Molen Sens- en Atzebuurstermeerpolders, Sensmeermolen / Marmoune, Greonterp

Greonterp, Fryslân
v

korte karakteristiek

naam
Sens- en Atzebuurstermeerpolders, Sensmeermolen / Marmoune
modeltype
Kantige molen, grondzeiler
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03668 b
oude dbnr.
V1296
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03668 b Sens- en Atzebuurstermeerpolders, Sensmeermolen / Marmoune (Greonterp)
Jitte Flapper staat links van de molen (detail van onderstaande foto)

locatie

plaats
Greonterp
plaatsaanduiding
0,7 km NO der kerktoren
gemeente
Súdwest-Fryslân, Fryslân
plaats(en) voorheen
Blauwhuis/ Blauhús
streek
Wûnseradiel
kadastrale aanduiding 1811-1832
Tjerkwerd A (3) 492 Rein Sjoerds Minnema, landbouwer, en mede E.
geo positie
X: 164408, Y: 559071
N: 53.01849, O: 5.52740

constructie

modeltype
Kantige molen, grondzeiler
krachtbron
wind
functie
romp
achtkante bovenkruier
inrichting
Vijzel
plaats bediening
grondzeiler
bediening kruiwerk
plaats kruiwerk
bovenkruier
vlucht
86 voet, houten bovenas
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa 1854 verbrand en herbouwd
verdwenen
1929 - 1930 gesloopt
geschiedenis
Een octrooi tot bedijking en droogmaking werd november 1632 door de Staten van Friesland verleend, en goedgekeurd bij sententie van het Hof van Friesland van 28 oktober 1633. Het Chernemeer (ofwel het Sensemeer) en het Atzebuurstermeer werden in 1633 tezamen binnen één ringdijk ingepolderd en droog gemaakt. Op de Schotanus-kaart van 1718 staan twee molens aangegeven, zo te zien als tweegang. Het is nog onduidelijk of beide molens vervangen zijn door één grote, of dat door verbetering van de ene molen de andere (dbnr. 12106) kon verdwijnen.

De Marnemoune of Sensmeermolen van de Sens- en Atzebuurstermeerpolder, een watermolen met een vlucht van 86 voet, behoorde tot de grootste in Friesland.

Na een brand vond in 1854 nieuwbouw plaats. In 1904 werd een nieuwe Pot-buitenroede (nr. 1899, 25,10 m) gestoken, in 1907 een nieuwe Pot-binnenroede. Eind 1919 brak een roede, op 19 dec. 1919 kocht het polderbestuur bij de Gebr. de Boer te Oostzaan een gebruikte Potroede voor ƒ 525, die in 1920 werd gestoken.

Volgens het Wetterskip Fryslân werd in 1928 de molen vervangen door een elektrisch gemaal. De buiten werking gestelde molen werd in 1929 afgebroken.

De schilder/dichter Gerben Rypma (1878 - 1963, zie website Gerben Rypma Stichting) maakte ten tijde van de afbraak het volgende gedicht:
"Al hwet ienkear wêzen krige
Moat ek wer forgean ta neat",
In wet, dat fiel ik nou sa tige,
Dy 't neat en nimmer hâld en keard.
Ik wachtsje it ôbrack-ridskip ou
En och, de tied komt màlle gau
Dan seit noch yn 't forbygaen ien:
Der hat ienkear de mounle stien."

En vervolgens nog vijf coupletten.

De met riet gedekte molen moest wijken voor een elektrisch gemaal. Op de topografische kaart van ca. 1930 staat ter plekke nog de "Sensmeermolen" aangegeven, met een elektrisch gemaal er vlak naast.

Bronnen onder meer:
- archief van Waterschap De Sens- en Atzebuurstermeerpolders, 1753-1975 (1976), Archiefnet.
- Uit de knipseldoos nr. 35, art. door Popke Timmermans in De Utskoat nr. 75, okt. 1994.
- Informatie van Sicco Rypma, 14 mei 2015.

aanvullingen

trivia
Tekst bij het onderste krantenartikel:
Deze molen bemaalde tot voor korten tijd de z.g. Sens en Atsebuurtstermeerpolder. (Blauwhuis) hij heeft een vlucht van 86 voet en behoort tot de grootsten in Friesland. Helaas, ook z'n "grootheid" zal spoedig een einde nemen. Een electrisch gemaal waarvan het gebouwtje eveneens op deze foto is afgebeeld zal hem vervangen.

