De Lelie

Koudekerke, Zeeland
bestaande molen

media-bestand
Molen 03555 De Lelie (Koudekerke)
Jasper Corbijn (27-5-2020)

korte karakteristiek

naam
De Lelie
modeltype
Ronde molen, stellingmolen
functie
korenmolen, pelmolen
bouwjaar
herbouwd
1982
bedrijfsvaardigheid
Tijdelijk niet draaivaardig (zie 'Geschiedenis')
bestemming
Het malen en pellen van granen, thans op vrijwillige basis
adres
Middelburgsestraat 110
4371 EV Koudekerke
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate Nr
03555
inventarisnr
ZL077

locatie

plaats
Koudekerke
plaats aanduiding
gemeente
Veere, Zeeland
kadastrale aanduiding
Gemeente Valkenisse, sectie K, nr. 1622
geo positie
X: 28.240, Y: 389.673
N: 51.48182, O: 3.56225
biotoop waarde
Zeer groot
biotoop toelichting

contact en bezoek

bezoek/postadres
Middelburgsestraat 110
4371 EV Koudekerke
molenaar
Henk Corbijn / Jasper Corbijn
telefoon
0118-611010
e-mail

social media
open voor publiek
ja
open op zaterdag
ja
open op zondag
nee
op afspraak
ja
openingstijden
meestal op zaterdag en op afspraak
toegangsprijzen
winkelinformatie
meelverkoop
nee
museum informatie
gericht op scholen
ja
informatie voor scholen
na telefonisch overleg
AKG lid
nee
bijzonderheden

levensloop

toestand
werkend
bouwjaar
bedrijfsvaardigheid
Tijdelijk niet draaivaardig (zie 'Geschiedenis')
bestemming
Het malen en pellen van granen, thans op vrijwillige basis
molenmaker
A. en C. de Troye, Middelburg (1872) Fa. Straver, Almkerk (1982)
omwentelingen

constructie

modeltype
Ronde molen, stellingmolen
krachtbron
wind
functie
romp
Ronde stenen molen
kap
Gedekt met dakleer
inrichting

Drie koppel 16der kunststenen; pelsteen; buil; mengketel; kammenluiwerk; 'los' luiwerk met gaffelwiel; afschietwerk; elevator; graanschoner met stortkoker vanaf de 1e zolder; elektromotor 40 pk (buiten gebruik).

versieringen

Aardige baard, donkergroen geverfd, wit afgebiesd, met de opschriften ‘1872’ ‘1981’ en daaronder ‘De Lelie’

Gevelsteen, boven de inrit met het opschrift

Gebouwd door
K. Brasser
De Eerste Steen Gelegd
L:P: Brasser kz
1872

Boven de beide stellingdeuren twee kleine steentjes met de teksten:

D. BAKKER

P.Brasser
uod 80 jaar
1872

N.B. er staat werkelijk 'uod' (en geen 'oud') op één van de steentjes; het is dus geen typfout!

kenmerken windmolens

plaats bediening
stellingmolen
bediening kruiwerk
buitenkruier
plaats kruiwerk
bovenkruier
kruiwerk
Engels; 27 ijzeren rollen. Kruihaspel.
vlucht
23,30 / 23,40 m.
vang
Vlaamse vang; 6 scharnierende stukken. Vangbalk met haak; vangstok. Pal.
overbrenging

Bovenwiel 68 kammen
Bovenschijfloop 33 staven
Spoorwiel 79 kammen
Steenschijflopen (I) 26 staven
Steenschijflopen (II) 28 staven
Pelschijfloop 14 staven
Overbrengingsverhoudingen resp. 1 : 6,26; 1 : 5,81 en 1 : 11,62

hoogte
van de stelling: 7,10 m.
wiekvorm
Oud-Hollands
Kantel uw mobiel om de tabellen helemaal te zien
wiekenkruis
fabrikant roenummer positie bouw fabricagejaar jaar gestoken positie jaar verdwenen lengte
media-bestand
Roede 400, Derckx
Derckx
400 buiten 1981 1981 buiten (aanw.) 23,40
media-bestand
Roede 401, Derckx
Derckx
401 binnen 1981 1981 binnen (aanw.) 23,30
Pot binnen ? binnen 1940 23,50
Pot buiten ? buiten 1940 23,50
wiekverbeteringen

Deze molen werd bij de rehabilitatie van 1982 Oud-Hollands opgehekt.
Van 1933 tot de zware stormschade van 14 november 1940 was deze molen op beide roeden voorzien van het systeem Dekker.

bovenas
fabrikant asnummer fabricagejaar jaar gestoken jaar verdwenen lengte
Boddaert & Co. ? n.v.t.
media-bestand
As g.n., Rijn Schelde Verolme
Rijn Schelde Verolme
1981 1981 aanw. 05,75
Boddaert & Co. 1872 1940

geschiedenis

De voorganger van de huidige molen, een ronde stenen grondzeiler op een 200 m. oostelijker gelegen hoge belt, brandde in 1870 af. Vanwege de bepaling dat molens niet te dicht bij de openbare weg mochten worden gebouwd, verrees dus op een andere plaats een grote stenen stellingmolen met vijf zolders en een zeer uitgebreid gaandewerk.
Vroeger was de begane grond deels paardenstal; verder lag er over vrijwel de gehele oppervlakte een tussenzolder circa 1,15 m. onder de vloer van de eerste van de vijf zolders voor opslag van hooi en stro.

