Molen De Zwarte Ruiter, Zaandijk

Zaandijk, Noord-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Zwarte Ruiter
modeltype
Kantige molen, stellingmolen
functie
oliemolen, pelmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
04909 z
oude dbnr.
V5026
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 04909 z De Zwarte Ruiter (Zaandijk)
Deel aquarel van Gerrit Mol

locatie

plaats
Zaandijk
plaatsaanduiding
Sluissloot zz., aan het einde van het Hazepad, westelijk bij de spoorlijn
gemeente
Zaanstad, Noord-Holland
streek
Zaanstreek
kadastrale aanduiding 1811-1832
Zaandijk A (1) 239 F. de Court, koopman
geo positie
X: 115382, Y: 498781
N: 52.47533, O: 4.80409

constructie

modeltype
Kantige molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Dubbel oliewerk, omstreeks de eerste helft van de achttiende eeuw had de molen een pelwerk.
plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Het bouwjaar van de Zwarte Ruiter is nooit gevonden. Wel is het zeker dat er in Zaandijk aan de Sluissloot een twintigtal jaar eerder een houtzaagmolen stond, die De Ruiter heette. Het is goed mogelijk dat er een verbintenis was tussen beide molens.
Het kan zijn dat de balkenzager De Ruiter werd gesloopt en dat er op zijn erf een nieuwe oliemolen werd opgericht, die een haast identieke naam kreeg. Mogelijk werd er gebruik gemaakt van onderdelen van de zaagmolen. Het is echter niet duidelijk waar De Ruiter precies had gestaan aan de Sluissloot. Het is ook mogelijk dat De Ruiter en De Zwarte Ruiter dezelfde molen waren en dat De Ruiter omstreeks 1680 werd verbouwd tot oliemolen. De bewijzen hiervoor zijn echter nog niet gevonden, zodat we voorlopig twee Ruiters hebben.

De Zwarte Ruiter wordt voor het eerst genoemd in het jaar 1693, hij was toen in bezit van dominee Johannes Coops. Over de vroege tijd van de molen is verder niet veel opgeschreven.

In het eerste kwart van de achttiende eeuw had de molen tijdelijk een pelwerk, dat er vermoedelijk maar kort ingezeten heeft. Bij de oprichting van het olieslagerscontract voor ladingen op 14 juni 1727, werden de goederen die aanwezig waren in de molen, door Klaas Druist tegen brand verzekerd. Uit het bedrag dat Druist uitgekeerd zou krijgen bij brand van de andere eigenaren, valt op te maken dat de Zwarte Ruiter een dubbel oliewerk bezat. Op naam van Klaas Druist werden ook de oliemolens De Witte Bijl en De Jonge Wolf verzekerd. Zes jaar later, toen op 1 juli 1733 het OC voor opstallen werd opgericht, werd de molen ook hierbij tegen brand verzekerd, toen was de molen echter in bezit van Krelis Voorn. Deze Krelis of Cornelis Voorn was een koopman uit Zaandijk en samen met Willem Middelhoven uit Koog aan de Zaan hield hij de Zwarte Ruiter in bedrijf. Na het overlijden van Cornelis Voorn verkocht zijn weduwe de molen in 1753 aan Jan Best. Hierna had de molen meerdere eigenaren.

In 1813 werd De Zwarte Ruiter gekocht door Klaas de Jager, die ook olieslager was met de oliemolens De Kogmeeuw in Oostzaandam en Het Jonge Big op Zaandijk. Lang bleef De Jager niet met de molen werken, in 1817 verkocht hij De Zwarte Ruiter aan een Rotterdammer, genaamd F. ten Court.
Omstreeks de 1840-er jaren kwam de Zwarte Ruiter te werken voor de firma Jan Timmer & Zonen. Deze firma ontstond in 1815 in Jisp, toen Pieter Timmer de oliemolen De Ketel kocht, later kwam ook De Meeuw hierbij. Omstreeks 1835 deed Timmer de Jisper oliemolens van de hand en kocht de aan de Zaan gelegen Wormer oliemolen De Witte Duif, vermoedelijk kwam kort hierna ook De Zwarte Ruiter in bezit van Timmer. In 1843 kocht Timmer uit de boedel van Evert Smit de eveneens in Wormer staande oliemolen De Veerschuit.

