Molen van Biervliet, Biervliet

Biervliet, Zeeland
v

korte karakteristiek

naam
Molen van Biervliet
modeltype
Standerdmolen
functie
korenmolen
bouwjaar
verdwenen
toestand
verdwenen
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt  
Toon op Google Maps met andere molens in de buurt
Ten Bruggencate-nr.
03326 a
oude dbnr.
V2168
Meest recente aanpassing
media-bestand
Molen 03326 a Molen van Biervliet (Biervliet)
Fragment van grotere plaat uit 1739

locatie

plaats
Biervliet
plaatsaanduiding
gemeente
Terneuzen, Zeeland
streek
Zeeuws-Vlaanderen (west)
kadastrale aanduiding 1811-1832
Biervliet D (3) 317 ?
geo positie
X: 36505, Y: 372629
N: 51.33047, O: 3.68691

constructie

modeltype
Standerdmolen
krachtbron
wind
functie
romp
open voet
plaats bediening
plaats kruiwerk
middenkruier
kruiwerk
zetelkruier
afbeelding van onze ondersteuners

geschiedenis

toestand
verdwenen
bouwjaar
verdwenen
gesloopt
geschiedenis
Gebouwd in de 17-e eeuw, gesloopt 1884

Omdat Biervliet al heel lang bestaat (het kreeg in 1183 reeds stadsrechten), mogen we er van uitgaan dat deze molen niet de eerste staak- of standerdmolen is geweest, want ondanks de relatief kleine bevolking was er behoefte om graan op het eiland te malen.

In 1780 overleed Maarten Albregtse die molenaar op en eigenaar van de standerdmolen was. Zijn weduwe hertrouwde met een telg uit de familie Lybaart, welke afkomstig was uit Retranchement, alwaar hij werkte op de nu nog steeds bestaande open houten standerdmolen. Lybaart Sr. was een doortastend man. Onder de Franse overheersing zat hij in het plaatselijk bestuur en hij liet zich niet met een kluitje in het riet sturen.
Molenaars waren over het algemeen in de Zeeuwse dorpen mensen van enig aanzien.
Ze waren veel op de baan en waren redelijk kapitaalkrachtig. Daardoor werden ze nogal eens in vertrouwen genomen om geldzaken te doen en meer dan eens deed de molenaar aan bankieren.

Lybaart Sr. zijn zoon Jacob Lybaart, geboren in 1792, volgde in zijn vaders voetsporen. Jacob en zijn vrouw Cathelijntje Schijve woonden in het molenaarshuis in de Hoogstraat, in de buurt van de Molenberg, waarop de houten standerdmolen stond. Zij hadden twee kinderen, Pieter(1816) en Isaac (1817).

Pieter Lybaart trad in de voetsporen van zijn vader. Voor twee molenaars op de molen was er echter te weinig werk. Vader Jacob trok zich na 1830 dan ook geleidelijk terug uit de molen, om al zijn aandacht op de handel te kunnen richten. Hij bezocht de markten in de buurt, kocht granen en peulvruchten en verkocht die aan handelaren in Rotterdam, Gorinchem, Middelburg en Antwerpen. Jacob gebruikte zijn talenten en de ligging van Biervliet aan het water ten volle. Via de plaatselijke schippers werden de vrachten verscheept en de schippers gaf hij een begeleidende brief mee voor de commissionairs of handelaren. Als de schippers terugkwamen hadden ze meestal een verzegeld zakje bij zich, waarin het geld van de vorige opdracht zat en dat werd trouw in het molenaarshuis afgegeven. Vaak zat daarin ook weer een brief met de volgende opdracht.

Isaac Lybaart, Jacobs tweede zoon was werkzaam in de bakkerij op de hoek van de Markt met de tegenwoordige Burgemeester Maarleveldstraat. Van zijn broer Pieter zal hij ongetwijfeld het meel hebben betrokken, gemalen van het graan dat hun vader Jacob via zijn handel had weten te bemachtigen.

Vader Jacob was het, door al zijn contacten, ter ore gekomen, dat er onder Biervliet over niet al te lange tijd een aantal schorren zouden worden ingepolderd en dat daar zeker in het begin op grote schaal koolzaad zou worden gezaaid, omdat dat op de zilte grond goed gedijde. Inderdaad werden in 1845 de Thomas en de Paulinapolder ingedijkt. Deze lagen ten noordoosten van Biervliet, grenzend aan de Beukelspolder, die in 1811 was ingedijkt.
In 1847 volgde ten zuiden van Biervliet de inpoldering van de Angelina-eiland-polder. Jacob besloot daarom reeds in het trouwjaar van zijn zoon Pieter, een stenen oliemolen op te richten, die bedoeld was voor Isaac. Het betreft hier de stellingmolen De Harmonie uit 1842.
Zie Molen databank nog betaande molens DBNR 862.

Isaac is niet oud geworden. Hij, stierf in 1851. Zijn broer Pieter was in 1842 getrouwd met Maatje de Blaey. Hij verdiende reeds sinds jonge leeftijd de kost op de houten standerdmolen. In 1861 stierf zijn vrouw en hierna trouwde Pieter met de weduwe van zijn overleden broer Isaac.
Door zijn huwelijk werd Pieter ook eigenaar van de oliemolen. Omdat het werken met twee molens veel tijd vergde en uiteindelijk de oliemolen niet genoeg rendeerde, werd besloten om verder te gaan met één korenmolen. De niet meer gebruikte Standaardmolen werd tenslotte in 1884 afgebroken.

De grond van de Molenberg werd in 1885, bij de ombouw van de stellingmolen 'De Harmonie' tot bergmolen, gebruikt voor het optrekken van de molenberg. Zo werd ook het steenkaar in de Harmonie in gebruik genomen.

In het Leidse Molenmuseum bevindt zich de koperen meelschep uit 1825 van de familie Lijbaart, waarop aan de achterkant deze standaardmolen staat gegraveerd.

Er bestaan diverse afbeeldingen van de molen, als ets, schilderij en pentekening.

Informatie van Hans Köhler, 4 oktober 2009

aanvullingen

trivia
Afb.2: Biervliet rond 1650.
Rond 1650 toen deze Staakmolen werd gesticht, was Biervliet nog een vestingstadje op een eiland. In de directe omgeving waren er de forten met namen als Wendycke, Patientie, Phillippine, Mauritius en Ter Neuse.
Verder waren er de plaatsjes Gaternesse, Schoon dyck, Vremdyck en Willemskerck.

Afb.4: Biervliet rond 1739
Eén van de pentekening die mijn vader F.R.Köhler vroeger heeft gemaakt naar een Ets. Tekst: Het Steedje Biervliet 1739. Pentekening F.R.Köhler.
Op de ets stonden links onder de letters A.d.Hd. en rechts H.S.f.

nb.
Vroeger werd Lybaart met Griekse Y geschreven.
Nu met een IJ. De naam wordt plaatselijk uitgesproken als Liebaart.

Informatie van Hans Köhler, 4 oktober 2009