Molen Kaarschotse Molen (2e), Rijsbergen

geschiedenis

toestand

verdwenen

bouwjaar

1836 - 1837

verdwenen

gesloopt

voorganger

Rijsbergen (Kaarschotse Molen (1e))

opvolger

Rijsbergen (Kaarschotse Molen (3e))

geschiedenis

In 1835 vroeg Peter Soffers vergunning om de watermolen om te bouwen tot watervluchtmolen.

De molen werd gebouwd door Petrus Johannes Soffers, molenaar te Essen (België). In 1836 werd er met de bouw begonnen en in 1837 was de molen maalvaardig. 

Petrus Soffers mocht er helaas niet lang van genieten. In 1858 stierf hij en zijn zoon Petrus Adrianus Franciscus nam het beheer over. Dit tot 1861, toen de molen werd verkocht aan de heren C. v.d. Eenden en M. Rosman te Breda.

In 1863 werd besloten om de watervluchtmolen te slopen en de nog aanwezige fundering van de oude watermolen de situatie te herstellen.

 

12-06-1897: Provinciale Noordbrabantsche  en 's Hertogenbossche courant

Het Bestuur van het Waterschap Aa of Weerijs" is voornemens op Zaterdag 26 Juni 1897, des voormiddags te elf ure, ten Raadhuize der gemeente Rijsbergen, publiek AAN TE BESTEDEN:

Het Herstellen van den Watermolen te Rijsbergen.

Plaatselijke aanwijzing zal geschieden op Zaterdag 19 juni a. s., des voormiddags te half elf ure, terwijl bestek en voorwaarden vanaf 16 Juni a. s. ter Secretarie te Rijsbergen verkrijgbaar zijn ad f0.50 per stuk. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Opzichter van den Prov. Waterstaat, den Heer J. SLUIJS, Stationsplein te Breda. Namens het Bestuur van het Waterschap de Aa of Weerijs, De Voorzitter L. E. A. F. VAN DE WALL.

 

01-07-1897: Bredasche courant

RIJSBERGEN, 29 Juni. De bouwvallige watermolen alhier, die, zooals men weet, sedert enkele jaren in 't bezit is van het waterschap de Aa of Weerijs, zal eindelijk eene geheele herstelling ondergaan, ondanks het hevig verzet van eenige hoofdingelanden, die den molen wilden sloepen. Zaterdag  l.l. heeft ten raadhuize alhier de aanbesteding plaats gehad; van de vier gegadigden was de heer Mathijssen, molenmaker te Tilburg, met de som van f 3700 de laagste inschrijver, wien dan ook het werk is gegund Ten overvloede zij nog vermeld dat, zoodra het besluit tot herstel van den molen gevallen was, de opposanten als hoofdingelanden hun ontslag hebben genomen. In de opengevallen plaatsen zal weldra worden voorzien. 

In 1896 werd de aloude molen verkocht aan het waterschap de Aa of Weerijs die de molen in 1897 liet afbreken en door een andere liet vervangen.
De bouw was niet te vergelijken met wat er ooit gestaan heeft. Het vakmanschap van onze voorvaderen werd niet geëvenaard.

 

01-06-1915: Bredasche courant

Watermolen-questie

Eindelijk is de quaestie van den Watermolen te Rijsbergen opgelost en werd gisteren door de Hoofdingelanden van Prinsenhage—Rijsbergen en Zundert besloten dien molen af te breken. Wij twijfelen niet of dit genomen besluit zal door de meeste grondeigenaren met genoegen worden vernomen, reeds jaren gingen er tegen het behouden van dien molen stemmen op en we veronderstellen dan ook met grond, dat men door deze maatregel een goed werk heelt verricht. 

bronnen

Bron: "Watermolens in Noord-Brabant vroeger en nu", Ir. Piet-Hein van Halder, 2010.

nog waarneembaar