In 1933 werd deze molen door molenmaker Klaas de Troije uit Middelburg voorzien van het systeem Dekker. Dit voldeed zeer goed en men maalde dan ook veelvuldig op windkracht.

Helaas sloeg de zeer zware storm van 14 november 1940, die zoveel molens in Nederland en België verwoestte of zwaar beschadigde, ook hier toe: de as brak, als gevolg viel het wiekenkruis naar beneden en dat nam in zijn val een groot deel van de stelling mee. Vermoedelijk zijn daarna de restanten van de kap weggewaaid; een foto uit november 1940 laat zien, dat van de kap eigenlijk alleen nog bovenwiel, vang, voeghouten, windpeluw en korte spruit aanwezig zijn.
De Troije maakte de molen snel weer maalvaardig, zij het op motorkracht, aan herstel van de windmolen viel met deze schade, zeker in oorlogstijd, niet te denken. Op de steenzolder maakte een koppel stenen plaats voor een 40 PK elektromotor; deze kon het spoorwiel aandrijven en daarmee alle andere stenen. Van buiten resteerde de stenen romp met twee kleine balkons bij de stellingdeuren.

Vele jaren is vervolgens op motorkracht gemalen. In de schuur stond een trieur met 3 Pk elektromotor. Van de maal- naar de steenzolder werd in 1962 een elevator met kleine transportschroef en 2 Pk elektromotor geplaatst. Ondertussen bleef de pelsteen, aangebracht onder de vloer van de steenzolder, bewaard.
In 1967 werden de trieur en de buil op de eerste zolder verwijderd; de in een aparte schuur uit 1893 opgestelde 40 Pk ruwoliemotor voor aandrijving van twee koppel stenen werd tijdens de inundatie van Walcheren (1944) verwoest.
In 1953 richtte eigenaar G.J. de Regt Gzn. de firma G.J. de Regt en Zn op. Na de ontbinding hiervan kreeg C. de Regt in 1956 de molen toebedeeld.

Zeer lang waren er plannen om deze fraai gelegen en van binnen geheel maalvaardig gebleven molen in ere te herstellen. In 1980 kocht de toenmalige gemeente Valkenisse de molen van J.W. de Regt, inmiddels de vierde generatie uit deze familie.
In 1981 werd alles werkelijkheid: de stenen romp werd voorzien van een nieuwe kap, bovenas, roeden en stelling en zelf opnieuw gewit, net als dat vóór 1933 het geval was geweest. In 1982 werd een prachtige molen opgeleverd. Sindsdien wordt er regelmatig gedraaid en ook gemalen.

In 1998/99 werden diverse balken gerepareerd en de molen opnieuw gepleisterd. In de zomer van 2005 zijn keerklossen en roedwiggen, die slecht waren, vernieuwd. Ook werd toen het gaandewerk (sporing van de wielen e.d.) nagekeken.
In 2006 was de molen, als gevolg van de slechte staat van het staartwerk, enige tijd niet draaivaardig. In augustus 2007 zijn de staart en het achterkeuvelens vrijwel geheel vernieuwd, waarmee weer sprake was van een maalvaardige molen.
Eind 2009 stond de molen in de steigers, vanwege omvangrijk herstel aan het stucwerk. Ook werden voorkeuvelens en kapbedekking vernieuwd. In november 2016 stond de molen opnieuw geheel in de steigers om geheel te worden geschilderd: de romp kreeg nu een licht grijze kleur en ook de witte boogjes boven de ramen en deuren heeft men, zoals dat vroeger ook was, teruggebracht.

In 2017 probeerden de molenaars het pelwerk weer uit, onder meer voor haver en emmertarwe (een oude graansoort) en dit bleek een succes: tegenwoordig wordt dus niet alleen gemalen maar ook geregeld gepeld voor boeren en molenaars in de omgeving.

In het voorjaar van 2023 werd vastgesteld dat beide, ruime 40 jaar oude, roeden niet best meer zijn. In afwachting van nieuwe roeden staat de molen daarom stil. De Lelie blijft echter open voor bezoek en verkoop van meelproducten! Malen doet men intussen zoveel mogelijk op windkracht, maar dan in Aagtekerke.


aanvullingen

wetenswaardigheden

Opmerkelijk is dat hier, naast het op windkracht gedreven kammenluiwerk, een apart handluiwerk met gaffelwiel aanwezig is gebleven.

literatuur

J. Roose, Molens en Molenaars van Koudekerke (Koudekerke 1983)

advertentie afbeelding

foto's

foto's