Molen De Groeneboer, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Groeneboer
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04914 x
oude dbnr.
V2930
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04914 x De Groeneboer (Zaandam-Oost)
Deel Molenpanorama, Zaans Molenmuseum

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Aan weg en Zaan, direct ten zuiden van het snelwegviaduct.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam B (1) 27 Jacobus Kluiver, koopman
geo positie
X: 116035, Y: 497317
N: 52.46222, O: 4.81388

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
als gerstpelmolen. Hij bezat twee pelstelen, twee harpen, een luierij later schepperij, een sleperij en een waaierij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
De grote pelmolen De Groeneboer werd gebouwd in het jaar 1759 op het erf waar eerder de balkenzager De Bonte Koe had gestaan. De bouwheer van de molen heette Willem Pietersz. Groeneboer, dit verklaart meteen de naam van de molen. Willem Groeneboer ontving, samen met Neeltje Pieters de weduwe van Cornelis Jansz. Gruis, op 1 augustus 1759 de windbrief voor de molen. Vermoedelijk was Neeltje Pieters een zuster van Willem Groeneboer. De bouw van de molen werd gegund aan de Kalver molenmaker Aldert Jansz. Piet. De kosten van de bouw bedroegen in totaal Fl. 7000,-.
Op 11 mei 1762 lieten broer en zus De Groeneboer tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Dit duurde tot het jaar 1783 waarna Groeneboer een nieuwe verzekering afsloot bij de collectieve brandverzekering het Pelderscontract. Aanvankelijk bedroeg de verzekerde waarde van de molen Fl.6000,-, maar in hetzelfde jaar werd dit met Fl.2000,- verlaagd. Dit zal ongetwijfeld te maken hebben gehad met de problemen waarin Nederland op dat moment verkeerde.
In de laatste twintig jaar van de achttiende eeuw kreeg de Zaanse pellerij het zwaar te voorduren. De oorzaak hiervan is terug te vinden in de roerige tijd waarin de republiek Holland verkeerde. De patriotten, de verloren vierde Engelse oorlog en het conflict met Pruisen hebben de handel geen goed gedaan. Ongetwijfeld heeft de overzeese handel in deze jaren een zeer gevoelige klap gehad, wat in de Zaanstreek als het oudste en grootste industriële gebied van West-Europa zijn weerslag heeft gehad. Enkele tientallen pelmolens stonden tegen het einde van de achttiende eeuw stil, vele kwamen nooit meer in bedrijf en werden voor sloop verkocht. Pas na de eeuwwisseling trok de pellerij weer aan.
Willem Groeneboer overleed in 1806. Op 13 november van dat jaar werd zijn erfenis verdeeld. De Groeneboer kwam toen voor een bedrag van Fl. 4800,- in bezit van Pieter Teunisz. Koning, een pellerbaas die reeds actief was met de Oostzaandammer pelmolen De Dortsche Maagd.
In 1814 kwam De Groeneboer in handen van Jan Munnikhuizen. Hij liet de molen voor een bedrag van Fl.8000,- verzekeren. Deze waarde laat zien dat de crisis in de pellerij voorbij was. Hierna worden de voorhanden gegevens over deze molen schaars.
In 1854 werd de molen gekocht door de firma Jan Kluyver & Zoon. Op 27 juni van dat jaar liet hij de molen verzekeren. De verzekerde waarde van de molen bedroeg toen Fl.10.000,-.
Kluyver werkte tot het jaar 1874 met de molen en verkocht hem toen aan de Koger pellerbaas Arend Latenstein van Voorst. In deze tijd viel er nog goed geld te verdienen in de pellerij. Dit blijkt uit het bedrag waarvoor Latenstein van Voorst de lading van de molen verzekerde, nl. Fl.30.000,-.
Arend Latenstein van Voorst was peller met de twee Oostzaandammer pelmolens De Almanak en De Rozenboom. Echter na de aankoop van De Groeneboer deed hij deze twee molens over aan Jan Latenstein, vermoedelijk familie.
De aankoop van De Groeneboer door Latenstein van Voorst zal ongetwijfeld een strategische bedoeling hebben gehad. Vermoedelijk speelde de man al langer met het idee om een door stoom gedreven fabriek te bouwen. De twee molens die (ver) in het Oostzijderveld lagen zouden hiervoor uit logistieke overwegingen (aan en afvoer van goederen) niet geschikt voor zijn. De aan de Zaan gelegen Groeneboer lag wat dat betreft perfect.
In 1880 liet Latenstein van Voorst de molen verbouwen tot een stoompellerij. Het achtkant werd ingekort en omgeven door een houten kist. De molenschuren bleven behouden en aan de westkant van de molen verrees een groot pakhuis voor de opslag van rijst. Het geheel werd voorzien van een stoommachine van 75 PK. Eind 1880 kwam de fabriek in bedrijf.
Toch zou De Groeneboer door onduidelijke redenen niet lang in bedrijf blijven. Al in 1883 kwam de fabriek tot stilstand en werd er geprobeerd om het geheel te veilen, iets wat toen mislukte.
In de nacht van 8 december 1883 verbrandde aan de Oostzijde van Zaandam de stoompellerij De Birma van de firma Klaas Blans. Om zijn onderneming draaiend te houden nam Blans tijdelijk De Groeneboer weer in bedrijf. De was echter van korte duur, want De Birma werd herbouwd door de Zaandammer molenmaker Jan Gras. Toen de nieuwe pellerij bijna klaar was liet Gras het gaande werk van De Groeneboer tezamen met de stoommachine overplaatsen naar De Birma. Vanaf toen werden de opstallen van De Groeneboer gebruikt voor de opslag van goederen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd in opdracht van de firma Blans De Groeneboer voorzien van een installatie voor de productie van maïskoeken. Deze zou echter nooit in bedrijf komen en werd later weer verwijderd.
Met het produceren in deze fabriek mocht het dus echt niet lukken, wederom werd het grote houten gebouw voor opslag gebruikt.
De molenrestanten hebben tot omstreeks 1950 aan de Zaan gestaan en werden toen gesloopt en vervangen door een stenen pand. Het grote pakhuis aan de Zaan verdween in 1968 door sloop. Het hoge pakhuis dat vroeger een paar meter ten zuidoosten van de molen staat is tot op heden nog aanwezig.