NB Voorheen stond de polder hier vermeld als "De Lens en Atsebuurtsterpolder". Het Sensmeer en het Atzebuurstermeer werden samen bedijkt, vandaar "Sens- en Atzebuurstermeerpolders" (bron: lijst van waterschappen in Friesland, uitg. Provinciale Waterstaat Friesland, coll. H. van der Kaay). Wellicht was "lens" hier gebruikt in de betekenis van "leeg" (vgl. lenspomp in een schip).
-----

1108 Akte, waarbij de stemgerechtigde eigenaren van de polder de bewaarder der hypotheken en het kadaster te Sneek machtigen de percelen kad. gemeente Tjerkwerd, sectie A nrs. 489 (moestuin), 490 (huis), 491 (weiland) en 492 (watermolen en erf), abusievelijk op het kadaster geboekt als bezit van Sjoerd R. Minnema en mede-eigenaren, op naam van de polder te stellen, 1868. 1 stuk.
Bron: archief van Waterschap De Sens- en Atzebuurstermeerpolders, 1753-1975 (1976), Archiefnet.
-----

In De Utskoat nr. 75, okt. 1994, blz. 28, staat nog een foto van de molen.
-----

Van mevrouw Thea van Oostende vernamen wij dat haar overgrootouders op de molen woonden.
Haar opa Jitte L. Flapper, geb. 24 dec. 1868 te Henaarderadeel, overleden 9 juni 1944 te Wymbritseradeel, was molenaar van deze molen.
-----

Sinds 2004 bestond het plan om op de locatie van deze verdwenen poldermolen, weer een nieuwe molen te herbouwen.

Blauwhuis- De grote truck met oplegger wurmt zich door de smalle straten van Blauwhuis. Hij brengt een ruim twintig meter gevlucht – de roeden – van een molen die bedoeld is voor de oliemolen in Blauwhuis. Hiermee is de komst van de molen, die op 1 januari 2007 moet draaien, weer een stapje dichterbij.

Het drieduizend kilo zware en 23 meter lange gevlucht is afkomstig van een molen in het Drentse Veenoord [zie Nederlandse Molendatabase, Tenbruggencatenummer 02731]. Het verkeert nog in goede staat, maar Veenoord kon een beroep doen op subsidies en zag kans een nieuw gevlucht aan te schaffen. Stifting Oaljemole Blauhûs kon de roeden gratis krijgen en ook het transport naar het dorp toe kostte niets. Voorzitter Cees van Mourik van de stichting is ingenomen met alle steun. Na tweeënhalf jaar in het project te hebben gestoken, schat hij de kans op slagen inmiddels zo’n 70 tot 75 procent. Eerder kreeg de stichting al een compleet achtkant van een molen [van welke molen ?? Red.], een kantsteen en spullen voor de werkplaats die bij de oliemolen moet komen. Deze werkplaats wordt overigens de onderhoudswerkplaats voor alle molens in Wymbritseradiel
De oliemolen moet verrijzen op een plek tussen Blauwhuis en Greonterp, waar tot 1929 de poldermolen Marmole stond. De bereikbaarheid is nog een moeilijk punt, want naar de locatie loopt nog geen weg en die moet ook nog worden aangelegd. Mede daardoor komen de totale kosten van de molen tussen de 1,6 en 1,7 miljoen euro. ,,De finansiering is it grutste punt’’, zegt hij. ,,Yn it begjin is eltsenien skeptysk. As in doarp mei sa’n grut projekt komt, dan tinke de minsken: ‘ja, ja, it is wol goed’.’’ Van Mourik heeft het gevoel dat de scepsis verdwenen is. Ruim 280 van de 300 huishoudens in het dorp zijn sponsor van de stichting geworden, bovendien lijkt de provincie een ommezwaai te hebben gemaakt. ,,It oerlis giet no de goeie kant út. Se tinke goed mei ús mei.’’ Het geld moet komen van overheid en bedrijfsleven.
Het was de gemeente Wymbritseradiel die bij de dorpen informeerde of er interesse was voor het plaatsen van een molen. Blauwhuis had er wel oren naar, maar het moest wel een molen zijn waarvan er niet zoveel meer van zijn. Dus is gekozen voor een oliemolen. Bij een telling van 1853 werden er in de provincie nog 34 van dergelijke molens geregistreerd. De oliemolen in Blauwhuis zou daarom een toeristische trekpleister kunnen worden, verwachten de initiatiefnemers. De molen moet olie – bijvoorbeeld lijnolie, raapolie en koolzaadolie - uit vruchten en noten winnen voor allerlei doeleinden. Vooralsnog is het de bedoeling dat Blauwhuis levert aan een bedrijf in Delfzijl die voor de verdere verwerking en distributie zorgt.
Bron: website Dorpsbelang Blauhús.

Inmiddels is deze actie 4 jaar geleden gestopt daar het een onhaalbaar projekt bleek te zijn, aldus Dorpsbelang Blauhús.
Red., 2012.