De firma Timmer bleef tot 1895 werken met de oliemolens. Op 15 juni van dat jaar werden de drie molens uit het OC geschreven. De Zwarte Ruiter en De Witte Duif werden toen te koop aangeboden.

Het Nieuws van den Dag: kleine courant, 19 aug. 1895:
"De Makelaar JAC. IJKEL zal op Dinsdag 3 September'95; 's avonds na 6 uren, in het Café de Zwaan, ten overstaan van den te Zaandijk resideerenden Notaris Mr. M. DONKER, presenteeren te Verkoopen:
No. 1. Een zeer gunstig gelegen, kapitalen, hechten, sterken, weldoortimmerden, goed onderhouden dubbelen Oliemolen, genaamd „de zwarte Buiter", met Schuren, Weiland en aanhoorigheden, benevens Inventaris en Gereedschappen, staande en gelegen te Zaandijk, aan het Hazenpad in de Sluissloot, bewesten den Spoordijk, bij het kadaster bekend in sectie A No. 1198, ter grootte van 22 Aren 57 Centiaren. De Molen heeft berging voor ongeveer 3900 HL. Zaad, 200,000 Koeken, 540 HL. Olie en is daags voor en op den Verkoopdag te bezichtigen.
No. 2. Een stuk Weiland, ..."


De Witte Duif werd gekocht door de firma Heekelaar uit Wormer en ingericht als verfmolen. De Veerschuit bleef in bezit van Timmer en werd in de daarop volgende jaren verhuurd.
Voor De Zwarte Ruiter kon geen koper worden gevonden. Eind 1895 raakte de molen zijn ijzeren bovenas kwijt aan de houtzaagmolen de Liefde in Zaandam West. Die molen verongelukte op 6 november 1895 en verspeelde daarbij zijn wiekenkruis. Ook in de navolgende maanden meldden zich geen kopers voor De Zwarte Ruiter. In september 1896 werd de molen dan ook grotendeels gesloopt. De onderbouw met beide molenschuren bleef staan. Zij werden in oktober 1897 deels gesloopt.

Enkel de westerschuur van de molen bleef achter als opslagplaats. In april 1904 werd op deze schuur het achtkant van de kleine snuifmolen De Roohoorn geplaatst. Dit molentje was afkomstig uit Westzaandam. Nadat die molen in 1926 zijn wiekenkruis verloor, werden de restanten hiervan in 1933 opgeruimd. De molenschuur werd toen gekocht door de firma Beudeker, die bij de schuur een kleine scheepswerf begon. In de 1950-er jaren werden er ook ijzeren roeden gemaakt voor de overgebleven Zaanse molens.

Halverwege de 1980-er jaren werden de laatste overblijfselen van de Zwarte Ruiter gesloopt.

Bronnen:
- “de Zaende” 4e jaargang 1949 blz. 262/ 297
- “Duizend Zaanse molens” P. Boorsma 1968 blz. 165
- “Gedenkboek van het olieslagerscontract” 1912
- “Het Olieslagerscontract” R. Couwenhoven 2002 blz. 50/ 106
- “Dat goede oude Zaandijk” G. Oosterbaan 1971 blz. 99/ 114
F. Rol
-----

Er zijn wat onduidelijkheden over deze oliemolen.
Ron Couwenhoven schrijft in 1100 Zaanse Molens (blz. 204-205) dat het erf waarop de molen stond op 23 augustus 1685 door Maarten Coops werd verkocht aan Symon Gerritsz Visser en Cornelis Jacobsz Kop. Dit kan dus betekenen dat de balkenzager De Ruiter en De Zwarte Ruiter niet dezelfde molens waren zoals hierboven wordt gesuggereerd.
Ron schrijft verder dat de molen als pelmolen is begonnen en dat er in 1712 een enkel oliewerk in stond. Op 1 januari 1729 bleek de molen volledig oliemolen te zijn.
Verder schrijft Ron dat de molen in 1895 tot op de schuur werd gesloopt.
Bert Versteeg, 5 sept. 2019.

aanvullingen