Molen De Zeeman, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Zeeman
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04915 b
oude dbnr.
V2965
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04915 b De Zeeman (Zaandam-Oost)

Ansichtkaart, serie 40 nr 4, coll. DVM

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan 't Kalf aan weg en Zaan, ter hoogte van de cacaofabriek Aurora van Gerkens
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 40 Evert Smit, koopman
geo positie
X: 116391, Y: 497548
N: 52.46432, O: 4.81909

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verbrand
geschiedenis
De Zeeman werd gebouwd op het erf waar eerder de houtzaagmolen “de Schrobber” had gestaan. Wanneer deze molen verdween is niet bekend. Voor de Zeeman kreeg Arent Jansz. Koopmans de windbrief uitgereikt op 22 juli 1683. De verbandbrief kreeg Koopmans op 7 december van dat jaar. Met deze verbandbrief gaf Koopmans de molen in onderpand, wanneer hij zijn betalingen van het windgeld niet na kwam. Het jaarlijkse bedrag dat Koopmans moest betalen was 6 caroligulden. Dit bedrag duidt erop dat de Zeeman als een dubbele oliemolen was gebouwd.
Eerder, op 16 oktober, werd de molen tegen brand verzekerd in een assurantiecontract, de verzekerde waarde van de molen bedroeg toen Fl.3500,-.
Op 1 januari 1707 wordt de Zeeman opnieuw tegen brand verzekerd, ditmaal staat de molen op naam Claas Jansz. Kee. In 1723 behoort de molen toe aan de Koger olieslagers Gijsbert Elslandt en Dirk Kluys. Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727 wordt de lading van de Zeeman op die dag door Dirck Kluys en Gijsbert van Elslandt, tegen brand verzekerd. Enkele jaren later, op 1 juli 1733, werd ook de opstal van de molen tegen brand verzekerd.
Gijsbert van Elslandt runde samen met zijn schoonvader Dirk Kluys een onderneming. Naast de Zeeman waren zij olieslagers met de volgende oliemolens:”de Sint Willibrordus”, “de Roggebloem” en “de Haan” in Oostzaandam, “de Bagijn” in Koog aan de Zaan, “de Roode Wildeman” en “het Witte Paard” in Wormerveer en “de Beer” in Wormer. Er waren in deze tijd niet veel andere ondernemers die zo’n groot aantal molens bezaten.
Tot omstreeks 1750 blijft Gijsbert van Elslandt actief met zijn molens, daarna worden ze verkocht. De Zeeman kwam toen in het bezit van de Oostzaandammer olieslager Pieter Peyt. De voorouders van deze olieslager waren al lange tijd actief met de bij Haaldersbroek gelegen oliemolen “de Sint Lucas”, later sloeg Peijt ook olie met “de Oude Zwan” en “de Oude Dekker”. In 1809 verkocht de firma Pieter Peijt & Compagnon, na het overlijden van Pieter Peyt jr. de molen aan Pieter Honig. Vermoedelijk is Pieter Honig familie van Peijt, want naast de Zeeman heeft hij later ook de andere twee molens van Peijt op zijn naam staan.
Op 29 mei 1813 verkocht Honig de drie oliemolens aan de Koger olieslager Evert Smit. Voor de Zeeman betaalde Smit een bedrag van 3102,-.
Evert Smit behoorde in zijn tijd tot een van de grotere moleneigenaars en had al zo’n 10 oliemolens voor hem werken. In 1796 begon Evert Smit olie te slaan met de Westzaandammer oliemolen “de Olievos”, vijf jaar later zegt hij de huur van deze molen op en koopt hij de nabijgelegen oliemolen “de Wind”. In de daarop volgende jaren koopt Evert Smit er een behoorlijk aantal oliemolens bij, zijn onderneming zal uitgroeien tot een van de grotere in de Zaanstreek. Tijdens zijn top bezit Smit ruim 25 oliemolens en een pelmolen, verder is hij burgemeester van Koog aan de Zaan en heeft hij in Suriname plantages. Na zijn overlijden in 1843 wordt het bezit van Smit verkocht. De Zeeman is dan een van de weinige molens die in handen blijft van de familie Smit. De zoon van Evert Smit, Cornelis Evertsz. Smit, krijgt uit de erfenis de Zeeman, “de Sint Lucas” en “de Roode Wachter” toebedeeld. In 1861 verkocht Smit de molen aan Teunis Crok uit Koog aan de Zaan.
