Molen De Drie Gebroeders / De Poort, Zaandam-Oost

Zaandam-Oost, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Drie Gebroeders / De Poort
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04913 g
oude dbnr.
V1725
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04913 g De Drie Gebroeders / De Poort (Zaandam-Oost)
Collectie F. Rol, 1894

locatie

plaats
Zaandam-Oost
plaatsaanduiding
Ten oosten en op enige afstand van de Gouw, iets ten zuiden van de Kopermolenstraat.
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandam C (1) 92a Jan Swaardemaker
geo positie
X: 117395, Y: 495834
N: 52.44899, O: 4.83405

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
De molen was ingericht als gerstpelmolen. Hij bezat twee pelstenen, twee harpen, een luierij later schepperij, een sleperij en een waaierij.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
verplaatst
geschiedenis
De gerstpelmolen De Drie Gebroeders werd gebouwd in het jaar 1694. De bouwheer van de molen heette Tijmen of Sijmen Willemsz. Louw, hij was afkomstig uit Oostzaandam. De windbrief voor de molen werd op 24 juni van het eerdergenoemde jaar uitgereikt. De bij de windbrief behorende verbandbrief werd een jaar later uitgereikt, op 9 augustus 1695. In deze verbandbrief gaf Tijmen Louw de molen in onderpand wanneer hij zijn betalingen van het windgeld verzaakte. Jaarlijks moest Louw een bedrag van Fl.12,00 betalen voor het gebruik van de wind. De hoogte van dit geld laat zien dat De Drie Gebroeders tot de zogenaamd kapitale molens behoorde.
De Drie Gebroeders behield voor ongeveer honderd jaar zijn oorspronkelijke naam. Daarna raakte deze naam in de vergetelheid en stond de molen eigenlijk alleen nog maar bekend onder zijn bijnaam De Poort. Het is nimmer bekend geworden hoe de molen deze naam verkreeg.
Al vanaf de bouw werd de molen in een partenrederij gedreven. Naast Tijmen Louw waren er dus nog enkele eigenaren van de molen. De naam van de molen doet vermoeden dat er nog twee broers van Louw deelnamen in de onderneming, dit blijft echter onbewezen.
In 1703 liet Tijmen Louw de molen tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. De verzekerde waarde van de molen was toen Fl.3000,-. In de daarop volgende jaren kwamen een groot aantal parten in bezit van Jan Cornelisz. Potse. Naast De Drie Gebroeders was Jan Potse eigenaar van de aan de Braakdijk gelegen oliemolen De Strijd.
Op 9 januari 1712 liet Tijmen Louw de molen opnieuw tegen brand verzekeren in een assurantiecontract. Een en ander werd als volgt genoteerd, “Zijmon Louw, met den pelmoolen de Drie Gebroeders.” De verzekerde waarde van de molen bleef staan op Fl. 3000,-.
Jan Cornelisz. Potse stierf op 8 november 1746. Zijn weduwe, Trijntje Klaes Kalf, nam vanaf toen, samen met haar zoon Pieter Potse, de onderneming met de twee molens over. Nadat ook Trijntje Kalf was overleden, in 1752, kwam De Strijd, samen met de helft van De Drie Gebroeders in bezit van haar oudste zoon, Jacob Potse. Deze in Heemskerk wonende pastoor zette de onderneming van zijn wijlen ouders voort. Zoon Pieter Potse hield de molens gaande.
In de daarop volgende jaren komen de aandelen in De Poort langzamerhand in andere handen. Zo bezaten de erfgenamen van Jacob Metselaar in 1766, 19/48e part in de molen en op 18 januari 1783 kocht de Zaandammer Claas Jut 1/8e part in De Poort. Omstreeks deze tijd werd de molen ook verhuurd. In 1783 liet de huurder van de molen, de firma Gerrit Jut & Zoon, de lading van de molen tegen brand verzekeren voor een bedrag van Fl.5000,-.
Hierna ging het snel afwaarts met de eens zo lucratieve Zaanse gerstpellerij. Tegen het einde van de achttiende had de pellerij het zwaar te voorduren. De oorzaak hiervan is terug te vinden in de roerige tijd waarin de republiek Holland verkeerde. De patriotten, de verloren vierde Engelse oorlog en het conflict met Pruisen hebben de handel geen goed gedaan. Ongetwijfeld heeft de overzeese handel in deze jaren een zeer gevoelige klap gehad, wat in de Zaanstreek als het oudste en grootste industriële gebied van West-Europa zijn weerslag heeft gehad. Enkele tientallen pelmolens stonden tegen het einde van de achttiende eeuw stil, vele kwamen nooit meer in bedrijf en werden voor sloop verkocht. Pas na de eeuwwisseling trok de pellerij weer aan.
