Molen Het Grootslag, Oostermolen 1, Enkhuizen

Enkhuizen, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
Het Grootslag, Oostermolen 1
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
06653 i
oude dbnr.
V1702
Meest recente aanpassing
| Conversie

locatie

plaats
Enkhuizen
plaatsaanduiding
aan het eind van de Oude Gouw
gemeente
Enkhuizen, Noord-Holland
streek
Drechterland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Enkhuizen B (2) 145 Polder het Grootslag
geo positie
X: 148107, Y: 524766
N: 52.71025, O: 5.28521

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Scheprad
1844 vervijzeld
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
binnenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Polder Het Grootslag

Bij handvest van 1 juli 1423 verleende Hertog Jan van Beieren aan de steden Enkhuizen en Broek, alsmede aan Westwoud, vergunning tot het maken van dijken en wegen in een uitgestrekt gebied, waardoor de polder Het Grootslag ontstond.

De eerste twee molens bij Enkhuizen werden in 1452 geplaatst aan het einde van de Oude Gouw bij de Noorderdijk. Het ging hier (waarschijnlijk) om wipmolens met een scheprad.

In 1545 stonden er bij Enkhuizen inmiddels vier wipmolens, in dat jaar werden drie daarvan vervangen door achtkante binnenkruiers, ook weer met een scheprad. De situatie die toen ontstond wordt weergegeven op de kaarten van Van Deventer (1560) en Van Wagenaer (1570).

Ook nog in 1545 bouwde Meester Jacob, molenmeester van Delft, vier molens bij bij Krimpen/ Andijk, ondanks de Enkhuizer wens om ze bij stad te plaatsen om de havens door te spoelen. Door de plaatsing bij Andijk konden ook de laagst gelegen polderdelen onder Hoogwoud en Westwoud beter bemalen worden. Deze vier waren achtkante binnenkruiers met een scheprad van 4,75 m en een opvoerhoogte van 75 cm. Het scheprad draaide eenmaal per vijf enden rond.

In 1578 kreeg Enkhuizen eindelijk gedaan dat de vier Oostermolens voortaan niet meer direkt op de Zuiderzee, maar zuidwaarts op de stadsgrachten van Enkhuizen gingen uitslaan om de havens door te spoelen. Hiertoe legde men een molendijk aan en groef een watertocht die door een sluis in verbinding stond met de haven. Dit alles zal de capaciteit niet ten goede gekomen zijn.

Wervershoof was kennelijk ontevreden met de bemaling door Het Grootslag, en nam het per akkoord van 26 mei 1598 op zich om zijn eigen molen, sluizen en dijken te maken en onderhouden. Hiertoe werd de Belmolen gebouwd in de Kaag ofwel Heerhuigenkoog (Tenbruggencatenummer 08313).

Vóór 1616 waren er nog vier molens bijgebouwd bij Broekerhaven.

Vanwege de maaivelddaling werden in 1616 enkele molens bij Broekerhaven en Andijk van een tweede scheprad voorzien om een tweetraps bemaling mogelijk te maken (duidelijk zichtbaar op de kadasterkaarten van 1811-1832). Zodoende werd bij hoge zeewaterstand de groep bij Andijk omgevormd tot 3 ondermolens en 2 bovenmolens, en de groep bij Broekerhaven tot 2 ondermolens en 2 bovenmolens. Verder kwam er in 1616 bij Broekerhaven nog een vijfde molen bij. De vier Enkhuizer molen werden alleen enkele duimen "opgetild" afhankelijk van de inzichten van de molenmaker.

In 1648 waren er bij Enkhuizen nog drie molens over: de wipmolen en twee binnenkruiers, zoals getoond op de kaart van Tirion (1743). Toen werden ook deze molens van een tweede scheprad voorzien.

In Het Grootslag werd in 1842 als eerste een van de Zuidermolens vervijzeld, tegelijk met het aanbrengen van de waaierpompen van de Zaanse molenmakers Koeter en Verdonk in de Zuidermolen nr 10. De Noordermolens bij Andijk, genummerd 1 tot en met 5, volgden in 1843 en de drie Oostermolens even benoorden Enkhuizen het jaar daarop.

Vóór 1864 was de Heerhuigenkoog weer binnen de bemaling opgenomen.

De polder werd uiteindelijk bemalen door 13 achtkante binnenkruiers met vijzels van 1,70 tot 1,95 m diameter:
- 3 Oostermolens bij Enkhuizen
- 5 Zuidermolens bij Broekerhaven
- 5 Noordermolens bij Krimpen/ Andijk (ook Broecker, Krimpener of Broekoorder watermolens genoemd)
De Grootslag-molens hadden vijzels met een diameter van 1,70 tot 1,95 m, en hadden de volgende vluchten: 21,06 m, 22,40 m, 23,50 m (3x), 24,10 m (2x), 24,90 m, 25,20 m (2x), 25,80 m, 26,30 m (2x).

Deze dertien molens voldeden toch niet: na een flinke regendag moesten ze vijf dagen malen om het polderwater weer op peil te krijgen! In 1863 werd ter vervanging van de drie Enkhuizer molens een (hulp)stoomgemaal gebouwd bij Andijk, dit was een centrifugaalpomp van Gwynne van 26½ pk, met een capaciteit van 40 m² per minuut bij een opvoerhoogte van 3 m. In oktober 1863 was dit nagenoeg voltooid, daarna werden de Enkhuizer molens dus rond 1864 gesloopt. De sloop bracht nog ƒ 1858,= op.

Eén molen bij Andijk werd in 1883 gesloopt en de overige 9 nadat in 1907 bij Broekerhaven een nieuw gemaal was gebouwd. Vanaf 1924 werd tevens de bemaling van de Houterpolder overgenomen.

Bronnen:
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", Mr. G. de Vries Azn., 1864.
- "De zeeweringen en waterschappen van Noordholland", derde uitgaaf, D. Kooiman, 1936.
- NH Molenboek 1981.
- "De molens van Enkhuizen", artikel in "Steevast" 1986, jaaruitgave Vereniging "Oud Enkhuizen", met dank aan H. van der Kaay.
- "Middeleeuwse watermolens in Hollands polderland", A. Bicker Caarten, 1990.
- "West-Friese watermolens op de kaart van Joost Jansz. Beeldsnijder (1575/1608) en op de kaarten van het Groot Proces (1638)", artikel door Bert Kölker en Jan de Bruin in Jaarboek 2007 van het Westfries Genootschap.
MHO
-----

21 januari 1686:
"Hebben de Heeren Burgermeesteren en Regeerders des stads Enchuisen geaccordeert en sijn overeen gekomen met de Buregermeesteren van Bovenkarspel, Grootebroek, Lutjebroek, Hoogkarspel, Westwoude en Wervershoove omme buijten de Noorder Poort van dese stat bij provisie een Watermolen te setten en dat van sulke groote en op soodanigen plaetse als ter dienste van de wateringe nodigh sal geoordeelt werden."
Bron: Bibliotheca Enchusana.
-----

De Noorder molens werden vervijzeld in 1843, en de Ooster molens in 1844.
Bij Andijk werd een proefgemaal gezet. Dit voldeed zeer goed en het werd vervangen door een stoomgemaal. Daardoor werden de drie Broekerhaven-molens overtollig. Dit gebeurde in 1863. De molens waren in slechte staat.
Bron: “Geschiedenis van den polder “Het Grootslag”, P. Noordeloos en Joh. Morsink.
Bernard Sijm, 7 maart 2021.

aanvullingen