De firma Crok was in 1843 opgericht door Teunis Crok, een koopman uit Koog aan de Zaan. Crok was sinds dat jaar olieslager met de Wormerveerder oliemolen “de Engel”. In 1846 komt daar de Oostzaandammer oliemolen “de Bonte Hen” bij. Later breidt hij zijn molenbezit verder uit met o.a. de oliemolens “de Boer”, “de Vier Heemskinderen”, “de Samson” en “de Zoeker” en de pelmolen “de Zeilemaker”, die echter maar kort voor de firma draait. Na het overlijden van Teun Crok in 1866, nemen zijn weduwe en haar drie zonen het bedrijf over.
In 1872 laat de firma Crok “de Engel” afbreken en voorzien van een stoommachine. De Engel was daarmee de derde stoomolieslagerij in de Zaanstreek, maar werd op de voet gevolgd door “de Toekomst” en “de Vrede”. De eerste stoomolieslagerijen verschilden wat betreft interieur niet veel van de windmolens. Het duurde echter nog vrij lang voordat alle kinderziektes uit deze fabrieken waren opgelost en dus hield men de molens nog steeds in bedrijf.
In 1891 wordt de firma Teunis Crok opgeheven en richt de zoon van Crok, Dirk Crok samen met zijn zwager Jan Laan de nieuwe firma Crok & Laan op. Hierna werden de bezittingen van de oude firma verdeeld. Dirk Crok kreeg de stoomolieslagerij “de Engel” en de oliemolen “de Bonte Hen” toegewezen. De Wachter kwam in handen van Jan Crok. Alle andere molens werden na deze opdeling van de firma verkocht. De Zeeman werd op 11 juni 1892 uit het olieslagerscontract geschreven en daarna geveild. Wie de molen toen kocht is mij niet bekend.
Kort voor het begin van de twintigste eeuw wordt de Zeeman gekocht door Jan Huysman uit Koog aan de Zaan. Wanneer de meeste fabrikanten hun molens afstoten, begint Huysman nog een nieuwe olieslagersfirma. In korte tijd kocht hij de oliemolens “de Zaadzaaier”, “de Prolpot”, “de Oude Zwan”, “het Zwarte Kalf” en “de Oranjeboom”, alle gelegen op en rond de Hemmes in Oostzaandam. Met deze onderneming wordt het begin gelegd van de firma die tegenwoordig bekend staat als ADM Cocoa, voorheen Cacao de Zaan. Eerst verwerkt Huysman gewoon lijnzaad op deze molens, later, worden zij gebruikt voor de verwerking van cacao afval. Jan Huysman blijft tot 1908 werken met de Zeeman en verkoopt hem daarna aan Pieter Koning uit Zaandijk. Koning laat in de schuur van de molen een cacaopers instaleren die door stoom werd aangedreven. Hiermee werd cacao poeder geproduceerd. De molen zelf werd toen gebruikt voor het verwerken van cacao afval. Het werk gaat zo door tot 19 februari 1910. Op die dag werd er omstreeks 10 uur ’s avonds melding gemaakt van brand. Door onbekend oorzaak was er brand uitgebroken in de molen die even later geheel in brand stond. Na ongeveer een uur stortte de Zeeman achterover de Zaan in en was het gebeurd met deze molen. (zie info van G. van Soest hieronder)
Op het erf van de Zeeman werd na de brand een stenen fabriekspand opgericht dat de naam “de Aurora” kreeg. De fabriek die in de loop der jaren vele malen is vergroot, bestaat nog steeds en hoort toe aan de firma Gerkens uit Wormer.

