vertrok al gauw weer. ’s Avonds om zeven uur gingen Willem Dijkwel en de molenaar op verzoek van de Schout naar zijn huis toe. Zij vertelden hem dat het lijk van Jan de Bie nog dezelfde avond naar Dordrecht was vervoerd, waar het ook begraven zou worden. Dit was gebeurd zonder dat de Schout van Dubbeldam daarover werd geïnformeerd.

30-12-1730, vijf dagen na het ongeluk, werd hij begraven in de Augustijnenkerk (graf 94). Hij moet dan zeker ouder dan vijftig jaar geweest zijn. 
Zijn vrouw werd in hetzelfde graf begraven op 22 juli 1747.

1738 Besloten werd de boezems van de polder Oud-Dubbeldam en die van de Zuidpolder te verbinden en er een nieuwe molen te stichten. 
De bestaande molens in de Watermolenweide en bij de Smitshoek voldeden niet meer. Daarom werd er een ronde stenen schepradmolen bij gebouwd die als bovenmolen zou gaan dienen voor beide polders en loosde via een sluis door de 's-Gravendeelsedijk in de Oude Maas.
De bestaande molens in de Watermolenweide en bij de Smitshoek werden toen benedenmolens die uitsloegen op de vergrote boezem.
Tegenover de nieuwe ronde stenen molen werd een nieuwe sluis door de Noordendijk gelegd, uitwaterend op de Vlij. De molen werd gerezen en verbouwd tot vijzelmolen.

1833 L. de Bruin was vóór 1833 molenaar 

1857  Men besloot om ook de wipmolen aan de Watermolenweide te laten rijzen. 

04-03-1858 Penn & Comp geeft  een garantie verklaring af van 50 jaar voor een geleverde as. De molen werd vervangen door het stoomcentrifugaalpompgemaal Mr. J. Loudon. 

Jacob de Bruin was vóór 1868 molenaar

Omstreeks 1870 verdwenen er 7 poldermolens, waarvan deze molen er één was.
Voor de Noord- of Merwedepolder was aan de Noordendijk het stoomgemaal "Jhr. Jantzon van Erffrenten" gebouwd.

1930-1932  Dit gemaal werd omgebouwd tot een motorcentrifugaalpomp, waarna hij ook de taak van het "Mr.J. Loudon" stoomgemaal overnam, die van 1870 af de Vierpolders en de polder Wieldrecht bemaalde.

Bron: Draaiende wieken, stappende paarden - Molens op het Eiland van Dordrecht, C.J.P. Grol en J. Zondervan-Van Heck, Jaarboek 2008 Historische Vereniging Oud-Dordrecht.

aanvullingen

trivia

Dubbeldam was een dorp op het Eiland van Dordrecht, is per 1 juli 1970 toegevoegd aan de gemeente Dordrecht en maakt sindsdien als wijk deel uit van deze stad.