Molen Culemborgse Achtermolen nr. 2, Culemborg

Culemborg, Gelderland
v

korte karakteristiek

naam
Culemborgse Achtermolen nr. 2
modeltype
Wipmolen
functie
poldermolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03506 h
oude dbnr.
V3664
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03506 h Culemborgse Achtermolen nr. 2 (Culemborg)
Foto: E. Esselink, opname 18 oktober 2003, krimpmuren en ander metselwerk

locatie

plaats
Culemborg
plaatsaanduiding
Molenkade 2
gemeente
Culemborg, Gelderland
streek
Betuwe
kadastrale aanduiding 1811-1832
Culemborg F (2) 246 Gemene Land van Culenborg
geo positie
X: 139267, Y: 437818
N: 51.92861, O: 5.15847

constructie

modeltype
Wipmolen
krachtbron
wind
functie
inrichting
Scheprad
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
circa
verdwenen
geschiedenis
De laatste molenaars op de Culemborgse achtermolens.

Aangenaam verrast was ik, toen ik in het laatste nummer van 2003 van De Gelderse Molen las, dat de waterloop van een van de vier Culemborgse achtermolens was opgegraven.
Zelf ben ik geboren en getogen in Asperen en ik kom dus uit de omgeving.
Nog voordat ik er meer van af wist, was het gebied rond de Diefdijk me dierbaar.
Het is immers mooi en ook intrigerend: een dijk dwars door het land, al gelegd eind 13e eeuw om Gelders overstromingswater uit Holland te weren, met mooie wielen en allerlei vestingwerken en bunkers en zelfs een grote schuif waar de snelweg A2 door de dijk gaat. Ook wist ik vaag dat mijn grootvader naar wie ik genoemd ben uit die regionen afkomstig was. Naarmate ik me verdiepte in mijn voorouders, ging de Diefdijk meer voor me leven en helemaal sinds ik zelf molenaar ben geworden.
Wat wil namelijk het geval, mijn betovergrootvader en zijn vader, schoonvader en een zwager waren samen de laatste molenaars op de vier achtermolens aan de Molenkade van Culemborg! Mijn betovergrootvader was Teunis van Zanten, poldermolenaar, landbouwer en arbeider, geboren op 21 februari 1830 te Schoonrewoerd.
Hij was getrouwd met Neeltje Kleyn.
Zijn vader Joost van Santen, gedoopt te Schoonrewoerd op 26 augustus 1787, was ook poldermolenaar, evenals zijn schoonvader Arie Klein, geboren te Leerdam op 3 juni 1813. Een andere schoonzoon van deze Arie Klein, zwager van mijn betovergrootvader Teunis van Zanten dus, was Nicolaas Middag, geboren te Zijderveld op 25 september 1832, poldermolenaar en arbeider en getrouwd met Adriana Klein.
Deze poldermolenaars woonden in 1860 in het Culemborgse veld huisnummers F 69 – 72.

Het molenaar zijn wisselden deze mannen af met andere bestaansmiddelen.
Hoogstwaarschijnlijk konden ze van het loontje van de polder en van de eventuele vis in hun waterloop niet leven.
In de burgelijkde stand vinden we ze nooit aangeduid als molenaar, wel in het bevolkingsregister.
Overigens is dat in het register na 1870 ook niet meer het geval, wat overeen stemt met de sloop van de molens rond 1865.
Hoe dan ook, het blijkt nu, dat het molenaar-zijn me dus ook nog een beetje in het bloed zit, iets wat ik niet vermoedde en niemand uit de familie mij meer had kunnen vertellen, toen ik helemaal blanco begin jaren negentig aan deze boeiende en tijdrovende hobby begon.
Ook aardig hoe die andere vrijetijdsbesteding, namelijk het voorouderonderzoek de molenaarsliefhebberij ontmoet.

Gerrit Kouwenhoven, vrijwillig molenaar in Veessen, 1 okt. 2004.
nog waarneembaar
Krimpmuren.

aanvullingen

trivia
In 2003 werden aan de Molenkade in de gemeente Culemborg de restanten blootgelegd van een molen. Het betrof de krimpmuren van een wipwatermolen waartussen zich eertijds het scheprad bevond. De muren staan op zware eiken palen, welke nog intact zijn. In de krimpmuren zijn bakstenen van verschillend formaat verwerkt, wat erop duidt dat er vaak herstelwerkzaamheden zijn uitgevoerd.
Het is bekend dat er al vanaf ongeveer 1450 vier watermolens aan de Molenkade hebben gestaan. Deze zogenoemde Culemborgse achtermolens sloegen het overtollige water uit het Culemborgse gemene land via de Culemborgse Vliet uit op de rivier de Linge. Toen in 1859 het stoomgemaal De Horn bij Asperen in gebruik werd genomen, werden de vier watermolens overbodig en afgebroken.

Hans Lägers.