Molen De Hoop, Den Hoorn

Den Hoorn, Zuid-Holland
v

korte karakteristiek

naam
De Hoop
modeltype
Paltrokmolen
functie
zaagmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03504 f
oude dbnr.
V5081
Meest recente aanpassing
| Conversie
media-bestand
Molen 03504 f De Hoop (Den Hoorn)
Kadaster verzamelplan Hodenpijl, ZH

locatie

plaats
Den Hoorn
plaatsaanduiding
Tramkade
gemeente
Midden-Delfland, Zuid-Holland
streek
Delfland
kadastrale aanduiding 1811-1832
Hodenpijl A (3) 294 Teunis van Holst, koopman, en consorten
geo positie
X: 82340, Y: 446077
N: 51.99831, O: 4.32915

constructie

modeltype
Paltrokmolen
krachtbron
wind
functie
plaats kruiwerk
onderkruier
kruiwerk
onderkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
geschiedenis
Op 27 juni 1776 ging Cornelis Breur uit Hoorn per trekschuit naar Westzaandam. Hij was in 1775 al eigenaar geworden van de Hoornse zaagmolen Het Fortuyn. Zijn vader Jan Janszn. Breur de Jonge had deze molen, die hij in 1730 had laten bouwen, verkocht aan zijn zoon Cornelis en zijn vrouw Adriana Maria Ruysch, dochter van dominee van 't Woudt.
Cornelis kocht molen 't Roode Hert voor ƒ 1500,=. Het was een paltrokmolen.
De molen werd herbouwd aan het begin van de weg naar Schipluiden in het toenmalige ambacht Hodenpijl.

In 1796 overleed Cornelis Breur. Na 22 jaar gehuwd te zijn geweest bleef zijn kinderloze weduwe achter op 42-jarige leeftijd. Zij hertrouwde met Hendrik Buys, oud-kapitein van het leger. Samen hebben zij nog eens 37 jaar voor de twee molens gezorgd en ze door moeilijke jaren heen geloodst.

Houthandelaar Buys werd burgemeester van 't Woudt. Hendrik Buys had in 1802 nog een molen gekocht, op het bolwerk van de stad Delft.

's Gravenhaagsche courant, 15 mei 1820
Men is van meening tegen het einde van Juny aanstaande, (den dag en plaats nader te adverteren; in het openbaar te Veilen, de zeer gerenomeerde HOUTKOOPERY, lang» de Maassluisscbe Trekvaart aan de Hoorn naby de Stad Delft gelegen, met deszelft twee 'Zaagmolens, zynde een achtkant en een palsrok, daarby staande Heeren Huizinge en verdere Getimmerten en toebehoren; al bet welke des Dingsdags van iedere week voormiddag van 10 tot 1 uur, en namiddag van 4 tot 6 uren voor eenen ieder zal te zien zyn, mits voorzien van een Biljet van den Notaris VERNÉE te Delft.

Op 4 juli 1820 verkochten Adriana Maria Ruysch (inmiddels 66 jaar) en Hendrik Buys de twee molens De Hoop en Het Fortuyn aan Willem van Westrheene te Den Haag.
Het welgestelde echtpaar woonde op de mooie buitenplaats "Stilgenoegen".

Zij overleed op 81-jarige leeftijd op 5 maart 1835, haar tweede man overleed op 9 augustus 1837.

Op 28 mei 1846 werden molen De Hoop en molen Het Fortuyn, alsmede de buitenplaats "Stilgenoegen" te koop aangeboden door Willem van Westrheene uit Den Hoorn. Het geheel kwam in handen van de heren Hermanus Hartogh Heys, houtzaagmolenaar en houthandelaar en Johan Willem van der Schooren, ook houtzaagmolenaar en houthandelaar te Veur. In 1846 werd Van der Schooren al uitgekocht door H. Hartogh Heys. Heys liet de molen Het Fortuyn in 1864 slopen.

Herman Hartogh Heys overleed op 7 november 1864. De molen De Hoop werd verkocht aan Laurentius Antonius Vreeburg te Zoeterwoude.

Op 31 december 1876 overleed zijn echtgenote Cornelia Johanna van Cazant, er bleven 6 jonge kinderen over.

In 1877 vond er een boedelscheiding plaats. Nog voor 1880 is de molen gesloopt.

Eigenaren van de paltrokmolen De Hoop:
1776-1796 Cornelis Breur
1796-1798 Wed. Adriana Ruysch
1798-1820 A. Ruysch en Hendrik Buys
1820-1846 Willem van Westrheene
1846-1864 Herman Hartogh Heys
1864-1880 Laurentius Vreeburg

Bronnen:
- Jaarverslag 2006, Hist.Ver.Oud-Schipluiden.
- Ontheemde Zaan. Molens, pag.92-93.
- Informatie van H. v.d. Kaay, 1 augustus 2008

aanvullingen

trivia
Op de afbeelding is rechts de stoomhoutzagerij “De Jonge Pieter” van Pieter van Schaik te zien. In de eeuwen daarvoor stonden hier twee windhoutzaagmolens, namelijk 'De Eendracht' (een bovenkruier) en De Hoop (een paltrokmolen). Tot 1993 was hier de houtfabriek van A.F. Hallensleben gevestigd. Langs de Tramkade lag lange tijd het balkengat.

Oorspronkelijk heette de Rijksstraatweg de Hodenpijlse weg. De naam Rijksstraatweg dateert uit de periode dat de weg in beheer kwam bij het Rijk. Delft was lange tijd de stapelplaats voor militair materieel voor Den Briel en Hellevoetsluis. De overheid had er belang bij dat deze vestingsteden goed bereikbaar waren. De Tramkade werd vanaf 1645 gebruikt als jaagpad voor de scheepvaart tussen Delft en Maassluis.

Bron: www.schipluiden.net.