Molen Fleringer Molen, Fleringen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1822

verdwenen

1846

verbrand

opvolger

Fleringen (Molen van Frielink / Grobbenmolen)

geschiedenis

In 1822 werd op de huidige plaats door de familie Von Bönninghausen (de toenmalige bewoners van de Havezathe Herinckhave) een olie-korenmolen gebouwd, omdat de watermolen bij zijn kasteel vaak onvoldoende water had.

-----

Opregte Haarlemsche courant, 22-02-1825
Te Tubbergen, in Overijssel, zal op Dingsdag den 15 Maart 1825, des namiddags ten 2 uren, ten huize van A. ten Winkel, publiek aan den meestbiedenden, voor den tijd van drie of zes jaren, ingaande met 19 Mei dezes jaars, wordende verpacht: Een OLIE-, KOREN- EN PEL- WINDMOLEN, staande in de Buurtschap Fleringen

-----

Overijsselsche courant, 25-01-1842
Op Zaturdag den 5den Februarij 1842, des voormiddags elf uren , zal , ten huize van J. OUDE MENSINK, Tapper te Fleringen, Gemeente Tubbergen , ten overstaan van den te Tubbergen residerenden Notaris Mr. L. J. BARENDTSZEN, in het openbaar worden verhuurd , voor den tijd van zes of twaalf jaren •
I°. De KOOREN-, PEL- en 0LIJ- WINDMOLEN , met de MOLENAARS WONING, TUIN , BOUW en GR0ENGROND, en SCHUURTJE.
2°. De KOORN-WATER-MOLEN, beide to Fleringen staande en gelegen.
De Voorwaarden der verhuring liggen ten Kantore van genoemden Notaris ter lezing.

-----

In 1844 brandde deze windmolen af. Op dezelfde plaats kwam in 1846 op een verhoging, wegens windbelemmering van omringende bomen, de huidige ronde stenen grondzeiler.

Bron: Nederlandse Molendatabase.

Twentsche courant, 02-05-1846

Tubbergen, 1 mei.
Gister namiddag ongeveer vijf ure, ontstond er in de buurtschap Fleringen binnen deze gemeente, door welk toeval onbekend, brand, in den wind- koren- pel- en oliemolen, behoorende onder den huize Herinckhave in gemelde buurrschap, bemalen wordende door den molenaar G.J. Olde Wesselink.
De brand moet zoo men verneemt, het eerst ontstaan zijn in den kap van den molen, welke met zoodanige hevigheid toenam, dat dezelve spoedig wat het bovenste gedeelte betreft, met al het binnenwerk was afgebrand, zoo dat er hoegenaamd niets is overgebleven dan het muurwerk. De brand had plaats terwijl de molen nog aan 't rondloopen was en men bezig was olie te slaan. Deze molen, met het annexe huis, hetwelk is gespaard gebleven. voor weinige jaren nieuw gebouwd, neemt een prachtig sieraad uit deze buurschap weg. Men verneemt verder, dat de molen door den eigenaar Jonkheer van Bönnighausen, tegen brandschade is verzekerd, in de Rotterdamsche Brand-Waarborg-Maatschappij.