In 1789 kwam De Poort stil te staan. Een jaar later verkocht de familie Potse haar laatste aandelen in de molen. Pas in 1794 kwam de molen weer in bedrijf. Op 20 juli van dat jaar verkochten de erfgenamen van Pieter Kistenmaker de gehele molen voor de schamele som van Fl. 703,- aan Jan Lagard. Hierna verwisselt de molen korte tijd achter elkaar van eigenaar.
Na de eeuwwisseling begint de pellerij langzamerhand weer wat aan te trekken. In juli 1808 verkocht Jasper Kuyper De Poort voor Fl.2420,- aan Antonia Ruerlo, zelf had hij de molen in 1805 nog voor Fl. 1450,- gekocht.
Antonia Ruerlo werkte tot 1818 met de molen en verkocht hem toen op 20 juni aan Jan Zwaardemaker.
De firma Zwaardemaker was een zeer oude pellersfirma welke ontstond in het jaar 1809 toen Jan Zwaardemaker de pelmolen Het Wapen van Friesland kocht. Door de jaren heen werkten zij met o.a. De Liefde, De David en De Rozenboom.
Tegen het einde van de negentiende eeuw waren de laatste gerstpelmolens op hun retour. In 1893 had de firma Gebroeders Laan uit Wormerveer de eerst stoomgortpellerij in bedrijf genomen. Na aanvankelijk wat aanloop problemen te hebben gekend, draaide De Mercurius tegen het einde van de negentiende eeuw op volle toeren.
Al snel was het gedaan met het pellen van gerst op windkracht. In 1899 startte Zwaardemaker met de bouw van de gortpellerij De Alkmaar. In 1900 kwam deze fabriek in werking. De locatie van deze nieuwe fabriek lag aan de Zaan tegenover de Jan Bouwmeesterstraat. Kort na de ingebruikname van De Alkmaar werden De Liefde en De David voorgoed stilgezet. In 1903 werd De Liefde voor sloop verkocht, het jaar daarop was De David aan de beurt. De laatste molen van de firma Zwaardemaker, Het Wapen van Friesland, bleef nog enkele jaren in bedrijf en verdween in 1907 door sloop.
De Poort behoorde toen al lang niet meer tot het molenbezit van Zwaardemaker. Op 4 november 1880 had Zwaardemaker de molen voor Fl. 9100,- verkocht aan Willem Aten. Reden voor deze verkoop was ongetwijfeld de aankoop van de rijstpelmolen De Rozenboom. Een forse molen die zeer ver in het Oostzijderveld van Zaandam lag. De capaciteit van deze molen zal beslist groter zijn geweest dan die van De Poort en verder bezat De Rozenboom een zeer groot en uitgebreid schurencomplex.
Willem Aten werkte tot kort na de eeuwwisseling met De Poort. Met de ingebruikname van de stoompellerijen De Mercurius in Wormerveer en De Alkmaar in Zaandam-Oost kregen de overgebleven gerstpelmolens de doodklap. In 1902 verkocht Aten De Poort aan de Oostzaner molenslopersfirma Gebroeders de Boer. Zij lieten de molen staan in afwachting van een koper. Die werd in het voorjaar van 1904 gevonden.
Op 5 december 1903 waaide in het Overijsselse Wierden de 107 jaar oude standerdmolen van Gerrit Jan Weggeman omver. Omdat het dorp niet zonder korenmolen kon, kocht Weggeman met steun van de Wierdense bevolking, De Poort.
Direct na de aankoop werd begonnen met de afbraak van De Poort. De onderdelen van de kap en het achtkant werden naar Wierden vervoerd. De herbouw van de molen vlotte uitermate snel. Al in augustus 1904 draaide de herbouwde molen.
In Wierden bleef De Poort tot omstreeks 1930 op windkracht malen. Daarna kwam de molen stil te staan en zorgde een benzinemotor voor de aandrijving van het binnenwerk. Het einde van de molen kwam kort hierna. Op 20 augustus 1934 raakte de molen door onbekende oorzaak in brand en ging hij geheel verloren.


Bronnen:
“de Zaende” 2e jaargang 1947 blz. 134
“de Zaende” 3e jaargang 1948 blz. 226
“de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 98-104
“de Zaende” 5e jaargang 1950 blz. 80
“Duizend Zaanse Molens” P.Boorsma 1968 blz. 125
“Zaanse Windmolens” P.Boorsma 1939 blz. 50
“Ontheemde Zaanse molens” A.M.H. Smit 2005 blz. 160-163
“De pelmolens in het Oostzijderveld” 1925 J. Kruijver blz. 45
“Encyclopedie van de Zaansteek” 1991 blz. 850


informatie F.Rol, Zaandijk

aanvullingen

trivia
In Oostzaandam is de Poortstraat naar deze molen vernoemd. Deze straat ligt enkele honderden meters ten westen van de vroegere standplaats van de molen.