Molen van Zetzema, De Wilp

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1849

verdwenen

circa 1903

afgebroken en verplaatst

verplaatst naar

Keldonk (De Hoop)

geschiedenis

Blijkens aantekeningen van B. van der Veen Czn. werd de molen gebouwd in 1849 door een bakker Zetzema. In 1883 was diens weduwe eigenaar, en vanaf 1888 A. Bron.
In of kort voor 1903 werd de molen gekocht door Ynze Tjibbe Reindersma, die in 1901 in het dorp De Wilp een grote molen gebouwd had, ongeveer een kilometer noordoostelijk van de molen van De Friese Wilp.
Kennelijk kocht Reindersma de molen om een concurrent kwijt te raken.
De molen van De Friese Wilp zou verkocht zijn naar Aarle-Rixtel. Dit werd nog bevestigd door schipper Poppinga uit Jonkersvaart, die zei de molen in Aarle-Rixtel gezien te hebben. In die plaats is echter geen achtkante molen bekend na 1903. Waarschijnlijk is het deze molen die verplaatst werd naar Keldonk (database nr. 545). De bouwheer van de molen in Keldonk, Christiaan Raaijmakers, woonde in 1903 nog in Aarle-Rixtel. De molen van Keldonk was te zien vanaf de Zuid-Willemsvaart, zodat de verklaring van Poppinga toch op deze molen betrekking kan hebben.

Gegevens ontvangen via W.O. Bakker en Pieter Groot.
Informatie van N. Jurgens, 18 oktober 2007
-----

Korenmolen. Een achtkante stellingmolen met een lage stelling. Gebouwd in 1849 voor J.R. Zetzema, vergunning tot de bouw 28 juli 1849. Komt voor op de stafkaart van 1854 en de waterstaatskaart van 1874. Standplaats aan de knik in de Wilpsterwijk - Hoofdwijk, stond aan het voetpad langs de Wijk (later werd hier een weg gemaakt), De Friese Wilp.

Eigenaars: wed. J.R. Zetzema (bakker) oa. 1883, 1884 en 1885, in 1888 A. Bron.

Afgebroken 17 april 1903. Gekocht door IJ.T. Reindersma, die de molen omstreeks 1903 op afbraak verkocht naar Aarle-Rixtel (mededeling Reindersma De Wilp op 19 nov. 1946 en gezien te Aarle-Rixtel door Poppinga uit Jonkersvaart).
Bron: archieffiche B. van der Veen Czn.
-----

De molen werd in 1849 gebouwd voor bakker Jan Reinder Zetzema. Reeds in 1834 hield hij zich bezig met het malen van graan in Marum, kennelijk als huurder van de molen van de familie Aikema.

Van 1893 tot 1903 verpachtte Zetzema zijn molen aan Hilbrand Beerlings. Toen werd de molen vanwege concurrentieverkleining aangekocht door Yntze Reindersma, en afgebroken.

Bron: Molens in het dorp De Wilp, art. door Koos Vos in ’t Olde Guet nr. 12, vereniging Heemkundekring Vredewold-West.