Willem Buijs vermeldt het volgende over de molen in zijn boekje “De Windmolens aan de Zaanstreek” uit 1918.
“Boer-Groene. Pelm. aan weg en Zaan, Oostzij Kalf. Sinds 1q876 stoomrijstpellerij, heeft eenige jaren stilgestaan dienende voor pakhuis, eigenaar A. Latenstein van Voorst, dit was de eerste fabriek met telephoon, is thans Maisfabriek met een motor. Windbrief aangevr. door Willem Pieterse Groeneboer en Neeltje Pieterse, Wed. Cornelis Janszn Gruijs. 1 Aug. 1759.”

Pieter Boorsma vermeldde in zijn boek “Zaanse Windmolens” uit 1939 het volgende over de Groeneboer.
“Als bijzonderheid zij nog vermeld, dat een particuliere telefoonlijn, ~waarvan de draden bevestigd waren aan de, langs de Oostzijde staande boomen~ de Groeneboer verbond met het kantoor van den heer Latenstein van Voorst, hetwelk nabij de Bloemgracht gelegen was; wat in dien tijd gerekend werd tot de “wonderen" te behooren.”

Bronnen:
- “de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 136
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 126
- “De windmolens aan de Zaanstreek” W. Buijs 1918 blz. 29
- “Zaanse Windmolens” P. Boorsma 1939 blz. 52-53
- “Encyclopedie van de Zaanstreek” 1991 blz. 440
- www.duizendzaansemolens.nl R. Couwenhoven
F. Rol, Zaandijk.

aanvullingen

trivia
Pelmolen “de Groeneboer”, achtkante bovenkruier met schuren, te Zaandam-Oost aan weg en Zaan, direct ten zuiden van het snelwegviaduct. Bouwjaar 1759, gesloopt in 1880.