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 134/ 136
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 296
- “de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 78
- “het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 51/ 67-72/ 107
- “de Windbrief” 3e jaargang 1973 nr.10 (uitg. Ver. De Zaanse Molen) blz. 16-17
- “Zaanse molenbranden” R. Couwenhoven 2001 blz. 92-94
- “Zaanse windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 242-243
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 140
F. Rol.
-----

De Zaanse brandkroniek vermeld: 1910, 19 febr. Wederom (de Koker, 1910, 17 januari ) brand in een molen.
Het was nu de Zeeman, die op zaterdagavond, te kwart voor tien, het eerst in de schuur, vlam vatte.
De molen stond aan weg en Zaan, in den bocht, even voorbij de Kalverschool.
Het was een vroegere oliemolen, thans dienstdoende als cacaomolen.
De heele molen, waarin zich ook een motor bevond, stond in zeer korten tijd in vlammen, een hevige hitte verspreidend.
De Kalverspuit en twee Kogerspuiten waren dra aanwezig, maar een vrij hevige wind, verdreef de spuitgasten van de stelling, waar zij kordaat reeds hadden postgevat.
De rijdende motorspuit, zoomede `n groot aantal handspuiten, vermocht niets tegen dezen gloed, die zoo geweldig werd, dat de spuitgasten moesten retireeren en met verder spuiten wachten moesten tot den molen gevallen was.
Het bleek een uiterst sterke molen te zijn, want lang duurde het, eer er beweging in kwam.
Te kwart voor elf ongeveer begonnen, onder luid hoerageroep van het talrijke zaterdagavond-publiek, de wieken te draaien.
Wonderlijk mooi was dit treffende schouwspel, zoodat de talrijke toeschouwers, die van ver gekomen waren en overal op de Zaanoevers stonden, een enthousiast gejuich aanhieven.
Direct daarop stortte de molen achterover de Zaan in, in elkaar zakkend als iemand die bezweek.
Ondraaglijk werd de gloed, zoodat de brandweerlieden achteruit stoven, straalpijpen en slangen in de steek latend.
Ook de twee schuren verbrandde totaal.
Tot half vier in den morgen bleven de spuiten, waaronder de drijvende spuit, alle aanwezig.
De ijzeren as en roeden staken toen nog boven de puinhopen uit.
De molen behoorde toe aan den heer P. Koning Jr., te Zaandijk.
Te Santpoort en te Beverwijk had men naar den gloed gekeken.
Gijs van Soest.

aanvullingen

trivia
In 1694 tekende landmeter Johannes Leupenius op zijn bijkaart nr. 4 van de Banne Oostzaan de oliemolens Het Winday, De Schrobber en de Sint Willebrordus. Willem Buijs meldde in 1917 dat De Zeeman als zaagmolen was gebouwd en toen De Schrobber heette. Boorsma bestreedt dat omdat de molen doorlopende achtkantstijlen had zodat er geen ruimte was voor zaagsleden, maar nam hem wel als zaagmolen op in 1000 ZM. Gezien de vermelding van Leupenius als oliemolen moet De Schrobber echter een bijnaam zijn geweest van De Zeeman.
Bron: "1100 Zaanse Molens", Ron Couwenhoven 2015, blz. 156.
-----

Bij de foto's:
De bovenste foto laat de molen zien tijdens het 25 jarig huwelijk van Jan Huysman en zijn vrouw in 1907.
De middelste foto laat de resten zien van de Zeeman na de brand.
De onderste foto is genomen vanaf de stelling van de pelmolen de Hondeman. Op de voorgrond staat de Zeeman. Links hiervan is de bestaande meelmolen de Dood te ontwaren, rechts van het achtkant van de Zeeman staan de oliemolen de Ooievaar en de verfmolen de Windhond. Door de bomen rechts zijn de wieken van enkele Hemmes molens te zien.

foto's

foto's